In het Belgisch Staatsblad is de derde versie verschenen van het ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. Dat was nodig omdat het begin van de paasvakantie ook het moment was waarop de oorspronkelijke maatregelen afliepen.
Het is dit ministerieel besluit dat onder andere het verbod op niet-essentiële verplaatsingen oplegt en winkels verplicht om te sluiten. De regering maakt van het moment gebruik om meteen een aantal aanpassingen te doen en zaken te verduidelijken. Hieronder zijn de voornaamste wijzigingen opgenomen.
Telecomwinkels & winkels voor medische hulpmiddelen open
Aan de lijst met handelszaken en winkels die open mogen blijven, zijn ook telecomwinkels en winkels voor medische hulpmiddelen toegevoegd. Volgende winkels mogen openen (nadat bij de vorige versie de kapperszaken werden geschrapt):
- De voedingswinkels, met inbegrip van nachtwinkels
- De apotheken
- De dierenvoedingswinkels
- De kantenwinkels
- De tankstations en leveranciers van brandstoffen
- De telecomwinkels die niet enkel accessoires verkopen
- Winkels voor medische hulpmiddelen
Ten aanzien van de telecomwinkels en de winkels voor medische hulpmiddelen geldt wel dat ze enkel voor noodgevallen mogen openen. Bovendien mogen ze slechts één klant per keer ontvangen en dit enkel op afspraak. Alle winkels moeten er bovendien voor zorgen dat de regels omtrent social distancing worden gerespecteerd.
Opvallend is voorts dat men in de Franstalige versie nu ook het woord “librairies” (boekenwinkels) vervangen heeft door “marchand de journaux” (krantenwinkel). Hierdoor is er geen discussie meer mogelijk over het al dan niet sluiten van de boekenwinkels.
Winkels blijven open op normale openingsuren
In de vorige versie van het ministerieel besluit was opgenomen dat voedingswinkels mochten openblijven van 07u00 tot 22u00. Het ging om een algemene bewoording om de winkels de nodige flexibiliteit te geven om zo nodig vroeger te openen en later te sluiten. Het ging hierbij om een keuze zonder de winkels aanwijzingen te geven. Dit kon verschillende doelen dienen:
- Winkels konden langer openen om het aantal bezoekers over een langere tijdspanne te verspreiden en zo de drukte te beperken
- Winkels konden acties op poten zetten met specifieke uren waarop pakweg senioren of verpleegkundigen rustig hun boodschap konden doen
De vakbonden reageerden echter zenuwachtig en met het oog op de spontane stakingen en het overleg van de afgelopen dagen heeft de regering deze bepaling geschrapt en nadrukkelijk vervangen door “volgens de gebruikelijke dagen en uren”. De keuzemogelijkheid voor de winkels valt nu dus weg.
Nachtwinkels moeten wel op tijd sluiten
Voor de nachtwinkels wijzigt er echter niks. Zij moeten nog steeds sluiten om 22u00 uur. Nochtans hebben een aantal nachtwinkeluitbaters de Vlaamse en federale regering in gebreke gesteld omdat zij vroeger moeten sluiten en hierdoor veel inkomsten verliezen. De advocaat van de betrokken nachtwinkels gaf echter al aan dat het verlaten van het openingsuur voor hem geen interessante piste is:
Wie loopt nu nog na 22 uur op straat? Dat zijn mensen die vaak onder invloed zijn en die zich ronduit gevaarlijk gedragen.” (Mr. A. Lahlali in het Nieuwsblad)
De regering houdt dan ook vast aan het sluitingsuur voor nachtwinkels. Momenteel is er nog geen duidelijkheid of er compenserende maatregelen komen voor nachtwinkeluitbaters.
Familieleden die onder hetzelfde dak wonen moeten geen 1,5 meter afstand houden
Er bestond onduidelijkheid over de bewoording van de bepaling die buitenwandelingen of fietstochtjes met gezinsleden of een vriend toestond (ter uitzondering van de blijf-in-uw-kotregel). Aanvankelijk verwoordde men dit als volgt:
In afwijking van het eerste lid, worden toegestaan: […]
– Een buitenwandeling met de leden van de familie die onder hetzelfde dak wonen vergezeld met een andere persoon, de beoefening van een individuele fysieke activiteit of met de familieleden die onder hetzelfde dak wonen of telkens een zelfde vriend, dit alles met respect van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon.” (Artikel 5, lid 2, inleidende zin en vierde streepje MB van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken).
Met de afstandsbepaling doelde de minister op de verplichting om 1,5 meter afstand te houden met de vriend waarmee je de buitenwandeling of het fietstochtje houdt. Dit kan echter zo worden geïnterpreteerd dat ook familieleden die onder hetzelfde dak wonen onderling 1,5 meter afstand moeten houden. De minister geeft nu duidelijk aan dat dit niet het geval is door een bepaling aan het MB toe te voegen:
De personen die onder hetzelfde dak wonen, moeten de regel van social distancing van 1,5 meter niet respecteren als ze de activiteiten in lid 2, vierde streepje uitoefenen of wanneer ze ertoe zijn gehouden thuis te blijven.” (Artikel 5, lid 3 MB van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken)
Strenge regels voor begrafenisceremonies en huwelijken
In het oorspronkelijk ministerieel besluit stond dat “activiteiten in intieme of familiale kring en begrafenisceremonies” nog steeds zijn toegestaan. De minister doelde daarbij voornamelijk op begrafeniscermonies en huwelijken, maar bijvoorbeeld niet op verjaardagsfeestjes. Het was ook niet altijd duidelijk wat onder “intieme of familiale kring” moest worden begrepen en of die vereiste überhaupt noodzakelijk was bij begrafenisceremonies (gelet op het woord “en”). De meeste begrafenisondernemingen gingen zelf uit van maximaal 30 gasten.
