In een recente zaak werd de vraag gesteld of het contant betalen een gebruik is in de sector van de tweedehandsvoertuigen. Dit was belangrijk omdat een partij niet over betaalbewijzen beschikte. Volgens hem was de levering namelijk het bewijs van betaling, net omdat het gebruikelijk is dat er contant wordt betaald.
Gebruiken en de uitlegging van de overeenkomst
Volgens het Burgerlijk Wetboek verbindt de overeenkomst de partijen tot wat ze hebben afgesproken, maar het doet ook meer dan dat. De partijen zijn ook verplicht om zich te houden aan de gebruiken en de gebruikelijke bedingen die op dergelijke overeenkomsten van toepassing zijn. Dit geldt ook als ze niet uitdrukkelijk in de overeenkomst zijn opgenomen. Dit tenzij deze gebruiken uitdrukkelijk in de overeenkomst zijn uitgesloten. Er is dus een vermoeden dat deze gebruiken ook op de overeenkomst van toepassing zijn.
Hierbij dient men met alle factoren rekening te houden. Dat een beding in een branche gebruikelijk is, is bijvoorbeeld pas relevant als de tegenpartij ook voldoende ervaring heeft met overeenkomsten in deze branche. In feite is een gebruik pas een gebruik als een bepaalde afspraak algemeen geldend is in een bepaalde beroepskring, sector of streek. Er mag van een gebruik ook worden verwacht dat de partijen ze kennen of geacht worden te kennen. Het is de feitenrechter die moet oordelen over het bestaan van dergelijke gebruiken en of deze gebruiken al dan niet op de overeenkomst van toepassing zijn.
Is contant betalen een gebruik in de sector van de tweedehandsvoertuigen?
In de sector van de tweedehandsvoertuigen wordt er vaak contant betaald. De auto wordt pas geleverd nadat de betaling is ontvangen en kan niet nadien, met een betaaltermijn, worden betaald. Bij een recente zaak diende men na te gaan of de contante betaling in de sector van de tweedehandsvoertuigen een gebruik is dat geacht wordt op de koopovereenkomst van toepassing te zijn.
Het hof van beroep te Gent oordeelde hier dat er geen sprake is van een echt gebruik, maar slechts van een “courant gebruik” van contante betaling in de sector van de tweedehandsvoertuigen. Het wijst er op dat de partijen in deze zaak in het verleden ook al betalingen door middel van overschrijving hebben uitgevoerd. Er mag dus niet zonder meer worden aangenomen dat men in de sector van de tweedehandsvoertuigen contant moet betalen. Dit had het gevolg dat de eiser wel degelijk zelf moest bewijzen dat hij had betaald.