De luchtkwaliteit in verschillende Belgische grootsteden is ondermaats. Daarom heeft de Brusselse regering een lage-emissiezone ingevoerd. In deze lage-emissiezone wordt het toegangsrecht van bepaalde voertuigen beperkt om zo het leefmilieu te beschermen tegen luchtverontreiniging. De Raad van State erkende eerder al de bevoegdheid om over zo’n lage-emissiezones te beslissen en nu doet ook het Grondwettelijk Hof dat. Dat is goed nieuws voor enkele Vlaamse steden want onder andere Gent, Hasselt en Mechelen-Willebroek hebben al aangegeven gelijkaardige plannen te hebben.
Geen dubbele belasting
Niet alleen bevestigde het Grondwettelijk Hof de bevoegdheid van de Gewesten, maar bovendien gaf het ook aan dat het vragen van een retributie voor een eenmalige toegang eveneens toegelaten is. Het vormt immers geen dubbele belasting of een administratieve boete, zoals men al eens opperde.
Geen sprake van discriminatie
Hiernaast stelde zich de vraag of de Brusselse lage-emissiezone geen schending van het non-discriminatiebeginsel inhoudt. Bepaalde socio-economisch zwakkere bevolkingsgroepen beschikken immers vaker over oudere en meer vervuilende wagens. Vooral financieel kwetsbaren, minderheden, kwetsbare werknemers en kleinere zelfstandigen zouden het zwaarst worden getroffen, gaf men eerder al aan.
Echter oordeelde het Grondwettelijk Hof dat hier geen sprake is van een onevenredigheid. De Brusselse regering heeft immers geopteerd voor een gefaseerde invoering, heeft overgangsperiodes voorzien, heeft een gedoogperiode voorzien en staat ook een systeem van tijdelijke toegang (mits betaling) toe. Het Grondwettelijk Hof oordeelde dan ook dat er een billijk evenwicht werd gevonden tussen enerzijds de bescherming van het eigendomsrecht en anderzijds het verbeteren van de luchtkwaliteit (doelstelling van algemeen belang).