Het EVRM verplicht de openbaarmaking van vonnissen. In België wordt daar onder andere aan voldaan door het vonnis integraal en openbaar voor te laten lezen in de rechtszaal. Dat staat zelfs in de Grondwet te lezen (artikel 149 Gw.). Een nieuwe Grondwetswijziging schrapt deze verplichting. Toch gaat de verplichte voorlezing nog niet helemaal op de schop.
De (on)zin van het verplicht voorlezen van het vonnis in de rechtszaal
Tot op heden worden vonnissen integraal voorgelezen. De maatregel is in tijden van digitalisering echter al langer voorbijgestreefd. Het nut van zo’n voorlezing is vandaag de dag dan ook beperkt. Soms moest men het vonnis zelfs aan een lege rechtszaal voorlezen. Niet alleen voor journalisten en rechtszoekenden was het verplicht voorlezen van het vonnis al lang niet meer interessant, ook magistraten ervoeren een nodeloze werkbelasting. En dat in tijden van overbelasting en gerechtelijke achterstanden.
Het voorlezen van het vonnis is heel vaak een formaliteit, die veel moeite kost. Ik heb net nog een vonnis gezien van 240 bladzijden, ook dat moet dan worden voorgelezen. Dat is niet meer efficiënt.” (Dominique Matthys, advocaat aan de balie van Gent, zoals verschenen in De Morgen op 2 augustus 2017)
Dat de verplichte voorlezing in gekke toestanden kan resulteren, bewijst onder andere de zaak Lernout & Hauspie. Toen telde het arrest van het Gentse Hof van Beroep zo’n 2.100 pagina’s. Het voorlezen daarvan zou zo’n twee weken hebben geduurd. Het Hof van Cassatie besliste daarop dat een gedeeltelijke voorlezing in combinatie met een online publicatie volstond. Een precedent is er dus al.
Anderzijds moet ook worden gezegd dat het voorlezen van het vonnis in de rechtszaal ook niet helemaal onzinnig is. In een democratische rechtsstaat staat de rechtspraak nu eenmaal onder controle van het publiek. Het voorlezen van het vonnis schept een minimale garantie in tijden waar digitale oplossingen zouden kunnen falen. Bovendien geeft het advocaten de mogelijkheid om sneller te kunnen overwegen om al dan niet beroep aan te tekenen. En met de trage digitalisering is het maar de vraag of men bij Justitie dan wel nog snel genoeg kan schakelen.
Openbaarmaking blijft wel verplicht
Hoewel de Grondwet het integraal voorlezen niet langer verplicht, staat er nu in de Grondwet te lezen dat het de wetgever is die mag bepalen hoe men de vonnissen openbaar dient te maken. Het is met andere woorden de wetgever die moet beslissen of hij het voorlezen al dan niet nog opportuun vindt. De eerste wetgevende initiatieven zijn intussen al genomen en men verwacht dat de nieuwe regels vanaf 1 september 2020 in werking zullen treden. Momenteel is het nog wachten op de publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Overigens heeft men in de Grondwet ook één uitzondering ingeschreven. In strafzaken zal de rechter altijd minimaal het beschikkend gedeelte in een openbare terechtzitting moeten uitspreken. Hiervan kan de wetgever niet afwijken.