België is niet alleen het land van het bier en de files, maar is ook het land van de wielerliefhebbers. Nationale helden als Eddy Merckx, Roger De Vlaeminck en Tom Boonen hebben veel Belgen geïnspireerd. Tot op vandaag is wielrennen een enorm populaire sport in ons land. Weet wel dat je bij het gebruik van een koers- of racefiets rekening moet houden met een aantal wettelijke regels en verplichtingen.
Verplichte fietsuitrusting bij een racefiets
In België is de verplichte fietsuitrusting afhankelijk van het type fiets. De regels voor een terreinfiets zijn bijvoorbeeld anders dan voor een kinderfiets. Ook voor een racefiets zijn er specifieke regels. Opdat er sprake zou zijn van een racefiets moet de fiets over een racestuur beschikken, mag het geen bagagedrager hebben en mag de banddikte niet meer dan 2,5 cm bedragen. Indien er niet aan deze voorwaarden is voldaan, gelden de regels die van toepassing zijn op een gewone fiets.
Bij een koersfiets is het verplicht om over een bel te beschikken. Deze bel dient hoorbaar te zijn tot op 20 meter. Daarnaast moet de koersfiets remmen hebben die goed functioneren. Zowel een voor- als een achterrem is verplicht. Houd hier rekening mee als je een racefiets koopt. Ga je bijvoorbeeld racefietsen direct bestellen bij een online aanbieder als Bikester, dan worden deze vaak zonder een fietsbel geleverd. Een fietsbel dien je dan nog zelf aan te schaffen en op de fiets te monteren. Veel producenten weigeren ostentatief om een fietsbel op hun koersfiets te monteren, maar fietsbellen kan je gelukkig ook afzonderlijk kopen bij Bikester.
Lichten en reflectoren zijn in principe niet verplicht, maar zijn wel aan te raden. Enkel wanneer het donker is en de zichtbaarheid minder dan 200 meter bedraagt, zijn ze wel verplicht. Als de fiets een of meerdere spatborden heeft, moet het hoe dan ook zijn uitgerust met een witte reflector vooraan en een rode reflector achteraan.
Verkeersregels bij het gebruik van een koersfiets
Als fietser moet je je aan de verkeersregels houden, ongeacht het type fiets dat je gebruikt. Als er een fietspad is en het fietspad berijdbaar is, moet je op het fietspad rijden. Daarbij dien je uiteraard rekening te houden met de verkeersborden en de wegmarkeringen:
- Twee evenwijdige witte strepen: fietsers mogen enkel op het fietspad rijden als het rechts in hun rijrichting ligt
- Verkeersbord D7 of D9: er moet op het fietspad worden gereden in de richting waarin de signalisatie zichtbaar is
Op de rijbaan is het in de bebouwde kom toegestaan om met twee naast elkaar te fietsen, maar als de weg te smal is opdat tegenliggers kunnen kruisen, ben je dan weer verplicht om achter elkaar te karren. Buiten de bebouwde kom geldt aanvullend dat je verplicht achter elkaar moet rijden als er achteropkomend verkeer is.
Verder mag een fietser een andere fietser inhalen, maar moet hij nadien zo snel mogelijk weer rechts invoegen. Om bij een zebrapad voorrang te krijgen, dient men een voetganger te zijn. Dat wil zeggen: afstappen en oversteken met de fiets aan de hand. Anders heb je geen voorrang.
Ten slotte moet er ook rekening worden gehouden met de nieuwe verkeerslichten voor fietsers en de verkeersborden B22 of B23. Deze verkeersborden staan fietsers toe om rechtdoor of rechts te rijden als het verkeerslicht op oranje of rood staat. Dit geldt niet voor speedpedelecs.
Afwijkende verkeersregels voor groepen
Voor groepen van 15 tot 50 wielertoeristen gelden afwijkende regels. Voor deze groepen is het niet verplicht om op het fietspad te rijden, ze mogen gewoon op de rijbaan fietsen. Ze mogen er ook met twee naast elkaar rijden, op voorwaarde dat ze gegroepeerd rijden. Het gebruik van het fietspad is wel aan te raden. Bij groepen van meer dan 50 fietsers zijn aanvullend ook een wegkapitein, een begeleidende volgauto en een begeleidende voorauto verplicht. Bij kleinere groepen is dit niet verplicht, maar wel toegestaan.