De burgerOvereenkomsten

Exoneratiebedingen onder het nieuwe contractenrecht

In overeenkomsten en algemene voorwaarden worden er vaak exoneratiebedingen opgenomen. Met behulp van een exoneratiebeding kan een partij zijn aansprakelijkheid beperken of zelfs volledig uitsluiten. Al sinds 1959 neemt men aan dat dergelijke exoneratiebedingen zelfs geldig zijn voor zware fouten. Per 1 januari 2023, wanneer het nieuwe contractenrecht in werking treedt, wijzigt er het een en ander.

De huidige regels met betrekking tot exoneratiebedingen

Zoals eerder gezegd, wordt al langer aangenomen dat exoneratiebedingen geldig zijn. Ook het exonereren voor zware fouten is mogelijk. Enkel voor opzettelijke fouten is dit niet mogelijk, daarvoor blijft men steeds verantwoordelijk. De aansprakelijkheid uitsluiten voor opzet of grove schuld van hulppersonen is niet mogelijk. Het gaat dan bijvoorbeeld om de opzet of de grove schuld van de onderaannemers. Aanvankelijk gold dit verbod enkel voor B2C-overeenkomsten (art. VI.83, 13° WER), maar later is dit ook uitgebreid voor B2B-verhoudingen (art. VI.91/5 WER).

Nieuwe regels met betrekking tot exoneratiebedingen

Binnen het nieuwe contractenrecht dat volgend jaar in werking treedt, blijven exoneratiebedingen mogelijk. Exoneratie voor eigen opzet en voor opzet van hulppersonen zal niet mogelijk zijn. Exoneratie voor eigen zware fouten en voor zware fouten van hulppersonen zal mogelijk blijven, voor zover men zich niet in een B2B- of B2C-context bevindt.

Verder is in het nieuwe contractenrecht opgenomen dat een exoneratiebeding niet langer geldig is als het beding de schuldenaar van zijn fout of van de fout van een persoon voor wie hij moet instaan bevrijdt, indien deze fout de fysieke integriteit of het leven van een persoon aantast.

Geef een reactie