In de persInternationaalOuderen en pensioenWerk & Sociaal

Happy naar je werk op je 66ste: kan het ook echt?

In 2025 wordt de wettelijke pensioenleeftijd opgetrokken tot 66 jaar. Verwacht wordt dat diezelfde pensioenleeftijd in 2030 andermaal zal worden opgetrokken. Dat de vergrijzing ons verplicht om langer te werken, daar twijfelt niemand nog aan. Toch stroken die cijfers lang niet met de realiteit. Van de in totaal ruim 2 miljoen Belgische werknemers die momenteel een pensioen ontvangen, zijn er zelfs 122.062 (6%) jonger dan 63 jaar (minimumleeftijd 2018). Enkel de hogere levensverwachting tempert dat cijfer, want met een gemiddelde effectieve pensioenleeftijd van 59,7 (vrouwen) en 61,3 jaar (mannen) scoren we in België zelfs het slechtste van alle OESO-landen. Laat staan dat we zomaar doorwerken tot na ons zesenzestigste…

Maar dat het kan, staat buiten kijf. Dat bewijst onder andere de zesenzestigjarige Sno Setropawiro, nog steeds een gemotiveerd werknemer bij het Alphense bedrijf Chan’s. Zijn verhaal, zoals het verscheen in het Alphens Nieuwsblad, inspireerde ons om even een vergelijking te maken tussen de praktische situatie in Nederland en België, uiteraard vanuit een juridisch oogpunt.

Het verhaal van Sno die weigert met pensioen te gaan

Sno Setropawiro is het langst werkende personeelslid bij het Alphense bedrijf Chan’s, een Nederlandse importeerder en producent van levensmiddelen voor retailers en groothandelaars. Iedere dag opnieuw komt Sno speciaal van Amsterdam en dat intussen al ruim vijftien jaar lang. Nu hij zijn zesenzestigste verjaardag heeft bereikt, lijkt hij nog niet aan stoppen te denken.

Ook Winooht Raghoober, de eigenaar van Chan’s, heeft enkel lof voor hem:

Het is een plezier om met Sno te werken en we hopen dat we nog heel lang van hem kunnen genieten. Hij kan elk moment met pensioen, maar van ons hoeft hij nergens heen.”

Dat laatste hoeft zelfs niet eens te verbazen: met een nieuwe Syrische foodlijn is het bedrijf naarstig op zoek naar nieuwe collega’s voor Sno. Jarenlange ervaring lijken ze er dan ook te appreciëren.

Sno Setropawiro geniet van zijn verjaardagsfeest.

Werken tot na de pensioenleeftijd: het blijkt niet voor iedereen te zijn weggelegd. Maar is het verhaal van Sno wel zo bijzonder? Is blijven doorwerken in Nederland dan niet interessanter dan in België? Wij maken de vergelijking.

In België doorwerken na de pensioenleeftijd

Met ongeveer 3.000 zijn ze, de Belgen die ook na hun pensioenleeftijd blijven doorwerken. Een vrij beperkt cijfer en dat mag ook niet verbazen. Doorwerken na de pensioenleeftijd is in België immers niet zonder risico.

Het grote voordeel is daarentegen dat je wel het pensioen kan verhogen door aan het aantal loopbaanjaren te komen of door de minder voordelige loopbaanjaren weg te werken. De keerzijde van de medaille is echter dat je geen sociale bescherming meer geniet: geen werkloosheidsuitkering, geen uitkering van het RIZIV, … Dat is bijvoorbeeld ook het geval bij een periode van tijdelijke werkloosheid.

Wie langdurig ziek wordt, zal er met andere woorden goed aan doen om toch meteen het pensioen aan te vragen. Verder zijn er ook een aantal specifieke nadelen, afhankelijk van de sector waarin je actief bent. Een bouwvakker zal zich bijvoorbeeld niet meer op het vorstverlet kunnen beroepen. Ook het feit dat gepensioneerden tegenwoordig tot een bepaald bedrag kunnen bijverdienen, zorgt ervoor dat maar weinig Belgen na hun pensioenleeftijd op een klassieke manier blijven verder werken. Zij zien bijvoorbeeld eindelijk opties om van hun hobby hun job te maken, terwijl ze toch van de zekerheid van een pensioen genieten.

Pensioen en bijverdienen

In België mag je als gepensioneerde wel blijven bijverdienen. Indien de gepensioneerde een overgangsuitkering krijgt, ouder is dan 65 jaar of een loopbaan van minimaal 45 jaar kan aantonen, mag de gepensioneerde onbeperkt bijverdienen. Is de leeftijd van 65 nog niet bereikt en kan de gepensioneerde onvoldoende loopbaanjaren aantonen? Dan moet de gepensioneerde zijn inkomsten beperken en de activiteiten aangeven. De grenzen zijn hierbij afhankelijk van de situatie waarin men zich bevindt. Wie bijvoorbeeld jonger is dan 65 jaar en alleen over een overlevingspensioen beschikt, mag tot 23.346 euro bijverdienen als werknemer. Als zelfstandige is dat cijfer dan weer beperkt tot 18.677 euro (cijfers 2018).

