Veel ouders beslissen om via een verzekeringsgift hun kinderen te bevoordelen. Ze kiezen er dan voor om geen begunstigde meer te zijn van hun eigen verzekering en schenken hun statuut aan een nieuwe begunstigde, de kinderen. Fiscaalvriendelijk is het echter niet want er moeten wel schenkingsrechten worden betaald. De cirkel is bovendien pas rond wanneer de ouders overlijden, waardoor er ook nog eens erfbelasting moet worden betaald. De regel dat schenkingsrechten bevrijdend zijn als het overlijden minstens drie jaar later is, geldt hier niet.
Wat is een verzekeringsgift?
Bij een verzekeringsgift beslist een verzekerde om zijn rechten als verzekerde op een andere persoon over te dragen. Hierbij wordt een andere persoon met andere woorden bevoordeeld. Aanvankelijk is zo’n verzekeringsovereenkomst een AAB-overeenkomst:
- A is de verzekeringnemer en moet de premie betalen
- A is ook de begunstigde
- Subsidiair, als A er niet meer zou zijn, is B de begunstigde
Bij een verzekeringsgift wordt de verzekeringsovereenkomst omgevormd naar een ABA-overeenkomst:
- A is de verzekeringnemer en moet de premie betalen
- B is de eerste begunstigde
- Als B er niet meer zou zijn, is A de eerste begunstigde
De verzekeringsgift moet worden opgenomen in een authentieke akte en is een schenking. Hierop zijn met andere woorden schenkingsrechten verschuldigd.
Voorbeeld van een verzekeringsgift
Een klassiek voorbeeld hiervan is een levensverzekering. Bij een levensverzekering verzeker je je voor het risico dat je op een bepaald moment, het moment van de pensionering, nog in leven bent. Leven is per slot van rekening al niet goedkoop, maar op oudere leeftijd wordt het allemaal nog wat duurder, terwijl de inkomsten lager liggen. De verliezen stapelen zich op en economisch zou het interessanter zijn als men op dat moment dood zou zijn. Om dat risico te dekken sluit men een levensverzekering af, wat in de praktijk eerder een pensioenspaarproduct is. Bij het bereiken van de pensioenleeftijd krijgt A een kapitaal en als A toch het “geluk” zou hebben vroeger te sterven, gaat dat kapitaal naar B.
Bij een verzekeringsgift wordt het kapitaal echter aan B geschonken. Enkel als B vroeger zou sterven dan A zal A nog steeds het kapitaal krijgen. Zo’n verzekeringsgift wordt bijvoorbeeld gebruikt door ouders die hun kind willen begiftigen wanneer ze een huis willen kopen en de ouders zelf geen financiële zorgen hebben.
Schenkingsrechten bij de schenking van een verzekeringsgift
Wanneer een verzekeringsgift wordt voldaan, wordt er in Vlaanderen een schenkbelasting geheven van 3 tot 7%. De exacte belasting is afhankelijk van de graad van verwantschap. Dat percentage wordt toegepast op de afkoopwaarde van de polis op de schenkdatum. Op de schenkdatum wordt B de eerste begunstigde.
Hoewel B de begunstigde wordt, blijft A de premies betalen. Hierdoor kan er een meerwaarde ontstaan. Op het moment van het overlijden van A gaat die meerwaarde naar B, die de eerste begunstigde is. Daarom wordt er ook nog eens erfbelasting ingehouden.
In de erfbelasting is de belastbare grondslag wel de verzekeringsprestatie en niet de afkoopwaarde. Vroeger was het zo dat er hierdoor sprake was van een dubbele belasting, maar daar werd vorig jaar nog een mouw aan gepast. Nu wordt de belastbare grondslag (de verzekeringsprestatie) dan gewoon met de afkoopwaarde van de polis verminderd. Enkel op de meerwaarde die tussen het moment van de schenking en het moment van het overlijden wordt gerealiseerd, moet er nog erfbelasting worden betaald.