FeaturedGevangenisstrafStraf

3 mythes over moordenaars ontkracht

Wanneer het over moordenaars gaat, doen er veel misverstanden de ronde. Dergelijke foutieve heuristieken helpen het eigen geweten te sussen en moeten moordenaars als vreemd, onmenselijk of afwijkend beschrijven. In de praktijk blijken moordenaars helemaal niet zo bijzonder te zijn. Het gaat om moeders, zonen en buurmannen. Zij zijn niet geestesziek en hebben geen drugverslaving. Maar zij weten het: in ieder van ons gaat er een moordenaar verscholen. En wanneer de omstandigheden het toelaten, gaat het grondig mis.

# 1. Moordenaars zijn beesten

Moordenaars worden wel vaker als beesten afgeschilderd. Mensonwaardig gedrag wordt dan al snel vereenzelvigd met beestig gedrag. Het feit dat we bij moordenaars adjectieven als ‘beestig’ toevoegen, is vooral omdat we de menselijke zwakheid negeren en niet met de duistere kant van onze menselijke intelligentie willen worden geconfronteerd. Want moorden zoals mensen dat doen, dat doen alleen mensen. En dat horen we liever niet.

Het misplaatste adjectief ‘beestig’ dient eigenlijk maar één doel: het negeren van onze eigen menselijke zwakheid. Wij willen niet geconfronteerd worden met de duistere kant in onszelf. Juist daarom trachten we ons zo veel mogelijk te distantiëren van die vreemde schepsels, die zo anders zijn. […] Hoe verder we ze van ons kunnen wegduwen, hoe minder ongemakkelijk we ons voelen.” (Vermassen, J., Moordenaars en hun motieven, Antwerpen, Meulenhoff|Manteau, 620 P.)

Het klopt dat dieren vechten en doden, maar dat doen ze steeds vanuit een natuurlijk of evolutionair perspectief. Ze vechten voor het behoud van hun territorium, ze vechten om zich voort te kunnen planten en ze doden omdat ze honger hebben. Een kat zal misschien op een voor ons zichtbaar speelse manier een muis vangen, zelfs wanneer het kattenbrokken heeft en honger een onbekende is, maar voor de kat is de muis niet meer dan een nuttige leerschool. Het gaat om gedrag dat van nature aanwezig is en helpt om de jachtinstincten te verbeteren. Van haat, jaloezie, passie of vijandigheid is er nooit sprake.

In het rijk der zoogdieren zijn er slechts enkele uitzonderingen op deze regel vastgesteld. Stuk voor stuk gaat het om zoogdieren die nauw verwant zijn met de mens. Bij orang-oetangs zijn bijvoorbeeld al verkrachtingen vastgesteld door marginale mannetjes. Het verkrachtingsgedrag valt daarbij te herleiden naar een vorm van seksuele frustratie door zwakkere mannetjes en geweld wordt daarbij niet geschuwd.

Wanneer we ons vervolgens verplaatsen naar chimpansees, die evolutionair het dichtst bij de mens staan, wordt het al helemaal gortig. Chimpansees doden, verkrachten en eten soortgenoten op. Daarnaast doen chimpansees aan territoriale oorlogsvoering. Dit gaat verder dan het louter verdedigen van het eigen territorium, maar omvat ook georganiseerde agressie waarbij naburige groepen stelselmatig één voor één worden gedood en waarbij een naburig territorium wordt ingepalmd. Zelfs wanneer er objectief geen reden lijkt te zijn voor een ruimer territorium gaan ze daarbij uiterst agressief te werk.

En na de orang-oetangs en de chimpansees zijn er de mensen…


Uit het leven gegrepen

Op Hemelvaartsdag 2012 speelde zich een gruwelijk tafereel af in de campingkantine van camping De Breyenburg. De campingbaas sprak toen twee campinggasten aan op het feit dat hun hond een drol had achtergelaten in het parkje, hoewel volgens anderen de discussie ging over de hond die een kip had doodgebeten. In elk geval stond een beest dat beestig gedrag vertoonde centraal in de discussie. Ineens gebeurde er iets dat alleen bij mensen kan. De vrouwelijke campinggast liep naar haar caravan, pakte een pistool en schoot de campingbaas voor de ogen van zijn vrouw en kinderen door het hoofd.

Een podcast met het relaas van deze moord om niks beluister je in de misdaad podcast Kwaad Bloed (VPRO). Klik op onderstaande afbeelding om deze podcast te beluisteren.


Laat het vooral duidelijk zijn dat gruwelijke “onnatuurlijke daden” absoluut niet beestig zijn, maar net menselijk. Het zijn enkel mensen die in staat zijn om te moorden voor macht, liefde of uit wraak.

# 2. Moordenaars zijn knettergek of drugsverslaafd

Wanneer moordenaars geen beesten zijn, dan schort er volgens de publieke opinie al eens iets in hun hoofd of is drugs of alcohol in de man. In elk geval zijn ze zich niet helemaal bewust van hun daden. Zo’n gedachtegang dient eigenlijk net hetzelfde doel als bovenstaand adjectief en moet ons opnieuw het idee geven dat we zelf niet in staat zijn om te moorden. Maar ook het verhaal van de gestoorde moordenaar is niet meer dan een mythe.

