Een bijzondere wet is een federale wet die bijzonder is in de zin dat ze met een bijzondere meerderheid moet worden aangenomen. Daarom wordt het ook wel eens een bijzondere meerderheidswet genoemd. Het verschil met de gewone wetten is hieronder weergegeven.
“Gewone” wetten = gewone meerderheid | Bijzondere wetten = bijzondere meerderheid |
De meerderheid van de leden van moet aanwezig zijn | De meerderheid van de leden van elke taalgroep moeten aanwezig zijn |
De meerderheid van de uitgebrachte stemmen (= aantal stemmen – onthoudingen) moet een ja-stem zijn | De meerderheid van de uitgebrachte stemmen (= aantal stemmen – onthoudingen) van elke taalgroep moet een ja-stem zijn |
Het totaal van de ja-stemmen moet 2/3de van alle uitgebrachte stemmen bedragen |
Zoals je merkt gaat een bijzondere wet om een duidelijke bescherming van de taalgroepen. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat een bijzondere meerderheid vooral noodzakelijk is bij communautaire kwesties. Daarom wordt een bijzondere wet ook wel eens een communautaire wet genoemd.
Wanneer is een bijzondere meerderheid noodzakelijk?
In principe is een gewone meerderheid voldoende. De bijzondere meerderheid is met andere woorden een uitzondering. Dergelijke uitzonderingen zijn in de Grondwet opgenomen. Een voorbeeld daarvan vind je terug in artikel 4 van de Grondwet:
België omvat vier taalgebieden : het Nederlandse taalgebied, het Franse taalgebied, het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en het Duitse taalgebied.
Elke gemeente van het Rijk maakt deel uit van een van deze taalgebieden.
De grenzen van de vier taalgebieden kunnen niet worden gewijzigd of gecorrigeerd dan bij een wet, aangenomen met de meerderheid van de stemmen in elke taalgroep van elke Kamer, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig is en voor zover het totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen twee derden van de uitgebrachte stemmen bereikt.
Een volledig overzicht van alle situaties waarbij een bijzondere meerderheid noodzakelijk is, zou al snel te uitgebreid worden. Denk ter illustratie bijvoorbeeld aan:
- Het gebruik van talen in de taalgrensgemeenten die onder de bevoegdheid van de gemeenschapsparlementen vallen
- Het vastleggen van de bevoegdheden van de gewesten
- Het wijzigen van de dag van de verkiezingen van de gemeenschaps- en gewestparlementen
- Het uitbreiden van de bevoegdheden van het Grondwettelijk hof
- Het aanpassen van het financieringsstelsel van de gewesten
Voorbeeld van een bijzondere wet
Een voorbeeld hiervan is de Bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen.
In de senaat stemde men toen als volgt:
Totaal aantal leden | Aanwezig | Onthoudingen | Nee-stemmen | Ja-stemmen | |
Franse taalgroep | 29 | 29 | 1 | 5 | 23 |
Duitstalige gemeenschapssenator | 1 | 1 | 0 | 0 | 1 |
Nederlandse taalgroep | 41 | 41 | 0 | 17 | 24 |
Totaal | 71 | 71 | 1 | 22 | 48 |
Hierbij waren alle leden aanwezig, waardoor er voldaan is aan de eis dat van elke taalgroep de meerderheid aanwezig moet zijn (de Duitstalige gemeenschapssenator telt niet mee als een taalgroep: 70/70 of 100%).
Daarnaast was de meerderheid van de uitgebrachte stemmen van elke taalgroep een ja-stem. Merk op dat er hierbij geen rekening wordt gehouden met onthoudingen (Nederlandse taalgroep: 24/41 of 58,5% ; Franse taalgroep: 23/28 of 82,1%):
Ten slotte was het totaal van de ja-stemmen gelijk aan twee derden van de uitgebrachte stemmen . De stem van de Duitstalige gemeenschapssenator telt hier wél mee, maar er wordt opnieuw geen rekening gehouden met onthoudingen (48/70 of 68,6%):
Aldus werd de bijzondere wet aangenomen en was de vijfde staatshervorming een feit.