Veel ondernemingen kampen door de coronacrisis en de aansluitende maatregelen met liquiditeits- en cashflowproblemen. Daarom komt de overheid nu met twee btw-wijzigingen om hen tegemoet te komen. Het nieuwe KB dat hierin voorziet, is op 1 april in werking getreden en heeft al meteen gevolgen voor zowel maand- als kwartaalaangevers.
Geen decembervoorschot
Enerzijds schaft het KB het decembervoorschot af. Normaal gezien moeten ondernemers die kwartaal- of maandaangiften indienen de btw van het laatste aangiftetijdvak (december of het vierde kwartaal) al eerder voldoen. De ondernemer heeft daarbij de keuze tussen het betalen van het verschuldigde btw-bedrag op basis van wat effectief verschuldigd is tot 20 december of op basis van het btw-bedrag van de volledige vorige periode (bv. het derde kwartaal bij kwartaalaangevers).
Dit decembervoorschot heeft geen ander doel dan ervoor te zorgen dat de overheid op korte termijn voldoende liquide middelen heeft, maar het zou nogal te gortig zijn om die middelen in deze tijden bij de ondernemers te gaan zoeken. Daarom schaft het KB van 29 maart 2021 het alvast af. In de praktijk zorgt dit er ook voor dat het vak 91 in de btw-aangifte verdwijnt.
Lagere drempels voor de btw-teruggaaf
Een tweede punt waarop de overheid ingrijpt, is deze van de teruggaaf van btw-tegoeden. Als een ondernemer btw verschuldigd is, moet hij dit namelijk steeds snel betalen. Wanneer de overheid echter btw moet teruggeven, gelden er allerlei drempels.
Zo hebben ondernemers maar vier keer in het jaar de kans om zelf een teruggave te vragen, zijnde eenmaal per kwartaal. Bij de eerste drie kwartalen moet het opgebouwde tegoed al 615 euro bedragen bij kwartaalaangevers en 1.485 euro bij maandaangevers. In het laatste kwartaal stelt de overheid zich soepeler op en betaalt het al uit vanaf een tegoed van 245 euro.
Het bedrag van 245 euro wordt nu verlaagd naar 50 euro. De drempels van 615 euro en 1.485 euro worden dan weer verlaagd naar 400 euro. Er wordt dus geen onderscheid meer gemaakt tussen kwartaal- en maandaangevers.
Deze maatregelen traden op 1 april in werking en zijn geen misplaatste grap. Dit wil dus zeggen dat btw-plichtigen al in hun aangifte voor het eerste kwartaal een beroep kunnen doen op de lagere drempels.