ConsumentEconomieFeatured

Afronding naar 0 of 5 eurocent: wat zegt de wetgeving en is het niet nadelig?

Op 23 november 2018 keurde de Ministerraad een wetsontwerp goed van Minister van economie Kris Peeters. Hierbij zou men de afronding naar 0 of 5 eurocent vanaf 1 december 2019 verplichten. Tot die datum blijft de huidige regelgeving dus wel gewoon bestaan. In de tussentijd gaan er wel de gekste verhalen de ronde, terwijl lang niet iedereen weet wat die verplichte afronding naar 0 of 5 eurocent nu exact inhoudt.

Ik plaats alles nog even op een rijtje en heb ook aandacht voor een aantal van die vragen.

Afronding naar 0 of 5 eurocent: regelgeving tot 1 december 2019

Ook op dit moment kunnen handelaars en beroepsbeoefenaars van een vrij beroep het totaalbedrag dat de klant moet betalen, afronden naar het dichtste veelvoud van 0 of 5 eurocent. Momenteel is het echter geen verplichting. Indien ze ervoor opteren, dienen ze dat met een duidelijk zichtbaar pictogram ter kennis van de klant te brengen.

Bovendien zijn ze verplicht om de afronding toe te passen voor alle klanten. Wel kunnen ze ervoor opteren om het niet alleen voor cashbetalingen maar ook voor elektronische betalingen toe te passen. Dit laatste heeft voornamelijk te maken met de bestaande kassasystemen. Vooral de kassasystemen van kleine handelaars laten zo’n opdeling niet altijd toe. Het zou onredelijk zijn om te verwachten dat zij nu torenhoge investeringen moeten doen.

Fig. Handelaars die de afronding naar 0 of 5 eurocent toepassen, moeten dit pictogram duidelijk aanbrengen.

Om de afronding naar 0 of 5 eurocent toe te passen, heeft de wetgever vier voorwaarden voorzien:

  • De betaling moet gebeuren in de fysieke aanwezigheid van de consument;
  • De afronding naar 0 of 5 eurocent mag enkel gebeuren op het totaal te betalen bedrag en niet op de prijs van elk product;
  • Het kassaticket dient het totaalbedrag voor en na de afronding naar 0 of 5 eurocent weer te geven;
  • De handelaar of de beroepsbeoefenaar van het vrije beroep moet het pictogram duidelijk zichtbaar ophangen.

De afronding naar 0 of 5 eurocent berekenen

De afronding is in principe eenvoudig te berekenen. De afronding naar 0 of 5 eurocent moet gebeuren naar het dichtste veelvoud ervan. Het te betalen totaalbedrag dat zou eindigen op 1 of 2 eurocent, zal dus worden afgerond naar 0. Het te betalen totaalbedrag dat zou eindigen op 3, 4, 6 of 7 eurocent wordt afgerond naar 5 cent. Het te betalen bedrag dat zou eindigen op 8 of 9 eurocent, wordt afgerond naar 10 cent.

Totaalbedrag eindigt opAfronding naar 0 of 5 eurocent berekenenVoorbeeld na afronding naar 0 of 5 eurocentVerschil na afronding naar 0 of 5 eurocent
€ X,Y0€ X,Y0€ 1,00 blijft € 1,00=
€ X,Y1€ X,Y0€ 9,11 wordt € 9,10– € 0,01
€ X,Y2€ X,Y0€ 24,22 wordt € 24,20– € 0,02
€ X,Y3€ X,Y5€ 55,63 wordt € 55,65+ € 0,02
€ X,Y4€ X,Y5€ 85,74 wordt € 85,75+ € 0,01
 € X,Y5€ X,Y5€ 95,95 blijft € 95,95=
€ X,Y6€ X,Y5€ 100,16 wordt € 100,15– € 0,01
€ X,Y7€ X,Y5€ 150,07 wordt € 150,05– € 0,02
€ X,Y8€ X,(Y+1)0 etc.€ 188,88 wordt € 188,90+ € 0,02
€ X,Y9€ X,(Y+1)0 etc.

 

 

€ 199,99 wordt € 200,00+ € 0,01

Wat moet de handelaar met de muntstukken van 1 en 2 eurocent doen?

De muntstukken van 1 en 2 eurocent blijven gewoon een wettelijk betaalmiddel. De klant mag ze met andere woorden nog steeds mogen gebruiken en ook de handelaar mag ze nog steeds teruggeven.

Waarom een verplichte afronding naar 0 of 5 eurocent vanaf 1 december 2019?

Zowel consumenten als handelaars ervaren het gebruik van de 1 en 2 eurocenten als vervelend.

