Als steunmaatregel voor de horeca heeft de wetgever het btw-tarief voor sommige restaurant- en cateringdiensten verlaagd naar 6%. Het gaat om een tijdelijke steunmaatregel die sinds 8 juni 2020 geldt en loopt tot en met 31 december 2020. Experts staan vrij negatief ten opzichte van de effectiviteit van de steunmaatregel en pleiten voor andere maatregelen, maar de horecasector wou er niks van horen en was expliciet vragende partij.
Btw-verlaging van restaurant- en cateringdiensten
Normaal geldt hier het btw-tarief van 12%, maar het wordt nu tijdelijk teruggebracht naar 6% btw. Houd er rekening mee dat onder “restaurantdiensten” ook het verschaffen van dranken zonder spijzen wordt begrepen, op voorwaarde dat het gepaard gaat met voldoende relevante bijkomende diensten. Het mag zowel gaan om bereide als onbereide spijzen of dranken, maar ze moeten wel bedoeld zijn voor onmiddellijke menselijke consumptie. Ook afhaalmaaltijden of aan huis geleverde maaltijden vallen onder het lager btw-tarief.
In de praktijk vallen een veelvoud aan dienstverrichters onder de nieuwe gunstregeling, zoals:
- Restaurants en cateraars
- Fastfoodrestaurants
- Restaurants in winkelcentra, musea, theaters etc.
- Kantines en bedrijfsmesses
- Hotels of gastenkamers met half- of volpension
- Cafetaria’s, bars, herbergen, theesalons en discotheken
- Foodtrucks en snackbarauto’s
- Traiteurs
- Bakkerijen met verbruikssalons
- Tijdelijke stands voor verkoop of consumptie tijdens een beurt, markt of festival
- Restaurant- of cateringdiensten door gespecialiseerde cateraars
Er is wel expliciet een uitzondering voorzien voor alcoholische dranken:
- Geen btw-verlaging voor bieren met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 0,5% vol.
- Geen btw-verlaging voor andere alcoholische dranken met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 1,2% vol.
Gevolgen voor de witte kassa
In de programmatuur van de witte kassa moet het volgende worden gewijzigd:
- Alle artikelen die onder btw-code B zijn geprogrammeerd moeten naar btw-code C worden aangepast
- Alle niet-alcoholische dranken die momenteel onder btw-code A zijn geprogrammeerd, moeten naar btw-code C worden aangepast
Economen betwijfelen de voordelen van de btw-verlaging
Verschillende economen, zoals Gert Peersmans (Universiteit Gent) en Youssef Benzarti (Universiteit van Californië) benadrukken dat de impact van de btw-verlaging beperkt is. Hiervoor baseren zij zich op historische voorbeelden, waarvan de Franse btw-verlaging misschien nog wel het beste voorbeeld is. Zij concluderen dat slechts de helft van het btw-voordeel ten goede komt aan de restaurantuitbaters zelf, terwijl de voordelen van de tijdelijke maatregelen al helemaal verdwijnen.
Dat heeft te maken met verschillende factoren:
- Door de grotere marges is de ruimte voor prijsconcurrentie groter. Op korte termijn veroorzaakt een btw-verlaging dan ook een beperkte daling van de consumentenprijzen. In het onderzoek van Youssef Benzarti was er sprake van een prijsdaling van 1,4% bij een verlaging van het btw-tarief met 14,1% (hier: 6%).
- Desondanks stroomde 14% van de btw-verlaging door naar de consumenten omdat restaurantuitbaters minder geneigd zijn om prijzen aan te passen in functie van de wijzigende leveranciersprijzen en de inflatie. Na afloop van de btw-verlaging resulteert een sterke toename van de prijzen in een duidelijk dalende omzet, waardoor restaurantuitbaters niet geneigd zijn om hun prijzen sterk aan te passen. Hierdoor zijn de marges kleiner dan voor de btw-verlaging.
- De uitgaven van consumenten nemen niet toe bij een btw-verlaging die beperkt merkbaar is in de consumentenprijzen. Structureel wijzigt er niets.
- Er is een stijging merkbaar van de personeelskosten die niet kan worden gelinkt aan meer gepresteerde uren (consumenten besteden niet meer) en die vooral kan worden teruggebracht tot een stijging van de lonen. Die stijging kan na afloop van de btw-verlaging niet worden ongedaan gemaakt. Ongeveer 19% van de btw-verlaging zou volgens het onderzoek naar het personeel doorstromen. Desondanks is er nauwelijks effect op de werkgelegenheid.
- Er is minder weerstand bij prijsverhogingen door leveranciers en prijsverhogingen worden niet of onvoldoende aan de consument doorgerekend. Ongeveer 12% van de btw-verlaging stroomt op die manier door naar grote leveranciers zoals bierbrouwers. Ook de verhoogde prijzen dalen niet wanneer het btw-tarief opnieuw stijgt.
Door de btw-verlaging stroomt een te groot deel van het belastinggeld door naar leveranciers en derden waarvoor de steun niet bedoeld is. Met de beperkte daling van de consumentenprijzen worden de zwaksten in de samenleving overigens onvoldoende bereikt.
Daarom pleiten economen voor het behoud van rechtstreekse steun om verliezen van horecagelegenheden die voor de coronacrisis levensvatbaar waren te compenseren. De steun zou daarbij gekoppeld moeten zijn aan een aantoonbaar omzetverlies, wat door de verplichte witte kassa in de horeca eenvoudiger te bepalen is. Zowel de horecasector als de politiek wilden er echter niet van weten.