In stedelijke zwembaden over het gehele land zijn kledijvoorschriften opgelegd. De discussie gaat hierbij al lang niet meer over lange of korte shorts, maar gaat steeds vaker over de boerkini. Steeds vaker leggen zwembaden een verbod op boerkini’s op. Maar is zo’n verbod nog wel rechtsgeldig? Twee recente uitspraken tonen aan dat de discussie ook juridisch niet eenvoudig is.
Boerkiniverbod in Gent is onwettig
Midden juli had de rechter beslist dat het boerkiniverbod in Gent ongeldig was. Daar werd het boerkiniverbod opgelegd omwille van zowel veiligheids- als hygiënische redenen. De Gentse rechtbank oordeelde dat zoiets niet zomaar kon. Alles heeft uiteraard te maken met de discriminatie op basis van geloof. Advocaat Joos Roets gaf in De Standaard eerder dit jaar aan dat de aangeklaagde zwembadreglementen het onderscheid dan ook onvoldoende zouden verantwoorden.
Eerdere wetenschappelijke studies gaven dan ook aan dat er zich op vlak van hygiëne weinig problemen stellen. De rechter baseerde zich bovendien op het advies van het Agentschap Zorg en Gezondheid dat in de boerkini maar weinig problemen zag. Dan valt zo’n verbod inderdaad maar moeilijk te verantwoorden.
Boerkiniverbod houdt wel stand in Antwerpen
In Antwerpen heeft de rechtbank van eerste aanleg de stad Antwerpen nu wel in het gelijk gesteld. Hier oordeelde de rechter dat een boerkini wel degelijk een veiligheidsrisico inhoudt en dat dit voldoende is om een verbod te rechtvaardigen. Men verplaatste de focus van “onhygiënisch” dus naar “onveilig”.
De rechter oordeelde dat een tuniek met daaraan een hoofddoek genaaid en een leggingsbroek veiligheidsproblemen inhoudt omdat er geen visuele controle mogelijk, de niet-aansluitende kledij aan obstakels kan blijven vasthaken en een en ander het werk van redders zou bemoeilijken. Dit maakte het kledijvoorschrift van het zwembad volgens de rechter passend en noodzakelijk.
Conclusie: veiligheidsprobleem kan boerkiniverbod rechtvaardigen
In de praktijk is het boerkiniverbod er meestal één geïnspireerd op levensovertuigingen. Dat bewees ook Fons Duchateau (N-VA en schepen te Antwerpen), op Facebook:
Het ergste wat ons kan overkomen is dat een symbool van onderdrukking standaard wordt in onze zwembaden. Dit gaat niet om een kledingstuk. Het gaat ook niet over hygiënische voorschriften. Dit debat gaat zelfs niet over zwemmen. Het gaat om mensen die lak hebben aan gelijkheid en discriminatie van de vrouw zo vanzelfsprekend vinden, dat ze iedere vorm van emancipatie een bedreiging vinden van hun vrijheid.”
Deze argumenten zijn echter onvoldoende om een boerkiniverbod te rechtvaardigen en ruiken ook gewoon naar discriminatie. Ook “hygiëne” volstaat volgens de wetenschappelijke lectuur niet.
Een boerkiniverbod kan echter wel standhouden indien er sprake is van een onveilige situatie. Het reglement zal het verbod ook voldoende moeten verantwoorden en het in veiligheidstermen moeten omschrijven. Het is dan ook aan de producenten ervan om een variant op de markt te brengen die niet kan vasthaken, het werk van redders niet kan bemoeilijken en bovendien ook visuele controle toestaat. Of er dan nog wel sprake is van een boerkini, is een andere vraag.
Ongeacht de mening van Fons Duchateau zijn veiligheidsoverwegingen klaarblijkelijk de beste manier om boerkini’s uit het zwembad te weren. Of wachten we toch nog even op het beroep dat de Stad Gent tegen de eerdere uitspraak heeft ingesteld? Zoals steeds zal de rechtspraak duidelijkheid brengen.
