Al in 2015 had Europa richtlijnen aangenomen over de verkoop van pakketreizen. Nu worden die Europese richtlijnen ook omgezet in Belgisch Recht. Centraal staat een betere bescherming van de consument. De nieuwe wet is van toepassing op de zogenaamde pakketreizen die worden geboekt vanaf 1 juli 2018.
Wanneer spreken we van een “pakketreis”? Niet eenvoudig.
Het toepassingsgebied van deze nieuwe wet is uitbundig omschreven, maar kent heel wat voorwaarden en uitzonderingen.
In de eerste plaats moet het gaan om een zogenaamde pakketreis. Dit is een reispakket waarbij minimaal twee soorten reisdiensten worden gecombineerd. De toepasselijke reisdiensten zijn:
- Accommodatie: bv. hotel, vakantiewoning, camping, … ;
- Verhuur van auto’s en motorvoertuigen ;
- Passagiersvervoer: bv. busvervoer, vliegtuigtickets, … ;
- “Andere” toeristische diensten: bv. toegangstickets voor een attractiepark, verhuur van sportuitrusting, …
Een tweede voorwaarde is dat alle diensten worden gecombineerd door één professionele aanbieder. Het moet met andere woorden gaan om één overeenkomst voor alle diensten. Hierbij maakt het niet uit of die overeenkomst in een kantoor of online wordt afgesloten.
Een derde voorwaarde vinden we bij de klant zelf. Zoals eerder aangehaald dient de richtlijn voornamelijk de consument beter te beschermen, waardoor het niet van toepassing is op zakenreizen.
Een vierde voorwaarde vinden we bij de vage zinsnede “andere toeristische diensten”. Om te voorkomen dat alle uitstapjes als pakketreis zouden worden omschreven, gelden striktere voorwaarden indien één van de twee reisdiensten een “andere toeristische dienst” is. In dat geval moet de “andere toeristische dienst” immers een “aanzienlijk deel van de waarde van de reis” vertegenwoordigen, of aangeprezen worden als “essentieel kenmerk van de reis” of voor de reiziger een “essentieel kenmerk van de reis zijn”. Over een vage en subjectieve uitleg van een vage zinsnede gesproken.
Concreet: wanneer je een hotel boekt en er voetbaltickets inbegrepen zijn, dan spreken we van een pakketreis. Ook bij een B-dagtrip (NMBS) waar automatisch toegangstickets inbegrepen zijn, kunnen we onzes inziens spreken van een pakketreis (immers: de toegangstickets zijn een essentieel element van de treinreis). Wanneer je een hotel boekt en een bonnetje krijgt voor een gratis drankje in een lokale bar, dan uiteraard weer niet.
Een laatste voorwaarde is dan weer de duur van de reis zelf. Deze moet immers meer dan 24 uur duren. Toch is ook hier een uitzondering voorzien: wanneer er een overnachting inbegrepen is, dan geldt de termijn van 24 uur niet.
Verder zijn er nog specifieke uitbreidingen op vlak van affichering en is er nog een uitzondering voorzien voor pakweg laatstejaarsreizen en liefdadigheidsinstellingen. Een en ander om het voldoende complex te houden, denken we dan.
Verbetering 1: Meer duidelijkheid nog voor het contract
Nog voor het contract wordt gesloten (de zogenaamde ‘precontractuele fase’) moet de organisator een informatieformulier bezorgen aan de kandidaat-reiziger. Op dit informatieformulier zal duidelijk aangegeven worden dat het gaat om een zogenaamde pakketreis en zullen alle rechten van de reiziger worden omschreven. Ook de kenmerken van de reis, de totaalprijs, eventuele bijkomende kosten, betalingsregelingen en opzegmogelijkheden zullen duidelijk en overzichtelijk worden weergegeven.
De belangrijkste gegevens zullen voor de organisator bindend zijn. Is hij bijvoorbeeld niet duidelijk geweest over de bijkomende kosten, dan zal de reiziger die nadien niet moeten betalen.
