Sinds 1 juli 2016 voorziet Vlaanderen in een zogenaamde doelgroepvermindering van de werkgeversbijdragen voor oudere werknemers. Hierbij hebben werkgevers die oudere werknemers in loondienst hebben recht op een vermindering van de bijdrage. Er vielen in de praktijk nogal wat mistoestanden te noteren, waardoor de wetgever nu ingrijpt.
Probleemsituatie
Sommige werkgevers sloten een overeenkomst met hun oudere werknemers, waarbij die laatste een deel van zijn of haar loon behield zonder dat hij of zij nog effectief diende te werken. Leuk voor de oudere, maar ook voor de werkgever: die laatste kon blijven genieten van de forfaitaire doelgroepvermindering. In de praktijk gebeurde dus net het omgekeerde van wat het oorspronkelijk doel was van de doelgroepvermindering: ouderen langer aan het werk houden.
Extra voorwaarde: werkelijke arbeidsprestaties
Nu zal er een bijkomende voorwaarde ingevoegd worden voor de toekenning van de doelgroepvermindering: de werkelijk geleverde arbeidsprestaties. Natuurlijk hoeft dat niet het geval te zijn indien de werknemer deze prestaties niet kan uitvoeren en er dus om wettelijke redenen van is vrijgesteld (bv. ziekte of verlof). Praktisch gezegd: er zal geen doelgroepvermindering worden toegekend indien de oudere werknemer geen effectieve arbeidsprestaties heeft geleverd in het desbetreffende kwartaal.
Geen administratieve last
De huidige aangifte zal slechts beknopt worden gewijzigd, waardoor er voor de werkgever geen grote administratieve last bovenop de huidige multifunctionele aangifte komt. Zo zal de werkgever bij iedere kwartaalaangifte gewoon moeten bevestigen dat er ook effectief arbeidsprestaties werden geleverd door de betreffende oudere werknemer.
Dan geeft de werkgever dat toch gewoon aan en laat hij de werknemer nog steeds thuis? Zo eenvoudig zal het niet worden, aangezien de controle vooral zal gebeuren aan de hand van “knipperlichten” en ondernemingsgerichte inspecties. Of dat ook doeltreffend zal zijn, valt natuurlijk af te wachten.