BoeteGevangenisstrafStraf

Advocaten moeten sneller optreden bij witwasvermoedens

Advocaten spelen een cruciale rol bij het opmerken van witwaspraktijken. Daarom leggen de deontologische regels hen een aantal verplichtingen en beperkingen op. Recent werd de Codex Deontologie Advocaten aangepast en zullen advocaten indien nodig hun tussenkomst moeten stopzetten zonder dat ze hun cliënt op de hoogte mogen brengen.

Wat is witwassen van geld?

Het witwassen van geld is een verzamelnaam voor handelingen die worden gesteld om geldsommen van illegale of criminele herkomst in het legale circuit te brengen. De geldsommen kunnen hun illegaal karakter aan sociale of fiscale fraude ontlenen, maar het kan ook gaan om opbrengsten van drugshandel, wapenhandel, de exploitatie van prostitutie en dergelijke.

Om de illegale herkomst van het geld te verbergen, stelt men tijdens het witwasproces verschillende handelingen. Over het algemeen verloopt het witwasproces in drie fasen:

  • De plaatsing van geld op verschillende locaties en rekeningen (het zogenoemde smurfen) en via verschillende instrumenten;
  • Het versluieren van de herkomst door een aantal verrichtingen te stellen, zoals beursbeleggingen, aankopen en verkopen;
  • De integratie van het geld in het legaal economisch verkeer, bijvoorbeeld door vastgoed aan te kopen of producten aan te schaffen.

Bij het opsporen van witwastransacties spelen een aantal actoren een doorslaggevende rol. Het gaat bijvoorbeeld om kredietinstellingen, maar ook om notarissen en advocaten. Daarom moeten zij ook een aantal regels volgen wanneer ze witwaspraktijken vermoeden.

Advocaat moet stafhouder op de hoogte brengen

Een advocaat is in principe gehouden tot het beroepsgeheim. Dat staat ook zo te lezen in artikel 70, § 1 van de Codex Deontologie Advocaten. Echter, in datzelfde artikel staat ook dat de advocaat bij het uitoefenen van bepaalde activiteiten de stafhouder op de hoogte moet brengen wanneer hij weet of vermoedt dat zijn cliënt verband houdt met het witwassen van geld of met de financiering van terrorisme.

Het gaat in het bijzonder over volgende opdrachten waarbij een witwasvermoeden geldt:

  • De advocaat staat de cliënt bij door verrichtingen uit te voeren of voor te bereiden die verband houden met:
    • Aan- of verkoop van onroerend goed
    • Aan- of verkoop van bedrijven
    • Het beheer van het geld, waardepapieren of andere activa
    • Het openen van bank-, spaar- of effectenrekeningen
    • Het organiseren van de inbreng die noodzakelijk is voor de oprichting, de exploitatie of het beheer van vennootschappen
    • De oprichting, exploitatie of het beheer van trusts, fiducieën, vennootschappen, stichtingen of soortgelijke structuren
  • De advocaat treedt op in naam en voor rekening van de cliënt bij financiële verrichtingen of verrichtingen in onroerend goed.

Advocaat moet tussenkomst stopzetten

Met de wijziging van de Codex Deontologie Advocaten moeten advocaten vanaf 6 juni 2020 rekening houden met nog strengere bepalingen. Zo is nu opgenomen dat de advocaat meteen zijn tussenkomst moet stopzetten wanneer de stafhouder de verklaring van de advocaat aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking overmaakt. De advocaat mag bovendien zijn cliënt niet meedelen waarom hij zijn tussenkomst stopzet.

Enkel wanneer de advocaat de toestemming krijgt van de stafhouder mag hij zijn tussenkomst wel verderzetten. Ook wanneer de melding niet aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking wordt overgedragen, mag de advocaat zijn tussenkomst verderzetten.

Geef een reactie