Vanaf 29 november 2017 mogen verdachten nu definitief aangehouden worden voor maximaal 48 uur en dat zonder de tussenkomst van een rechter (voorheen: 24 uur). Dat zou, volgens de wetgever, noodzakelijk zijn om efficiënter op te treden in complexer wordende criminaliteitsdossiers. Hiervoor werden artikel 12 van de Grondwet en de Wet op de Voorlopige Hechtenis aangepast.
Voorheen: aanhouding verdachten voor 24 uur
Voor 29 november 2017 was de aanhouding van de verdachten, zonder tussenkomst van de rechter, beperkt tot 24 uur. In de praktijk bleek dat voor de wetgever onvoldoende lang te zijn.
De wetgever haalt aan dat die termijn te kort is voor de complexe strafzaken waarbij meer tijd nodig is om bewijzen te verzamelen en de verkregen informatie te analyseren. De opkomst van het internationaal terrorisme speelt een belangrijke rol in deze wijziging. De verdubbeling van de aanhoudingstermijn moet er dan ook voor zorgen dat rechters meer tijd hebben om het dossier te bekijken en al dan niet over te gaan tot het uitvaardigen van een aanhoudingsbevel of het stellen van voorwaarden bij de invrijheidstelling.
Nu: aanhouding verdachten voor 48 uur
De oplossing ligt volgens de wetgever in een maximale aanhoudingstermijn, zonder tussenkomst van de rechter, van 48 uur. Dit geldt voor ieder misdrijf en er kunnen geen uitzonderingen, zelfs bij wet, ingevoegd worden. Dat laatste valt te verklaren door de verankering in artikel 12 van de Grondwet. De termijn zou ook geen verlenging kunnen krijgen en is ook van toepassing in het kader van een Europees aanhoudingsbevel.
Opmerkelijk: aanvankelijk was het de bedoeling om wel zo’n uitzondering te voorzien. In het geval van een aanhouding in een terreuronderzoek zou de termijn maximaal 72 uur mogen bedragen. Dit werd echter door de Kamer weggestemd, waardoor er ook in terreurdossiers een maximale termijn van 48 uur toepasselijk is.
Evaluatie noodzakelijk
De beroving van de vrijheid is altijd een delicate kwestie. Daarom zullen de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken de toepassing ervan nauwgezet moeten opvolgen. In 2021 zal een omstandig evaluatierapport klaar moeten zijn.
Verder geeft de wetgever ook toe dat lang niet alle politiecommissariaten aangepast zijn om gedetineerden 48 uur vast te houden. Hierover zal de Minister van Binnenlandse Zaken verslag moeten uitbrengen voor 30 juni 2019. Verwacht wordt dat er organisatorische en infrastructurele aanpassingen zullen moeten volgen om ‘waardige detentieomstandigheden’ te kunnen aanbieden. Hiervoor zal ook bijkomend budget moeten worden voorzien.