De federale regering kondigde aan dat het flexibiliteitsmaatregelen treft ten aanzien van overheidsopdrachten. Veel uitvoerders denken hierdoor dat zij ook geen sancties hoeven te vrezen wanneer ze door de coronapandemie hun verbintenissen niet (tijdig) kunnen uitvoeren. Toch kijk je maar beter even na wie de aanbestedende overheid is.
Flexibiliteitsmaatregel voor overheidsopdrachten
Een aanbestedende overheid kan op verschillende manieren sancties ondernemen wanneer een aannemer in gebreke blijft. Het gaat met name om eenmalige straffen, ambtshalve maatregelen (bv. verbreking van de opdracht) en vertragingsboetes. Door de coronapandemie dreigen veel aannemers echter in de problemen te komen. Om de aannemers tegemoet te komen heeft de federale regering aangegeven dat ze een aantal flexibiliteitsmaatregelen treffen. In de praktijk komt het erop neer dat dat wanneer de vertraging of niet-uitvoering te wijten is aan de coronapandemie, ongeacht of al dan niet voldaan is aan de overmachtseisen, de Belgische Staat geen sancties zal opleggen. Begin dus alvast de nodige bewijzen te verzamelen.
Onthoud wel dat het hier enkel gaat om de Belgische Staat en dus ook enkel om overheidsopdrachten die door federale aanbesteders zijn geplaatst. Voor aannemers van andere aanbestedende overheden blijft het dus een zaak om na te gaan of zij zich kunnen beroepen op de regeling omtrent onvoorziene omstandigheden om sancties te ontlopen. Daarvoor ondernemen ze maar beter snel actie.
Coronapandemie als onvoorzienbare omstandigheid
De opdrachtdocumenten bevatten een herzieningsclausule die het mogelijk maakt om de lopende overheidsopdracht te herzien. Het KB van 14 januari 2013 geeft echter aan dat de opdrachtnemer zich slechts op de herzieningsclausule kan beroepen indien “hij kan aantonen dat de herziening noodzakelijk is geworden door omstandigheden die redelijkerwijze niet voorzienbaar waren bij de indiening van zijn offerte, die niet konden worden ontweken en waarvan de gevolgen niet konden worden verholpen niettegenstaande hij al het nodige daartoe heeft gedaan.” Het gaat in de praktijk om omstandigheden die ruimer zijn dan de strikte interpretatie van overmacht. Voor veel aannemers zal de herzieningsclausule dan ook een uitweg bieden.
Deze aannemers moeten dan wel rekening houden met de kennisgevingsverplichting:
- De opdrachtnemer is verplicht om zo spoedig mogelijk de aanbesteder op de hoogte te brengen
- Dit moet in elk geval gebeuren binnen 30 dagen na het ontstaan van de omstandigheden of na het moment waarop ze er normaal gesproken kennis van hadden moeten hebben
- De melding moet schriftelijk gebeuren
- De melding moet bondig aangeven hoe de omstandigheden invloed hebben of kunnen hebben op het verloop van de werken of de kostprijs van de werken
Wanneer de termijn van 30 dagen niet wordt gerespecteerd, vervalt het recht om zich op de herzieningsclausule te beroepen. Bovendien is het belangrijk om heel nauwgezet te werk te gaan om te voorkomen dat je bepaalde omstandigheden of beïnvloedingsfactoren later niet meer kan inroepen.
Wanneer het niet om federale overheidsopdrachten gaat, is het in elk geval heel belangrijk om tijdig actie te ondernemen.