De burgerOvereenkomsten

De Wet-Breyne blaast 50 kaarsjes uit: wat houdt de Wet-Breyne in?

Dit jaar viert de Wet-Breyne haar vijftigste verjaardag. De Wet-Breyne kwam tot stand na jarenlange mistoestanden op de woningbouwmarkt. Zonder wettelijke bescherming staat de bouwheer of de koper van een te bouwen woning niet stevig in de schoenen. De bouwheer moet namelijk al veel betalen en heeft nog niets in ruil gekregen. Als de aannemer failliet gaat, zou de bouwheer met lege handen kunnen achterblijven. Daar bracht de Wet-Breyne verandering in.

Over de Wet-Breyne

De Wet-Breyne is vernoemd naar de BSP-politicus Gustave Breyne. De wet regelt de bouw en de verkoop van te bouwen woningen. Het biedt bescherming aan wie een woning laat bouwen, een woning in aanbouw koopt en een te bouwen woning koopt. Het gaat dus niet alleen om de verkoop op plan, maar bijvoorbeeld ook over sleutel-op-de-deurovereenkomsten. Opdat de Wet-Breyne van toepassing zou zijn, moet het wel gaan om een gebouw dat bestemd is voor residentieel gebruik, al dan niet in combinatie met professioneel gebruik.

Verplichte vermeldingen in de overeenkomst

In de eerste plaats legt de Wet-Breyne een aantal voorwaarden op waaraan de overeenkomsten moeten voldoen. Zo moet de overeenkomst verplicht afspraken bevatten over de wijze van betaling, de aanvangsdatum, schadevergoedingen wegens vertraging, de totale prijs enzovoort.

De Wet-Breyne is verplicht na te leven. Strijdige bedingen worden voor niet-geschreven gehouden en kunnen in sommige gevallen zelfs in de nietigheid van de overeenkomst resulteren. In de overeenkomst moet men hierop worden gewezen. De overeenkomst moet daarom in vette lettertekens vermelden dat de koper of de opdrachtgever het recht heeft om de nietigheid van de overeenkomst of van een beding te vorderen als dit strijdig is met de Wet-Breyne.

De Wet-Breyene en betalingen

Ten tweede bevat de Wet-Breyne bepalingen omtrent de prijsbepalingen. Zo is het de aannemer of de verkoper verboden om een betaling te vragen of te aanvaarden vooraleer de overeenkomst is afgesloten. Bij het afsluiten van de overeenkomst kan dit wel, maar het handgeld mag nooit meer dan 5% van de totale prijs bedragen.

Wanneer de authentieke akte wordt verleden, mag men de betaling vragen van een som die gelijk is aan de prijs van de grond. Bij mede-eigendom dient men de waarde van het aandeel in de grond te bepalen. Daarbij moet er ook rekening worden gehouden met het handgeld of het voorschot dat reeds is betaald. Wanneer er voor het verlijden van de akte al werken zijn uitgevoerd, mag er voor deze werken al een betaling worden gevraagd. Dit laatste is dan wel op voorwaarde dat dit door de architect is goedgekeurd.

Vanaf de dag dat de authentieke akte is verleden, wordt het saldo bij gedeelten opeisbaar. Deze gedeelten mogen nooit hoger zijn dan de prijs van de uitgevoerde werken. De aannemer moet dus eerst presteren en krijgt pas dan betaald en niet omgekeerd.

Oplevering van de woning

De woning wordt in twee fasen opgeleverd. Eerst gaat het om de voorlopige oplevering. Op het moment van de voorlopige oplevering zijn de werken voltooid en kan men een intrek nemen in de woning. De aannemer of de verkoper kan dan het saldo van de prijs opeisen. Tijdens de periode van de voorlopige oplevering woont men in de woning en kan men een grondige controle van de werken uitvoeren. Deze periode duurt minstens een jaar, zodat men alle vier de seizoenen kan meemaken.

Minstens een jaar na de voorlopige oplevering volgt de definitieve oplevering. Op dat moment wordt de verkoper of de aannemer ontheven van de aansprakelijkheid voor eventuele zichtbare gebreken, behalve voor de gebreken die tijdens de fase van de voorlopige oplevering zijn gemeld. Op dat moment gaat ook de tienjarige aansprakelijkheid voor gebreken die de stabiliteit van het gebouw aantasten in.

Geef een reactie