Verbetering 2: Meer duidelijkheid in het contract
Ook het contract zelf zal duidelijker moeten zijn. Het zal moeten geformuleerd worden in heldere en begrijpelijke woorden. Vage juridische zinsneden zijn niet langer toegestaan. Ook moet het contract heel wat verplichte bepalingen bevatten die de consument beter moet informeren.
Verbetering 3: Je kan de pakketreis overdragen
Ongeacht het feit dat een pakketreis mogelijks op naam gesloten werd, zal de reiziger de pakketreis toch kunnen overdragen aan een andere reiziger. Kan je bijvoorbeeld zelf niet gaan, dan kan je de reis nog steeds doorverkopen. Wel zal je dat aan de organisator moeten laten weten binnen een redelijke termijn voor het begin van de reis. Een termijn van zeven dagen voor het begin van de reis, kan als redelijk gezien worden.
Opgelet: zo’n overdracht is niet zonder risico’s. Waren er bijvoorbeeld nog bijkomstige vergoedingen afgesproken die nadien verschuldigd zijn, dan kan de organisator jou hier nog steeds voor aanspreken. Ook kan de organisator een bijkomende vergoeding aanrekenen als hij bijvoorbeeld kosten heeft ten gevolge van die overdracht.
Verbetering 4: Ook prijswijzigingen in het voordeel van de consument
Wanneer dat concreet in het contract wordt afgesproken, dan kan de organisator de prijs verhogen in drie gevallen:
- Een wijziging van de wisselkoersen;
- Verandering in de kostprijs van brandstof (passagiersvervoer);
- Verandering in belastingen die derden niet direct aanrekenen.
Wel moet zo’n voorwaarde ook in het voordeel van de reiziger kunnen spelen. Werd zo’n voorwaarde afgesproken en wijzigt de wisselkoers gunstig voor de consument, dan zal hij kunnen aanhalen dat hij minder moet betalen.
Ook zijn er beperkingen opgelegd aan de hoegrootheid van de wijziging. Stijgt de prijs bijvoorbeeld met meer dan 8 % van de afgesproken totaalprijs, dan zal de reiziger de overeenkomst (zonder vergoeding) kunnen opzeggen. Ook zal de organisator minstens 20 dagen voor het begin van de reis de prijsverhoging moeten communiceren, net zoals de specifieke berekeningsmethode. Doet hij dat niet, dan kan hij er later niet meer op terugkomen.
Verbetering 5: De reiziger kan de pakketreis altijd opzeggen
Zolang de pakketreis nog niet begonnen is, zal de reiziger de overeenkomst altijd kunnen opzeggen. Weet wel dat zo’n opzegging niet gratis is en er een zogenaamde opzegvergoeding verschuldigd zal zijn. Die opzegvergoeding geldt niet in het geval van een prijsverhoging van meer dan 8 % (zie eerder).
In bepaalde omstandigheden zal de reiziger de pakketreis ook kunnen opzeggen met recht op de volledige terugbetaling van de al betaalde bedragen en zonder de betaling van verdere administratieve kosten. We denken bijvoorbeeld aan een natuurramp, oorlog of terrorisme.
Verbetering 6: Extra overnachtingen op kosten van de organisator
Wanneer bepaalde buitengewone omstandigheden optreden en de organisator de reiziger niet kan terugbrengen, moet de organisator de kosten dragen van de bijkomende overnachtingen. Die verplichting wordt wel afgevlakt tot drie overnachtingen en de organisator moet geen vergoeding betalen voor voedsel of drank. Het is wel koffiedik kijken hoe dit zich zal verhouden ten opzichte van het inroepen van ‘overmacht’ door de organisator, zoals de NMBS bijvoorbeeld graag doet in het geval van een (al dan niet aangekondigde) staking.
Vanaf wanneer?
De nieuwe wet treedt in werking op 1 juli 2018. Wel zal ze niet van toepassing zijn op overeenkomsten die na die datum worden uitgevoerd, maar eerder werden afgesloten. Enkel overeenkomsten die vanaf 1 juli 2018 werden afgesloten, zullen dan ook onder het gunstiger wettelijk regime ressorteren.