Een pand moet goed aansluiten bij de stijl die je wenst uit te stralen. Inrichtingskosten zijn dus zeker niet ongewoon. Deze inrichtingskosten zijn investeringen en worden fiscaal in aftrek genomen. Maar wat nu indien je, voor de investeringen volledig zijn afgeschreven, opnieuw uit het pand vertrekt?
Je ontvangt geen vergoeding van de verhuurder
Wanneer je geen vergoeding van de verhuurder ontvangt en de inrichtingskosten nog niet zijn afgeschreven, mag je de nog niet afgeschreven waarde nu in één keer als een minderwaarde in de kosten opnemen. Vraag wel nog even aan de verhuurder om te bevestigen dat je geen vergoeding ontvangt. Zo hoeft de controleur daar niet moeilijk over te doen.
Overigens kan het ook gebeuren dat de verhuurder vraagt om de gedane inrichting af te breken. De afbraakkosten zijn dan ook volledig aftrekbaar. Indien bepaalde onderdelen van de inrichting nog kunnen worden verkocht, moet je deze verkoopwaarde uiteraard verrekenen om de minderwaarde te berekenen.
Je ontvangt wel een vergoeding van de verhuurder
De fiscale behandeling is hier afhankelijk van de vergoeding en de boekwaarde van de inrichtingskosten.
Vergoeding > boekwaarde inrichtingskosten
In dit geval is er sprake van een belastbare meerwaarde. De meerwaarde wordt belast als beroepsinkomsten aan het progressief tarief (behoudens uitzondering).
Vergoeding < boekwaarde inrichtingskosten
Er is sprake van een aftrekbare minderwaarde (zie eerder).