In een recent arrest deed het Hof van Cassatie uitspraak over de tegenstelbaarheid van ongebruikelijke of buitensporige algemene voorwaarden die enkel op de achterkant van een bestelbon zijn gedrukt en die niet op de voorkant van de bestelbon zijn opgenomen. Het arrest onderstreept hoe belangrijk het is om dergelijke afspraken ook op de voorzijde van zo’n bestelbon te vermelden.
Verbrekingsvergoeding van 30% op bestelde keuken
Bij deze zaak had een consument een keukenbestelling van 29.000 euro geplaatst bij DSM Keukens. De ondertekening van de bestelbon gebeurde in de toonzaal. De consument heeft vervolgens verschillende keren om uitstel gevraagd. Uiteindelijk werd de leveringstermijn met meer dan twee jaar overschreden en vroeg de keukenbouwer om een verbrekingsvergoeding van 8.700 euro.
Op de voorzijde van de destijds ondertekende bestelbon werd namelijk verwezen naar de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden die op de achterzijde zijn geprint. In het tweede artikel van deze algemene voorwaarden staat te lezen dat de klant de overeenkomst enkel kan verbreken mits de betaling van 30% van de overeenkomen totaalprijs, behoudens in het geval van overmacht.
Hof van beroep: consument moet verbrekingsvergoeding niet betalen
Omdat de consument deze verbrekingsvergoeding niet betaalde, kwam de zaak bij het hof van beroep te Antwerpen te liggen. Bovenop de 8.700 euro werden daar ook moratoire interesten gevorderd.
Op 24 maart 2020 deed het hof van beroep te Antwerpen uitspraak in deze zaak. Volgens het hof van beroep diende de fabrikant de koper veel uitdrukkelijker te wijzen op dit beding, net omdat het zo zwaarwichtig is. De loutere verwijzing naar de algemene voorwaarden op de achterzijde volstond volgens het hof niet. De verkoper had bijvoorbeeld op de voorzijde, net boven de plaats van de handtekening, kunnen vermelden dat een annulering zonder overmacht resulteert in een vergoeding van 30% van de prijs. Het hof oordeelt dan ook dat de koper niet gebonden is aan artikel twee van de algemene voorwaarden: de consument moet de vergoeding en de interesten niet betalen.
Hof van Cassatie vindt ook dat vermelding op achterzijde niet volstaat
De keukenbouwer trok daarop naar het Hof van Cassatie dat op 18 juni 2021 uitspraak deed. Het vertrekt van art. VI.2 WER dat in een precontractuele informatieverplichting voorziet. In dit artikel staat te lezen dat een consument gebonden is door een overeenkomst als de onderneming de verkoopsvoorwaarden op een duidelijke en begrijpelijke wijze aan de consument verstrekt. Daarbij dient er rekening te worden gehouden met de door de consument uitgedrukte behoefte naar extra informatie en met redelijk voorzienbare gebruiken.
Volgens het Hof van Cassatie houdt deze verplichting in dat de consument voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomt de redelijke mogelijkheid moet hebben om van deze algemene voorwaarden kennis te nemen. Volgens het Hof van Cassatie is hieraan voldaan wanneer deze voorwaarden zich op de keerzijde van een contractdocument bevinden en er op de voorzijde van het contractdocument naar wordt verwezen.
Toch voegt het Hof van Cassatie hier nog een belangrijke opmerking aan toe. Volgens het Hof van Cassatie houdt dit namelijk ook in dat het niet volstaat om de clausule op de achterzijde te vermelden wanneer het gaat om een voorwaarde die buitensporig of ongebruikelijk is. Op basis hiervan oordeelt het Hof van Cassatie eveneens dat de consument niet gebonden is door artikel 2 van de algemene voorwaarden.