In een nieuw rapport maakt mensenrechtenorganisatie Amnesty International gewag van mensenrechtenschendingen in de Belgische woonzorgcentra tijdens de eerste coronagolf. Het rapport is vernietigend voor het gevoerde beleid en benoemt specifieke gebeurtenissen die de pers niet haalden. In dit artikel volgt een beknopte weergave van deze bevindingen. Het volledige rapport is onderaan dit artikel te downloaden.
Internationaal mensenrecht
In de eerste plaats is het goed om te weten dat België partij is bij verschillende internationale mensenrechtenverdragen. Deze mensenrechtenverdragen verplichten de Belgische overheid om onder andere de mensenrechten van bewoners van woonzorgcentra te bewaken. Het gaat dan om:
- Recht op leven
- Recht op vrijwaring van foltering en een onmenselijke of onterende behandeling
- Recht op de eerbiediging van het privé-, familie- en gezinsleven
- Recht op bescherming tegen discriminatie met betrekking tot deze rechten en vrijheden
In het EVRM is er geen algemeen recht op gezondheid weergegeven, maar dit volgt wel uit de rechtspraak. Bovendien bestaat deze verplichting ook op basis van het Europees Sociaal Handvest, het IVESCR en het CRPD. Vervolgens voorziet artikel 23 van het Europees Sociaal Handvest dat elke oudere recht heeft op sociale bescherming. Ook ouderen die in instellingen wonen, hebben recht op passende ondersteuning.
Op verschillende manieren zijn deze mensenrechten in woonzorgcentra aangetast.
Vaststellingen door Amnesty International
Op basis van bovenstaande mensenrechten, benoemt Amnesty International nu verschillende mensenrechtenschendingen die tijdens de eerste coronagolf zijn vastgesteld. Door het vrijwel hermetisch afsluiten van de woonzorgcentra hebben veel van deze mensenrechtenschendingen en gruwelpraktijken de televisie niet gehaald. Terwijl iedereen gruwelde van de praktijken in Spaanse en Italiaanse ziekenhuizen, liep het volgens Amnesty International eveneens grondig mis in onze eigen woonzorgcentra.
Nu al bijna een jaar geven politici en media de gewone man de schuld van de covidproblemen: ‘we’ leven de sociale afstandsplicht niet na, ‘we’ organiseren geheime feestjes, ‘we’ dragen ons mondmasker niet goed. AI legt de verantwoordelijkheid voor de crisis waar ze écht ligt: bij een politieke klasse, die al meerdere decennia bespaart op gezondheids- en bejaardenzorg en die geen maatregelen heeft getroffen om de toenemende vergrijzing met stijgende ziekenzorg te verhelpen.” – John De Witt in De Juristenkrant
Onvoldoende middelen en weinig prioritair
Amnesty International haalt aan dat de problemen die ontstonden voor een groot deel te wijten zijn aan de beleidsvoerders. Zo werd er al in 2016 door Sciensano gewaarschuwd voor de risico’s in de onderbemande en ondergefinancierde woonzorgcentra. Ondanks deze kennis en de duidelijke signalen, heeft de overheid echter te traag of onvoldoende gereageerd.
Op 13 maart 2020 werd het noodplan voor de ziekenhuizen geactiveerd en pas op 25 maart 2020 kwam het in de beleidsvoerders op om ook de situatie van de woonzorgcentra eens te bespreken. Op 8 april 2020 werd er een taskforce opgericht. Op dat moment was het aantal doden al ruim tot boven de duizend geklommen.
Amnesty International stelt vast dat de Belgische overheid alles heeft gedaan om de ziekenhuiscapaciteit te waarborgen, maar dat het daarvoor de mensenrechten van de bewoners van woonzorgcentra heeft geslachtofferd. Zo werd er beslist dat huisartsen niet meer naar het woonzorgcentrum mochten komen en dat de woonzorgcentra deze zorg maar zelf dienden te organiseren, terwijl ze daar de middelen en de kennis niet voor hadden.
Daarnaast werd er voortdurend druk op hen gezet om patiënten langer te houden of vroeger terug op te nemen, zelfs wanneer ze nog besmettelijk waren. Nochtans vereist het recht op gezondheid dat de Belgische staat voldoende voorzieningen en diensten voor gezondheidszorg ter beschikking stelt en dat deze toegankelijk zijn zonder enige discriminatie.
Hoe dan ook is het duidelijk dat veel bewoners van woonzorgcentra geen toegang kregen tot adequate gezondheidszorg en dat sommige ouderen hierdoor waarschijnlijk voortijdig zijn overleden. Amnesty International is bezorgd dat de overheid niet op tijd de nodige stappen heeft ondernomen om diegenen te beschermen die het meest kwetsbaar waren om ernstig ziek te worden in geval van besmetting door COVID-19. Daardoor vormden bewoners van woonzorgcentra een onevenredig hoog percentage COVID-19-gerelateerde doden (61,3% van de overledenen aan COVID tussen 11 maart 2020 en 23 oktober 2020 waren bewoners van woonzorgcentra).” – Rapport Amnesty International, Woonzorgcentra in de dode hoek
Beperkte testcapaciteit
Hoewel de urgentie in de woonzorgcentra bijzonder hoog was, is er lang gewacht om een testprogramma op poten te zetten. Op 17 maart, een dag na een soortgelijk advies van de WHO, werd door de federaties van woonzorgcentra aan toenmalig minister van Volksgezondheid Maggie De Block de vraag gesteld om testmateriaal. Pas halverwege april, toen de dodentol al sterk was opgelopen, werd er testcapaciteit vrijgemaakt.