Zelfs de psychiatrische patiënten die door de aard van hun stoornis het meest geneigd zijn tot geweld, zijn in werkelijkheid maar een heel ietsje gewelddadiger dan de doorsnee man of vrouw. […] Bovendien: als iemand met schizofrenie of een bipolaire stoornis daarbij geen drugs of alcohol gebruiken en keurig hun medicijnen nemen, dan verdwijnt zelfs dat laatste beetje bovengemiddelde gewelddadigheid” (Asha ten Broeke, psycholoog en journalist, zoals verschenen in NEMO Kennislink)

Laat het inderdaad duidelijk zijn dat zelfs personen met een zware mentale stoornis lang niet altijd gewelddagen plegen. Volgens een onderzoek uit 1996 zouden zelfs binnen die zwaarste categorie 90% nog nooit een gewelddadig delict gepleegd hebben. Heeft die andere tien procent dan het alleenrecht op geweldsmisdrijven? Neen, want slechts 3 tot 5% van alle geweldsmisdrijven worden gepleegd door psychiatrische patiënten.

Onderzoek heeft zelfs aangetoond dat mensen met zware mentale stoornissen meer kans maken om slachtoffer te worden van een geweldsmisdrijf. Een film over een schizofreen die tot het uiterste wordt gedreven, gepest, geslagen en uiteindelijk misschien wel wordt vermoord door de vriendelijke buurman zou in elk geval minder goede kijkcijfers halen.


Uit het leven gegrepen

De Nederlandse Anja Joos was drugsverslaafd en stond bekend als de buurtjunk. In september 2003 besloot ze om een biertje te kopen. Zij bevond zich in een van de moeilijkste uithoeken van de samenleving. Toch was zij geen dader.

Een werknemer beschuldigde haar van diefstal. Achteraf blijkt dit incorrect te zijn. In de discussie die ontstaat neemt Anja de woorden ‘kutmarokkanen’ in de mond. De hel breekt los. De vriendelijke werknemers jutten elkaar op en gooiden haar tegen de grond. Ze bleven maar schoppen tot haar milt scheurde en haar levenslicht uitging. Na afloop was de groep jongeren volgens getuigen opgewonden, luidruchtig en lacherig. Maar zij waren niet geestesziek, noch dronken of gedrogeerd. Meer nog: een van de daders was een vriendelijke jongeman van zeventien met de onschuldige bijnaam Snorro.


# 3. Moorden gebeuren buitenshuis

Niet alleen de identiteit van moordenaars schuiven we liefst zo ver mogelijk van ons af, maar ook de locatie vindt volgens ons plaats in een donker steegje of in een crimineel milieu waarin we toch niet betrokken zijn. De moordenaar is opnieuw iemand die zich in de donkerste hoeken van de samenleving, letterlijk en figuurlijk, schuilhoudt. Niets is minder waar, want nergens is het onveiliger dan thuis. En dan gaat het heus niet over een toevallig misgelopen inbraak.

Statistische gegevens over menselijke dodingen ontluisteren het taaie vooroordeel van het geromantiseerde gezin. Ze leren ons dat wanneer het fundamenteel misloopt tussen mensen, dit een van de gevaarlijkste plekken op aarde wordt. En zo zie je maar dat gevoelens van onveiligheid niet automatisch overeenstemmen met de werkelijkheid.” (Vermassen, J., Moordenaars en hun motieven, Antwerpen, Meulenhoff|Manteau, 620 P.)

Het meest voorkomende levensdelict is inderdaad partnermoord. De persoon die we het meest vertrouwen, blijkt ook het grootste gevaar in ons leven te zijn. Vooral wanneer we een relatiecrisis doormaken. Waar partners verantwoordelijk zijn voor ruim één derde van de levensdelicten, worden zij op de voet gevolgd door kennissen. Vervolgens zijn het bloedverwanten en moeders die hun familie of kinderen vermoorden. En pas daarna speelt het criminele milieu een rol. Het hoeft niet te verbazen dat veel moorden achter de gesloten gordijnen van de gezinswoning plaatsvinden. Moordenaars blijken dan ook veel dichter bij ons bed te staan dan de geprojecteerde ver-van-mijn-bedshow doet vermoeden.


Uit het leven gegrepen

In 2006 gingen Jack en zijn ex uit elkaar nadat zij een aantal affaires had gehad. Na 27 jaar liefde kwam er een einde aan de relatie. Zijn ex-vrouw deed er alles aan om Jack zijn dochter, Isabelle, af te nemen. Ze loog, manipuleerde en intimideerde. De problemen sleepten steeds verder aan en werden alsmaar ernstiger. Later hoorde Jack dat er ruzie was ontstaan tussen zijn dochter en zijn ex-vrouw. Zijn veertienjarige dochter had daarop enkele vriendinnetjes op de hoogte gebracht van het vreemd gedrag van haar moeder, maar zij vertelden hun ouders niets en Jack hoorde dat pas na de feiten. “Ik moet yoghurt eten met een vies smaakje” en “ik wil nog niet dood”, stond er in de berichtjes te lezen.

Een week later kreeg Jack een telefoontje. Zijn dochter was overleden en zijn ex opgepakt. De moeder van Isabelle had een verdovingsmiddel in haar eten gemengd en vervolgens een fles propaangas opengedraaid. Ze ontnam Jack het laatste wat ze hem nog kon ontnemen: zijn dochter.

Het relaas van deze moord op eigen bloed beluister je in de misdaad podcast Kwaad Bloed. Klik op onderstaande afbeelding om deze podcast te beluisteren.


Geef een reactie