Dossier coronavirusFeaturedIn de persWerk & SociaalWerk en ontslagZiekte en verzorging

Erkenning Covid-19 als beroepsziekte voor personeel gezondheidszorg

Fedris, het Federaal Agentschap voor Beroepsrisico’s, heeft aangegeven dat Covid-19 aan de lijst met beroepsziekten is toegevoegd. Dit wel enkel voor personeel van de gezondheidszorg. Ander personeel kan eventueel nog trachten om aanspraak te maken op een vergoeding via het zogenaamde open systeem, maar de kans op succes is daarbij vrijwel nihil.

Waarom erkenning als beroepsziekte?

Bij een arbeidsongeval is de werkgever in principe aansprakelijk. Gelukkig moet de werkgever zich laten verzekeren en dus zal je een vergoeding krijgen van de verzekeraar. Soms is het echter onmogelijk om de oorzaak bij de werkgever te leggen. Dat zal bijvoorbeeld het geval zijn voor een verpleegkundige die besmet is met SARS-CoV-2. Zo’n verpleegkundige kan vrijwel onmogelijk aantonen waar en wanneer ze de besmetting opliep. Dat kan op het werk zijn, maar het kan evenzeer op de bus of in de winkel gebeurd zijn. Om te voorkomen dat zij door de moeilijke bewijslast geen recht heeft op een vergoeding, werd het systeem van de beroepsziekten uitgevonden.

Lijstensysteem

Het zogenaamde lijstensysteem is de meest gebruikte methode om aanspraak te kunnen maken op een uitkering. Het gaat om een lijst met ziekten die erkend zijn als beroepsziekte en die aanleiding kunnen geven tot schadeloosstelling. Als zo’n ziekte op de lijst staat, hoeft het slachtoffer slechts twee zaken aan te tonen:

  • Het slachtoffer (over)lijdt aan een beroepsziekte die op de lijst voorkomt;
  • Het slachtoffer is gedurende de tewerkstelling blootgesteld aan de oorzaken die tot de beroepsziekte aanleiding kunnen geven.

Door Covid-19 op te nemen in deze lijsten, kunnen gezondheidspersoneelsleden eenvoudig aanspraak maken op een vergoeding van Fedris. Onder andere ambulanciers, personeel in de ziekenhuizen en personeel in andere diensten of verzorgingsinstellingen kunnen zich op de lijstvermelding beroepen.

Open systeem

Wanneer een beroepsziekte niet op de lijst staat, wil dat niet zeggen dat het niet om een beroepsziekte gaat. Er is ook een zogenaamd open systeem voorzien waarbij de bewijslast wel ruimer is. In dat open systeem zou de bewijslast voor het gezondheidspersoneelslid echter te groot zijn. Het slachtoffer of de nabestaanden zouden dan de volgende zaken moeten bewijzen:

  • Dat het om een beroepsziekte gaat
  • Dat het slachtoffer gedurende de tewerkstelling blootgesteld is aan de oorzaken die tot de beroepsziekte aanleiding kunnen geven
  • Dat de ziekte op determinerende en rechtstreekse wijze het gevolg is van de beroepsuitoefening. De beroepsuitoefening mag geen toevallige of uitlokkende rol gespeeld hebben, maar het moet de beslissende doorslag hebben gegeven. Ook mag de kans dat de beroepsziekte zich zonder de beroepsblootstelling zou hebben gemanifesteerd niet verwaarloosbaar klein zijn.

Lijstensysteem is eenvoudigere piste

Door Covid-19 aan de lijst met beroepsziekten toe te voegen, vereenvoudigt de wetgever de bewijslast voor het personeel van de gezondheidszorg. Dat is noodzakelijk, want bij een pandemie is het vrijwel onmogelijk om aan te tonen dat de ziekte op determinerende en rechtstreekse wijze het gevolg is van de beroepsuitoefening omdat het gezondheidspersoneel overal aan het virus kan worden blootgesteld. Door Covid-19 aan de lijst toe te voegen, hebben ze voortaan recht op een uitkering en schadeloosstelling, zelfs als het niet duidelijk is of ze nu op de tram of in het ziekenhuis besmet werden.

Wie niet onder een van de beschermde categorieën valt, kan steeds trachten om via het open systeem alsnog aanspraak te maken op een vergoeding. Op hen rust dan wel een veel grotere bewijslast.

Gevallen van COVID-19 bij personeelsleden die patiënten behandelen of verzorgen en die niet onder een van de genoemde categorieën vallen, kunnen voor erkenning in aanmerking komen als de ziekte in verband kan worden gebracht met een gedocumenteerd professioneel contact met een COVID-19-patiënt.” (Fedris)

In principe zouden ook andere werknemers, zoals het winkelpersoneel, op basis van het open systeem kunnen trachten om aanspraak te maken op een vergoeding. Door de moeilijke bewijslast is de kans op slagen echter nihil.

Wat als gezondheidspersoneel slachtoffer is van Covid-19-beroepsziekte?

Het gezondheidspersoneelslid heeft recht op een volledige terugbetaling van de medische kosten. Eerst is het gezondheidspersoneelslid wel verplicht om het ziekenfonds aan te spreken. Het deel van de kosten (remgeld en niet-terugbetaalbare prestaties) dat het ziekenfonds niet vergoedt, wordt betaald door Fedris.

Bij arbeidsongeschiktheid (tijdelijk of blijvend) wordt er een vergoeding voorzien. Wanneer hulp van derden noodzakelijk is, bijvoorbeeld omdat bepaalde taken niet meer zelfstandig kunnen worden uitgevoerd, krijgt het slachtoffer een bijkomende forfaitaire vergoeding.

Wanneer het gezondheidspersoneelslid aan de gevolgen van Covid-19 zou overlijden, kunnen de nabestaanden aanspraak maken op een rente. De voorwaarden en het bedrag zijn afhankelijk van de relatie met het slachtoffer. Als echtgenoot gaat het bijvoorbeeld om een levenslange rente van 30% van de jaarlijkse bezoldiging van de overledene.

Geef een reactie