Nu is de oorspronkelijke bepaling geschrapt en vervangen door duidelijkere regels. Het MB geeft duidelijk aan dat het enkel gaat om begrafenisceremonies en huwelijken.
Begrafenisceremonies zijn nog steeds toegestaan, maar dan mogen er maximaal 15 personen aanwezig zijn. Bovendien moeten de gasten een afstand houden van 1,5 meter en mag het lichaam niet worden blootgesteld.
Daarnaast zijn burgerlijke en religieuze huwelijken toegestaan, maar dan enkel in het bijzijn van de echtgenoten, de getuigen en de ambtenaar van de burgerlijke stand. Ouders of kinderen zijn niet langer toegestaan, tenzij wanneer ze getuige zijn.
Opvang tijdens de paasvakantie
Het ministerieel besluit voorziet in een specifieke opvangregeling tijdens de paasvakantie. De scholen in het kleuter-, lager- en secundair onderwijs moeten in principe ook opvang voorzien tijdens de paasvakantie. Als dat voor de school echter onmogelijk zou zijn, mag er een andere vorm van opvang worden georganiseerd. De scholen moeten daarbij wel een aantal regels respecteren:
- De kinderen worden bij voorkeur opgevangen door dezelfde personen als waarmee ze de voorbije weken reeds contact hebben gehad
- De kinderen moeten in de groep blijven waarin ze de voorbije weken contact hadden en mogen niet samen worden gezet met kinderen uit een andere groep. Twee scholen mogen dus niet samen in groepsopvang voorzien tijdens de paasvakantie.
Stagiairs inschakelen in de zorgsector
Het oorspronkelijk ministerieel besluit gaf aan dat hogescholen en universiteit enkel nog mogen werken via afstandsonderwijs. Ook stages waren hierdoor niet meer toegestaan, tenzij wanneer dit via thuiswerk mogelijk was. Verschillende ziekenhuizen en hogescholen kozen er echter voor om de stages van stagiairs in de zorgsector niet stop te zetten. Het gaat onder andere om stagiair-verpleegkundigen, stagiair-zorgkundigen en de geneeskundige stages. Nu krijgt dit ook een wettelijk karakter en staat het ministerieel besluit stages toe voor “de studenten die een bijdrage kunnen leveren aan de zorg”.
Kleine verduidelijkingen
Het ministerieel besluit voorziet ook een aantal kleine wijzigingen waarover onduidelijkheid of controverse was.
Zo haalde het oorspronkelijk ministerieel besluit dat telewerken niet verplicht, doch in de mate van het mogelijke, van toepassing is op bedrijven “van de cruciale sectoren en de essentiële diensten”. Nu geeft het ministerieel besluit aan dat het ook gaat om “producenten, leveranciers, aannemers en onderaannemers van goederen, werken en diensten die essentieel zijn voor de uitvoering van de activiteit van deze bedrijven en deze diensten”.
In het oorspronkelijk ministerieel besluit was er sprake van een verbod op “schooluitstappen op en vanaf het nationaal grondgebied”. Nu geeft men aan dat het zowel gaat om een verbod op eendaagse als op meerdaagse schooluitstappen.
Het oorspronkelijk MB gaf aan dat ter compensatie van de scholen opvang werd verzekerd. Het was dan ook de bedoeling dat internaten, opvangtehuizen en permanente opvangtehuizen open zouden blijven (daar zij ook opvang voorzien). In de gewijzigde versie wordt dit nu concreet aangegeven om alle onduidelijkheid weg te nemen.
Het vorig ministerieel besluit gaf aan dat niet-essentiële reizen vanuit België verboden zijn. Toch werden er aan de grens veel Nederlanders tegengehouden die niet vanuit België maar naar België reisden. Gelet op de andere verbodsbepalingen zoals het verbod op niet-essentiële verplaatsingen op het Belgisch grondgebied was dat mogelijk. Toch is de ongelukkige bewoording aangepast. Nu staat er duidelijk dat zowel niet-essentiële reizen vanuit als naar België verboden zijn.
Ten slotte zijn de woorden “personen met een handicap” consequent vervangen door “mindervalide personen”, zoals ook organisaties als de KVG (Katholieke Vereniging Gehandicapten) het al langer voorschrijven.
Duur van de maatregelen
Het oorspronkelijk ministerieel besluit was van toepassing tot en met 5 april 2020. Het nieuw ministerieel besluit verlengt deze termijn tot en met 19 april 2020, maar voorziet meteen ook de mogelijkheid om het met twee weken te verlengen. Opvallend is wel dat het MB een uitzondering voorziet voor meerdaagse schooluitstappen: deze worden meteen voor de rest van het schooljaar verboden.