Economie

Hoe komt het dat dezelfde merknamen naast elkaar kunnen bestaan?

Lotus is een merk van koekjes en gebakjes. Lotus is ook een Britse sportwagenfabrikant. En Lotus is een merk van toiletpapier. Vooruit is een politieke partij. En vooruit is ook de naam van een historisch zalencomplex in Gent. Hoewel er vaak over merknamen wordt getwist, kunnen merknamen dus ook naast elkaar bestaan. En dat is volstrekt normaal.

Merknamen geven maar een beperkte bescherming

Het gebruik van identieke merknamen is niet zo bijzonder. Bij het registreren van een merk is het namelijk zo dat men moet kiezen voor welke waren en diensten de bescherming wordt vastgelegd. Hierdoor kunnen verschillende bedrijven voor andere waren en diensten net dezelfde merknaam gebruiken. Het hoeft daarbij ook niet te gaan om hun bedrijfsnaam, want de maatschappelijke naam en de geregistreerde merknaam hoeven niet identiek te zijn. Coca-Cola is bijvoorbeeld een merknaam van The Coca-Cola Company en Het Laatste Nieuws is dan weer een merknaam van DPG Media.

Het lijkt misschien een goed idee om meteen veel waren en diensten te claimen, maar zo eenvoudig is het niet. Het risico op conflicten met andere merken neemt namelijk toe en bovendien zijn er ook meer waren en diensten waarop men tegen merkinbreuken moet ingrijpen en waar men dus moet monitoren. Wel is het belangrijk om toekomstgericht te denken. Voor wie nu bijvoorbeeld snoepjes produceert, kan het nuttig zijn om ook alvast na te denken over de bescherming van de merknaam voor ijsjes.

Co-existentieovereenkomst kan rechtszekerheid bieden

Dat merknamen naast elkaar bestaan, hoeft dus geen probleem te zijn. De consument gaat uiteindelijk ook niet naar een sportwagen op zoek in de koekjeswinkel en er is dus geen sprake van verwarring.

Er hoeft tussen de verschillende producenten zelfs niks te worden geregeld, op voorwaarde dat ze zich allen houden bij de waren en diensten die ze claimden. Wanneer er echter raakvlakken zijn, is dat anders. Toch hoeft dat evenmin een ramp te zijn: merkhouders kunnen namelijk onderling afspreken om hun merken naast elkaar te laten bestaan.

Daarvoor stellen ze dan een zogenaamde co-existentieovereenkomst op. Hierbij geven de partijen aan dat ze de geldigheid van het gebruik van het merk binnen bepaalde afspraken niet zullen betwisten. Hierover kunnen de meest uiteenlopende afspraken worden gemaakt. Het gebruik kan dan beperkt worden tot bepaalde activiteiten of tot een bepaald territorium. Ook andere afspraken zijn mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan de verplichting om steeds het logo erbij te plaatsen zodat er zeker geen verwarring kan ontstaan. De partijen kunnen zelfs een financiële vergoeding aan het gebruik koppelen.

Het grote voordeel van zo’n co-existentieovereenkomst is de rechtszekerheid. De partijen kunnen de merknamen gebruiken zonder juridische conflicten te vrezen. Het nadeel is dan weer dat een co-existentieovereenkomst beperkingen oplegt, wat dan weer spijtig is als men na verloop van tijd andere markten wil verkennen. Ten slotte kan zo’n co-existentieovereenkomsten ook problemen opleveren met het mededingingsrecht.

Geef een reactie