Wanneer iemand onder elektronisch toezicht wordt geplaatst, kunnen er zich verschillende onverwachte situaties voordoen. En dan is het belangrijk dat het duidelijk is wat de consequenties zijn. De zogenoemde Wet op de Voorlopige Hechtenis schept dan ook duidelijkheid en geeft aan dat de tenuitvoerlegging eventueel ook in de gevangenis kan worden verdergezet indien de verderzetting niet langer mogelijk is.
Verderzetting technisch onmogelijk
In sommige gevallen kan het technisch onmogelijk worden om de voorlopige hechtenis onder elektronisch toezicht verder te zetten. Denk bijvoorbeeld aan een verhuurder die het huurcontract verbreekt of aan een incident waardoor het pand niet langer bewoonbaar is. De Wet op de Voorlopige Hechtenis geeft aan dat de onderzoeksrechter dan kan beslissen dat de tenuitvoerlegging in de gevangenis wordt verdergezet.
Verdachte tracht te ontsnappen
Het gaat echter niet altijd om factoren buiten de wil van de verdachte. Zo kan de verdachte bijvoorbeeld de opgelegde voorwaarden niet naleven of kan hij (pogen te) ontsnappen. Ook in zo’n geval kan de hechtenis onder elektronisch toezicht niet langer worden voortgezet.
Ook in dergelijke gevallen kan de Procureur des Konings bevelen om de voorlopige hechtenis in de gevangenis verder te zetten. De Procureur des Konings zal de onderzoeksrechter onmiddellijk op de hoogte brengen van deze beslissing. De onderzoeksrechter beschikt vervolgens over een termijn van 5 werkdagen om uitspraak te doen. Hierbij zullen de verdachte en diens advocaat worden gehoord.