De burgerLeven & Wonen

Rechtbank Eerste aanleg: ongevalvrij is niet gelijk aan schadevrij

De rechtbank van eerste aanleg te Gent moest recent een uitspraak doen over een koopovereenkomst van een tweedehandse auto, tussen een consument en een professionele verkoopster. In de overeenkomst stond een beding die stelde dat de wagen “ongevalvrij” zou zijn. Nadat de koper de wagen in zijn bezit had, betwijfelde hij dat echter. Verkoopster geeft aan niet te weten van een ongeval, maar geeft wel toe dat de wagen schade zou hebben opgelopen die inderdaad ooit herstelt werd. Rest de vraag: is ongevalvrij ook gelijk aan schadevrij, indien de oorzaak van de schade niet gekend is? De rechtbank deed uitspraak.

De zaak

In 2011 kocht een man een tweedehandswagen van een professionele verkoper: 27.500 euro voor een tweedehandse Mercedes C200. De verkoopster gaf aan dat de Mercedes C200 ongevalvrij was Toen de man de auto aan een eerste poetsbeurt onderwierp, stelde hij echter vast dat de Mercedes her en der herspoten was. Volgens hem was de wagen helemaal niet ongevalvrij en gebeurden de herstellingswerken bovendien erg onzorgvuldig.

De verkoopster betwist echter dat het voertuig betrokken was in een ongeval. Zij haalt aan dat het voertuig inderdaad eens werd herspoten en dat dit onzorgvuldig gebeurde, maar dat dit niet het gevolg was van een ongeval. Meer zelfs: die onzorgvuldige spuitbeurt zou bij de aankoop al duidelijk zichtbaar geweest zijn en de man zou de wagen gekocht hebben “in de toestand waarin het zich bevond”. Bovendien zou de verkoopster voor de levering van het voertuig aangegeven hebben dat het voertuig deels herspoten werd.

Er werd een deskundige aangesteld om te bepalen of de Mercedes nu al dan niet ongevalvrij was.

Wat zei de deskundige?

De gerechtsdeskundige haalde aan dat hij de oorsprong van de schade niet kon achterhalen. Wel zou de schade het gevolg zijn van een impact, zonder dat geweten is wat die impact veroorzaakt heeft. De schade kan ontstaan zijn door de impact van een ander voertuig, maar evenzeer door slecht weer of een neervallende tak of ander voorwerp.

Anderzijds doet die vraag niet terzake. Een voertuig dat “ongevalvrij is” moet omschreven worden als “een voertuig dat niet is betrokken in een ongeval”. Onder het woord “ongeval” wordt verstaan: “een plotselinge, onverwacht en extern inwerkend geweld op een voertuig als gevolg waarvan schade ontstaat aan dit voertuig”. Het feit of de schade al dan niet ontstaan is ten gevolge van een impact door een andere wagen of door louter toeval, doet hier met andere woorden niet ter zake. De rechter besluit dat het voertuig niet ongevalvrij is op het moment van de aankoop.

Wat besliste de rechter?

De rechter haalde in eerste instantie aan dat het voertuig niet in overeenstemming was met de door de verkoopster gegeven beschrijving. Het was immers niet ongevalvrij op het ogenblik van de koop ervan. De verkoopster heeft met andere woorden niet voldaan aan haar contractuele leveringsplicht en beging een zogenaamde contractuele wanprestatie.

Het feit dat de verkoopster had aangegeven dat het voertuig deels herspoten werd en dat de consument-koper het voertuig aanvaarde in de staat waarin het zich bevond, toont niet aan dat de koper ook kennis had van het feit dat de wagen niet-ongevalvrij was. De verkoopster wordt in het ongelijk gesteld.

De rechter beslist dat een herstelling niet mogelijk is, aangezien een herstelling het voertuig enkel schadevrij kan maken en niet ongevalvrij. Ook een vervanging lijkt niet mogelijk gelet op het unieke tweedehands karakter van het voertuig. De rechter beslist dat de verkoopovereenkomst wordt ontbonden.

En wat nu?

De consument-koper moet de Mercedes C200 teruggeven aan de verkoopster. De verkoopster moet de aankoopprijs van 27.500 euro teruggeven aan de koper. Wel houdt de rechter er rekening mee dat de consument-koper de wagen tot op de dag van de uitspraak 1825 dagen heeft kunnen gebruiken. Voor die gebruiksperiode wordt de terug te geven som vermindert met 1 euro per dag, oftewel 1.825 euro. Anderzijds zal de verkoopster een schadevergoeding van 1.000 euro dienen te betalen, die de morele kosten voor het heen-en-weergeloop en de vervanging van een omwentelingssensor moet dekken. De consument-koper zal met andere woorden 26.675 euro terugkrijgen. De verkoopster komt opnieuw in het bezit van de wagen.

Wat moet je onthouden?

Als je een tweedehands wagen koopt van een professionele verkoper die belooft dat de wagen ongevalvrij is, dan moet de wagen ook effectief vrij zijn van ieder schadeverleden ten gevolge van een ‘ongeval’. Bij zo’n “ongeval” hoeft geen andere wagen of weggebruiker betrokken te zijn.  Ongevalvrij is hierbij niet hetzelfde als schadevrij.

Verkopers gebruiken graag het woord “ongevalvrij” omdat ze in dat geval niet beloven dat de wagen schadevrij is. Schade door bijvoorbeeld gewoon gebruik, we denken bijvoorbeeld aan slijtage door het veelvuldig openen en sluiten van de kofferbak, valt dan niet onder dat begrip.

Toch kan het gebeuren dat het begrip ‘ongevalvrij’ voor de verkoper net minder gunstig is: hij kan misschien wel een ‘schadevrije’ wagen leveren, maar de historie van de wagen kan hij niet veranderen. Ongevalvrij gaat in sommige gevallen dan ook verder dan het begrip ‘schadevrij’.

Geef een reactie