Straf

Bedreigen bij vermogensrechtelijke aanspraken kan afpersing zijn

In een recente zaak oordeelde het Hof van Cassatie dat er ook sprake kan zijn van afpersing wanneer je iemand bedreigt om de teruggave van eigen goederen of gelden te bekomen. Het bestaan van vermogensaanspraken op een ander sluit het misdrijf dan ook niet uit. We leggen uit waarover het gaat en wat het betekent.

Waarover gaat het?

In deze zaak (Cass. 8 september 2020, P.20.0273.N) liep een relatie stuk, wat geen ongewoon fenomeen is. De man wilde ook zijn persoonlijke bezittingen en investeringen in het gezamenlijk bewoonde appartement recupereren. Hij eiste daarom een bedrag van 30.000 euro van zijn ex-partner, die daar niet op in wilde gaan. De man zou daar toen furieus op gereageerd hebben en gezegd hebben dat ze maar beter kon meewerken of dat er “erge dingen zouden gebeuren” en dat “alles in rook zou opgaan”. De ex-partner stortte uiteindelijk 5.500 euro op zijn rekening als dading voor zijn vermogensaanspraken. Maar daarmee was de kous niet af want later moest hij voor de rechtbank verschijnen.

Veroordeling voor afpersing

Het Hof van Beroep van Antwerpen oordeelde op 13 februari 2020 dat er sprake was van afpersing. Volgens het strafwetboek is er sprake van afpersing wanneer iemand wordt bedreigd om zo geld, roerende voorwerpen, kwijtingen enzovoort af te geven.

Art. 470. Met de straffen, bij het artikel 468 bepaald, wordt gestraft alsof hij een diefstal met geweld of bedreiging had gepleegd, hij die met behulp van geweld of bedreiging afperst, hetzij gelden, waarden, roerende voorwerpen, schuldbrieven, biljetten, promessen, kwijtingen, hetzij de ondertekening of de afgifte van enig stuk dat een verbintenis, beschikking of schuldbevrijding inhoudt of teweegbrengt.” (Art. 470 Strafwetboek)

Opdat er sprake zou zijn van afpersing moet er ook sprake zijn van een vorm van bedrieglijk opzet. De dader moet de wil hebben om zich iets onrechtmatig toe te eigenen. Het onderscheidt zich van diefstal omdat het niet wordt afgenomen van een ander en van oplichting omdat er geen list of bedrog wordt gebruikt.

Vermogensmisdrijf kan ook bij een vermogensaanspraak

De ex-man kon niet leven met de veroordeling tot afpersing. Volgens hem kon er helemaal geen sprake zijn van afpersing omdat hij zich helemaal niet iets onrechtmatigs wilde toe-eigenen. Het ging per slot van rekening om zijn eigen bezittingen.

Het Hof van Cassatie volgde zijn redenering niet. Het geeft aan dat deze schuldvordering helemaal niet toebehoort aan de man, maar dat het enkel deel uitmaakt van het vorderingsrecht. Het sluit dus niet uit dat er sprake kan zijn van afpersing. De enige manier om deze schuldvordering hard te maken, is door naar de rechtbank te stappen en een rechter in te schakelen. Het met bedreigingen dwingen tot het betalen van een verschuldigde geldsom kan dus ook gewoon afpersing zijn.

Dat zal bijvoorbeeld ook het geval zijn wanneer jij 500 euro leent aan een goede vriend, hij het maar niet teruggeeft en jij ‘m daarom maar bedreigt dat je “hem anders eens een lesje zal leren”. Hoewel die 500 euro inderdaad moet worden teruggegeven, kan je strafrechtelijk toch voor afpersing worden vervolgd.

Anderzijds mag de loodgieter van wie jij de facturen niet betaalde jou ook niet bedreigen. Ook dat kan dan afpersing zijn. Als hij zijn geld wil zien, moet hij maar naar de rechtbank stappen. Want in België geldt nog steeds een verbod op eigenrichting.

Geef een reactie