Het maakt het allemaal vrij ingewikkeld, maar toch zorgt de gepensioneerde er maar beter voor dat hij die grens niet overtreft. Bij een overschrijding met minder dan 100% zal men immers het pensioen met een gelijk percentage verminderen, terwijl een overschrijding met meer dan 100% zal resulteren in een schorsing van het pensioen voor het volledige kalenderjaar. Voor de huwelijkspartner van een gepensioneerde met een gezinspensioen mag er tot slot helemaal geen overschrijding zijn, anders wordt het gezinspensioen teruggebracht tot dat van een alleenstaande.

In Nederland doorwerken na de AOW-leeftijd

Ook in Nederland is doorwerken tot na de AOW-leeftijd niet eenvoudig. Zo moet je mogelijks een nieuw arbeidscontract afsluiten. Dat is bijvoorbeeld het geval indien doorwerken tot na de AOW-leeftijd niet automatisch is toegestaan in de cao of in de arbeidsovereenkomst. In het andere geval eindigt het contract immers van rechtswege. In zo’n geval maak je maar beter nieuwe afspraken die in een nieuw arbeidscontract worden gegoten. Dat is ook wat Sno gedaan heeft met zijn werkgever: hij tekende recent een nieuw contract om nog even verder te gaan.

Vervolgens moeten AOW-gerechtigden en hun werkgever rekening houden met de zogenoemde ketenbepaling. Zo zal de AOW-gerechtigde in maximaal vier jaar via maximaal zes tijdelijke arbeidsovereenkomsten mogen werken, anders wordt dat automatisch een vast contract.

Sociaalrechtelijke gevolgen van doorwerken na de AOW-leeftijd

Op sociaal vlak is doorwerken na de AOW-leeftijd iets interessanter dan in België. Toch is er ook hier sprake van enkele beperkingen en nadelen. Zo geniet de AOW-gerechtigde bij ziekte maximaal dertien weken doorbetaling van het loon. Ook hoeft de werkgever geen plan van aanpak voor re-integratie op te stellen. Wat dan wel weer identiek blijft, is het recht op minimumloon en op minimumvakantiebijslag. Vraagt de AOW-gerechtigde een uitbreiding of vermindering van het aantal arbeidsuren aan? Dan hoeft de werkgever daar niet automatisch op in te gaan.

Anderzijds zijn er ook een aantal voordelen verbonden aan de verdere tewerkstelling na de AOW-leeftijd. Zo hoeft de werkgever geen premies meer te betalen voor de WAO, de WIA, de Ziektewet en de Werkloosheid. Dat is ook logisch: de AOW-gerechtigde geniet geen verzekering meer tegen werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. Wel kan de AOW-gerechtigde nog steeds beroep doen op ziekengeld, hoewel de werkgever hiervoor geen premie meer hoeft te betalen. Het is immers het UWV die de kosten van deze uitkering bij de werkgever zal verhalen.

Gewoon ontvangen van uitkeringen bij doorwerken na de AOW-leeftijd

Tot slot is er uiteraard het financiële plaatje. Vanaf het moment van het bereiken van de AOW-leeftijd ontvangt de gerechtigde de uitkering. Het inkomen heeft hierop geen gevolgen en ook een aanvullend pensioen zal de uitkering niet verminderen.

Happy naar het werk op je 66’ste: het kan ook echt…

Zowel in België als in Nederland is doorwerken na de pensioenleeftijd niet vanzelfsprekend. Vooral op sociaalrechtelijk vallen er immers heel wat beperkingen te noteren. Anderzijds geniet men in Nederland gewoon van een AOW-uitkering, terwijl dat in België bij het klassieke doorwerken niet het geval is. Natuurlijk kan het wel in het kader van bijverdienen na het pensioen, maar ook hier zijn een aantal voorwaarden en beperkingen aan verbonden.

Zowel vanuit de Belgische als de Nederlandse bril is het bewonderenswaardig dat iemand na de pensioen-/AOW-leeftijd gewoon blijft doorwerken. De werkgever hoeft daar immers niet altijd mee akkoord te gaan. Een goede relatie met de werkgever hoort dan ook centraal te staan, anders wordt het wel heel moeilijk. Het feit dat Sno voor zijn verjaardag nog een heerlijke taart en een leuk feest kreeg, kan dat laatste gelukkig beamen.

De taart die Sno van zijn werkgever (Chan’s) kreeg

Dat je happy naar je werk kan gaan op je zesenzestigste, bewijst Sno als geen ander. Maar misschien is het toch meer het gevolg van zijn eigen ingesteldheid en van de inspanningen die Chan’s levert om waardevolle personeelsleden aan boord te houden. We verkeren nu eenmaal in een tijd waarin veel 50- en 60-plussers zonder werk komen te zitten. Bij Chan’s krijgen ze duidelijk een nieuwe kans.

Wat er ook van moge zijn: laten we afronden met een welgemeende felicitatie.

Ook van ons een gelukkige verjaardag, Sno! Geniet ervan.

Sno viert zijn verjaardag op het werk.

Geef een reactie