In de pers

Blind getrouwd: juridisch zo’n goed idee?

Het sociaal experiment ‘Blind getrouwd’ schoot opnieuw uit de startblokken. Van blauwe sneakers en rode jurken tot de harde realiteit: het huwelijksbootje kan heel wat juridische en fiscale gevolgen met zich meebrengen. Blind trouwen: misschien toch niet zo’n goed idee?

Directe implicaties

Het programma gaat steevast van start met het huwelijk waarna het trouwboekje al even snel weer uit het beeld verdwijnt. Echter is dat trouwboekje niet zomaar een vodje papier. Aan het huwelijk zijn immers heel wat wederzijdse rechten en plichten verbonden die de gehuwden nu dienen te respecteren. Zo zijn ze verplicht om samen te wonen, moeten ze elkaar hulp en bijstand verlenen en beloven ze elkaar ook trouw. Op basis van hun huwelijkscontract kunnen ze dan weer beslissingen nemen over de financiële consequenties.

Dat laatste werd achter de schermen gelukkig onder handen genomen door een  notaris en een team experts die kozen voor een huwelijk met scheiding van goederen. Handig, maar toch is de draagwijdte van het huwelijk verder dan enkel dat.  En blijven de koppels samen? Dan was dat huwelijk met scheiding van goederen misschien niet eens wat ze echt wilden. Wij nemen je even mee achter de (juridische) schermen.

# 1. Scheiding van goederen

Zoals eerder gezegd zijn alle deelnemers van het programma ‘Blind getrouwd’ gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen. Hierbij heeft iedere persoon zijn eigen vermogen en blijven alle bezittingen voor het verleden, het heden en de toekomst van die persoon. Beiden hebben in theorie geen gemeenschappelijke bezittingen.

Blijkt het huwelijk een succes? Dan kunnen de koppels nog steeds naar de notaris stappen om naar een ander stelsel over te stappen. Anderzijds: die kosten kunnen dan weer oplopen tot ruwweg duizend euro.

# 2. Problemen met de gezinswoning

De bruidsparen van Blind getrouwd krijgen na hun huwelijksreis de keuze: elkaar leren kennen op neutraal terrein of in een van beide woningen. Dat laatste krijgt uit juridisch oogpunt allesbehalve aanbeveling: die woning zal aanzien worden als de gezinswoning.

Die gezinswoning wordt dan beschermd ongeacht het huwelijksstelsel. Zelfs bij een scheiding van goederen kan de ene partner niet langer zijn woning verhuren of verkopen zonder de toestemming van de andere partner. Gaat het om een gehuurde woning? Dan worden beide echtgenoten automatisch huurder en moeten ze beiden akkoord gaan met de opzeg van de huur. De verhuurder moet dan weer de opzeg aan beide partners doen. Toch hoeft de verhuurder zich weinig zorgen te maken: bij een wanbetaling kan hij gewoon bij beide partners aankloppen om z’n centen op te eisen.

# 3. Kosten verdelen op basis van inkomsten

Een veel voorkomende denkfout is dat de gemeenschappelijke kosten bij een huwelijk onder scheiding van goederen een 50/50-verdeling kennen. Integendeel: de gehuwden moeten bijdragen in verhouding tot hun vermogen. Heeft de ene partner een inkomen van 3.000 euro en de andere partner een inkomen van 2.000 euro? Dan zal de verdeling niet 50/50 maar 60/40 zijn.

# 4. Wat met schulden?

We haalden reeds de problematiek aan van de verhuurder die bij beide partners kan komen aankloppen. Het klopt nochtans dat de persoonlijke schulden bij een huwelijk onder scheiding van goederen wel degelijk persoonlijk blijven. Toch zijn er nuances: wanneer de schulden werden aangegaan zonder medeweten van de andere maar ten behoeve van de gezinslasten, kan de andere partner toch nog steeds worden aangesproken om ze te voldoen. Misschien tijd om de “gezinswoning” op te knappen en de nieuwe partner er (mee) voor te laten opdraaien? In principe kan het.

# 5. Wat als een partner sterft op reis?

Een huwelijkspartner volledig onterven kan niet, ook niet bij een scheiding van goederen. Zo zal de huwelijkspartner het vruchtgebruik erven over hetgeen de andere nalaat. We denken bijvoorbeeld aan het vruchtgebruik op de gezinswoning met de meubelen en de huisraad. Niet zo aangenaam voor de overblijvende erfgenamen en misschien een extra reden om te kiezen voor neutraal terrein.

Denk bovendien ook aan andere verzekeringstechnische problemen. Vaak is de eerste begunstigde bij een levensverzekering immers de huwelijkspartner. Tenzij de gehuwden naar hun verzekeraar stappen om dat aan te laten passen, zal de overlevende huwelijkspartner wel degelijk aanspraak kunnen maken op het vrijgekomen kapitaal.

Blijven de partners minimaal een jaar samen? Dan kunnen ze een pensioen claimen op basis van de loopbaan van hun partner.

# 6. Echtscheiding

Ook de echtscheidingsprocedure is allesbehalve goedkoop. VTM geeft aan dat ze de scheiding volledig betalen indien de koppels binnen zes maanden na hun huwelijk besluiten uiteen te gaan. Doen ze dat nadien? Dan komen de kosten ten laste van de koppels. Uiteraard kunnen die ook oplopen tot enkele honderden euro’s. Wil de andere partner echter niet akkoord gaan met de scheiding? Dan moet de onherstelbare ontwrichting uitgesproken worden en moet dat ook bewezen worden. De vraag is echter hoe ver VTM mee stapt in dat verhaal: betalen ze enkel de echtscheiding in onderlinge toestemming of ook wanneer één van partners het vertikt om akkoord te gaan?

Conclusie

Misschien toch eerst daten vooraleer we besluiten te trouwen? Huwen onder het stelsel van scheiding van goederen vormt immers geen garantie tot een vlekkeloze afloop. Tenzij je je uiteraard geen zorgen hoeft te maken over geld, erfgenamen en bezittingen. Dan heb je niks te verliezen.

Geef een reactie