BewijsmateriaalProcesStraf

15 minuten wachten voor een ademtest: wat als agenten dat niet respecteren?

Opgelet: het gaat hierbij om het niet naleven van de wachttijd van vijftien minuten voorafgaande aan de analyse met het ademtoestel, niet om de tussentijd van vijftien minuten tussen twee analyses (die slechts onder bepaalde voorwaarden vereist is).

De zaak

De zaak betrof uiteraard het niet naleven van de wachttijd van vijftien minuten bij een alcoholcontrole. Bij een eerste ademanalyse volgde meteen een resultaat van 1,04 mg/l alveolaire (2,39 promille) lucht. Vier minuten later volgde een tweede test met een resultaat van 1,09 ml/l (2,51 promille). De eiser vond echter dat de procedure niet werd nageleefd en dat de verkregen bewijsmaterialen een inbreuk vormden op het recht op een eerlijk proces. Volgens de advocaat zou dergelijk onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal niet gebruikt mogen worden en zou zijn cliënt vrijuit moeten gaan.

Wat vond het Hof daarvan?

Het Hof volgde die redenering niet helemaal. Het niet-naleven van de vormvoorwaarde, namelijk de wachttijd van vijftien minuten, is immers helemaal niet voorgeschreven op straffe van nietigheid. Dit zou blijken uit artikel 32 Voorafgaande Titel Sv.

Toch betekent dit niet dat het verkregen materiaal zomaar gebruikt mag worden: het is aan de rechter om te beslissen of het bewijsmateriaal nog steeds betrouwbaar is. De rechter zal bij die beoordeling moeten waken over het recht op een eerlijk proces. De beslissing of het al dan niet gaat om onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal ligt dus bij de rechter, die zich moet baseren op de feitelijke gegevens.

Wat besloot de rechter?

De rechter besloot dat de opgenomen waarde, na een wachttijd van vijftien minuten, onmogelijk kon gezakt zijn tot onder de wettelijke limiet. De begane onregelmatigheid is, gelet op die hoge graad van alcoholintoxicatie, dan ook vrij relatief. De rechter besloot dat het bewijsmateriaal wél gebruikt kon worden.

Wat betekent dat in de praktijk ?

Bij een hoge graad van alcoholintoxicatie, zal het niet naleven van de wachttijd zelden resulteren in een kwalificatie als onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal. Wanneer de overschrijding echter miniem is en kan worden aangenomen dat deze inderdaad na vijftien minuten zou kunnen gezakt zijn tot onder de wettelijke limiet, kan de rechter wel tot bewijsuitsluiting overgaan.

Op die manier wordt het al snel een wetenschappelijke discussie: de afbreektijd is immers afhankelijk van de werking van de lever, het gewicht, het geslacht en zelfs de lichaamsbouw. Er wordt aangenomen dat het lichaam ongeveer 0,002 promille lichaamsgewicht per uur kan afbreken (cijfers: KU Leuven). Voor een man van 80 kilogram zou dat met andere woorden resulteren in een afname van ongeveer 0,04 promille in 15 minuten. Om tot bewijsuitsluiting over te kunnen gaan, moet het met andere woorden écht gaan om een marginale overschrijding.

Geef een reactie