Ongeveer 80% van de kleinhandelaars zou, volgens een bevraging van de NSZ, voorstander zijn van de afronding. De Eurobarometer toonde dan weer aan dat 80% van de consumenten moeilijkheden heeft met het gebruik van de eurocenten. Hiernaast zou ongeveer 70% van de consumenten voorstander zijn van een afronding naar 0 of 5 eurocent.

Toch zouden slechts 30% van de handelaars ook effectief een afronding naar 0 of 5 eurocent hebben ingevoerd. Blijkbaar bestaat er de schrik om het voortouw te nemen, waarna men een verplichte afronding naar 0 of 5 eurocent invoert voor cashbetalingen.

Onder andere de handelaarsorganisaties Unizo, UCM en Comeos namen al een gemeenschappelijk standpunt in waarin ze pleitten voor een verplichte afronding naar 0 of 5 eurocent.

Hiernaast heeft België al langer een tekort aan 1 en 2 eurocentjes omdat we ze massaal oppotten. In september 2018 was er het eerste tekort. Dat was een gevolg van een beslissing van de Europese Centrale Bank die België verbood om nog nieuwe muntjes te slaan, omdat België er al meer dan genoeg in omloop heeft. Alleen bleken we ze niet uit te geven. De situatie was problematisch voor winkeluitbaters.

Er werd nog even gedacht aan een grote inzamelactie van muntjes van 1 of 2 eurocent, maar Febelfin gaf al snel aan daar geen voorstander van te zijn. In hoofde van CEO Karel Van Eetvelt klonk het als volgt:

Maakt de verplichte afronding naar 0 of 5 eurocent het leven vanaf 1 december 2019 duurder?

Op Sociale Media lijkt het wel alsof de verplichte afronding naar 0 of 5 eurocent niks meer of minder is dan een commerciële truc om meer uit de zakken van de consument te slaan. Toch is dat helemaal niet waar.

Toen de eerste afrondingsregels werden ingevoerd, heeft de Nationale Bank immers een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek toonde aan dat symmetrische afrondingen geen effect hebben op de inflatie. Die analyse werd ook door de Europese Centrale Bank gedeeld.

Bovendien moet je weten dat de verplichte afronding naar 0 of 5 eurocent er enkel is voor cashbetalingen. Voor elektronische betalingen blijft de huidige regelgeving met andere woorden in stand. Handelaren zullen dus zelf kunnen kiezen of ze voor elektronische betalingen al dan niet tot op 0 of 5 cent zullen afronden.

Doen ze dat niet? Dan kan je zelf aan het rekenen slaan en afhankelijk van het totaalbedrag aan de kassa de keuze maken tussen cashbetalingen en elektronische betalingen. Op die manier kan je dus altijd winnen.

Totaalbedrag eindigt opTe kiezen betaalmiddel:Winst door afronding naar 0 of 5 eurocent
€ X,Y0Cash of Elektronisch betalen=
€ X,Y1Cash betalen1 cent
€ X,Y2Cash betalen2 cent
€ X,Y3Elektronisch betalen*=
€ X,Y4Elektronisch betalen*=
 € X,Y5Cash of Elektronisch betalen=
€ X,Y6Cash betalen1 cent
€ X,Y7Cash betalen2 cent
€ X,Y8Elektronisch betalen*=
€ X,Y9Elektronisch betalen*=

* Indien men de afronding niet toepast op elektronische betalingen

Weet tot slot dat het Prijzenobservatorium de eventuele gevolgen van de verplichte afronding verder zal opvolgen.

En wat nu?

Nu is het afwachten tot 1 december 2019. Mogelijks zullen bepaalde vestigingen al vroeger overschakelen naar de nieuwe reglementering, om zo kinderziekten in de systemen te voorkomen en reeds te experimenteren met de gevolgen ervan aan de kassa. In de tussentijd zal de wetgever een campagne op poten zetten om de maatregel aan te kondigen.

 

1 reactie

  • Het was de bedoeling het elektronisch te bevorderen. Cashbetalingen zouden afgerond worden elektronische niet.
    Niets is minder waar, bij ons wordt, sedert begin 2019, een kassaticket bij de bakker, beenhouwer, kruidenierszaak, groeten- en fruitzaak, … afgerond, of je nu cash of elektronisch betaald.
    Ik moet zelfs vaststellen dat in vele van deze zelfstandige zaken de kassa zo is ingesteld dat de afronding steeds naar boven wordt uitgevoerd.
    De wetgeving wordt niet juist toegepast .
    Kan dit zomaar?

Geef een reactie