In de tussenperiode bleven asymptomatische personeelsleden verder werken en ouderen besmetten. Dit zorgde voor bijzonder veel stress en angst bij zowel de bewoners als de zorgmedewerkers.
Het feit dat de regering er niet in geslaagd is om ervoor te zorgen dat woonzorgcentra toegang hadden tot regelmatige testen voor bewoners en personeel, terwijl daar mensen wonen die het grootste risico lopen voor COVID-19, is een schending van de verplichting om het recht op leven en het recht op gezondheid van het personeel en de bewoners zonder discriminatie te beschermen” – Rapport Amnesty International, Woonzorgcentra in de dode hoek
Tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen
Ook hier werd op 17 maart 2020 al een verzoek tot beschermingsmateriaal ingediend. En ook hier werd er geen gevolg aan gegeven. Dat België deze crisis naakt is ingegaan, is wel duidelijk. De vernietiging van de FFP2-gezichtsmaskers in 2019 is welbekend. Toch volgde er pas op 26 maart een antwoord, waarbij werd verwezen naar het wereldwijd tekort en waarbij tussen de lijnen door kon worden gelezen dat de woonzorgcentra niet prioritair waren.
In de tussentijd werkte het personeel verder zonder mondmaskers, gelaatsschermen, schorten, handschoenen en alcoholgel. Met eigen middelen werden uiteindelijk verfschorten gekocht, droeg het personeel vuilniszakken als beschermschorten en werden er slecht-beschermende stoffen mondmaskers genaaid. Hoewel er vanaf 23 maart mondjesmaat beschermingsmateriaal werd geleverd, bleef het structureel tekort tot midden mei voortduren.
Bejaarden werden verwaarloosd
Ten slotte benoemt het rapport concrete gevallen waarin bejaarden aan hun lot werden overgelaten.
In de eerste plaats heeft het vastgesteld dat een aanzienlijk aantal ouderen tijdens de eerste coronapandemie, toen bezoek niet mogelijk was, dagenlang niet werden gewassen en in dezelfde kleding zaten. De kamers werden niet gereinigd en dementerenden werden soms dagenlang aan hun rolstoel vastgebonden zodat ze toch maar op hun kamer zouden blijven.
Het rapport heeft het bovendien over een aantal gevallen waarbij bejaarden aan verwaarlozing zijn gestorven, waaronder één bejaarde die stierf door uitdroging na anderhalve week geen water te hebben gekregen. Het maakt ook gewag van levende, zieke bejaarden die hun laatste dagen alvast in lijkzakken dienden door te brengen en ouderen die na een val soms urenlang op de grond bleven liggen.
Naast mechanische fixatie maakt het rapport ook gewag van chemische fixatiemiddelen (sederende medicatie), gebruikt opdat bejaarden minder zorg zouden vergen en in hun kamer zouden blijven. Ook de Vlaamse Ombudsdienst heeft vastgesteld dat er een opmerkelijke toename van het gebruik van fixatiemiddelen was.
Het gebruik van fixatie moet uitzonderlijk zijn en elk gebruik moet worden geregistreerd; mensen die gefixeerd zijn, moeten onder nauwlettend toezicht worden gehouden en de betrokken vertegenwoordigers moeten op de hoogte worden gebracht. In het geval van het gebruik van fixatie is de geïnformeerde toestemming een belangrijk mechanisme om navolging te garanderen van het verbod op foltering en andere vormen van mishandeling in de gezondheidszorg. Voor mensen met een mentale beperking kan zelfs een korte periode van fixatie een vorm van foltering of een andere vorm van mishandeling zijn.” – Rapport Amnesty International, Woonzorgcentra in de dode hoek
Achtergrond van dit rapport
Voor dit rapport interviewde Amnesty International bewoners, familieleden, 15 directeurs van woonzorgcentra, managers, medewerkers, vrijwilligers, personeelsleden uit non-profitorganisaties, personeelsleden uit de koepels van woonzorgcentra, een advocaat en drie huisartsen. Daarnaast verzamelde het stukken en getuigenissen via organisaties als Artsen Zonder Grenzen, Kom op tegen Kanker en OKRA Zorgrecht.
Over Amnesty International
Amnesty International is een ngo die de naleving van mensenrechten nastreeft. Vanuit de Belgische afdeling wordt er druk uitgeoefend op de Belgische beleidsmakers om zich in te zetten om internationale mensenrechtenschendingen te beëindigen. Het is vrij uitzonderlijk dat Amnesty International zo’n vernietigend rapport schrijft over mensenrechtenschendingen in België.
Amnesty International opereert volledig onafhankelijk. Als een van de weinig ngo’s weigert het elke vorm van financiële steun of subsidies van overheden om zo hun onafhankelijkheid blijvend te waarborgen. Hierdoor zijn ze volledig afhankelijk van giften.
Amnesty International steunen kan via hun website. Tot eind 2020 levert dit een fiscaal voordeel van 60% i.p.v. 40% op.