Contracten

Echtpaar roept fraus omnia corrumpit in: waarover gaat het?

Bij een recente zaak stond het adagium fraus omnia corrumpit centraal, oftewel: bedrog verbreekt alles. Op basis van dit adagium heeft het hof van beroep te Antwerpen een leningsovereenkomst vernietigd. We leggen uit wat dit adagium inhoudt en wanneer het kan worden ingeroepen.

Hof van beroep te Antwerpen vernietigt een lening op basis van fraus omnia corrumpit

Bij een recente zaak had een zelfstandige kredietmakelaar door middel van valsheid in geschriften en valse stukken een echtpaar wijsgemaakt dat ze een bancaire lening aangingen met de nodige waarborgen. Ze leenden wel degelijk geld, maar in werkelijkheid ging het helemaal niet om een gewaarborgde bancaire lening, maar wel om geld uit zijn eigen privévermogen.

Bij de beoordeling van deze zaak baseerde het hof van beroep te Antwerpen zich op het adagium fraus omnia corrumpit om de lening te vernietigen. Op basis van dat beginsel zou het bedrogen echtpaar niet langer verplicht zijn om het geleende geld terug te betalen en mochten ze de reeds betaalde aflossingen terugvorderen.

In een nieuw arrest van het Hof van Cassatie werd het hof van beroep te Antwerpen teruggefloten, omdat het hof van beroep niet had verduidelijkt waaruit het winstbejag bestond en welk voordeel er aan de makelaar moet worden ontnomen.

Fraus omnia corrumpit: bedrog verbreekt alles

Het algemeen rechtsbeginsel fraus omnia corrumpit, Latijn voor ‘bedrog verbreekt alles’, houdt in dat iemand zich nooit op zijn bedrog mag beroepen om een voordeel te bekomen. Het rechtsbeginsel werkt zowel in de buitencontractuele sfeer als in de contractuele sfeer.

Het beginsel heeft een algemene gelding en heeft niet alleen betrekking op de totstandkoming van de overeenkomst, maar geldt ook bij de uitvoering van de overeenkomst en bij de uitdoving van de overeenkomst. Hierdoor vormt het een belangrijke uitzondering op de algemene rechtsregels die het verbintenissenrecht kenmerken. In theorie houdt het rechtsbeginsel in dat ook alle rechtsgevolgen van het bedrog moeten worden geneutraliseerd. In de praktijk heeft het Hof van Cassatie de alles-of-nietsbenadering al hier en daar genuanceerd en blijkt dat bedrog toch niet altijd alles verbreekt.

Objectief en subjectief criterium

Het beginsel is een correctiemechanisme dat zijn oorsprong vindt in de fundamentele beginsels van de algemene billijkheid en de goede trouw tussen alle burgers. Het gaat om beginsels die niet in geschreven teksten of wetten zijn neergepend, maar die de basis vormen van het recht en daarom toch aanleiding kunnen geven tot rechterlijke sancties.

Opdat het algemeen rechtsbeginsel fraus omnia corrumpit kan worden toegepast, is het wel vereist dat er sprake is van een foutieve gedraging die afbreuk doet aan de rechten of de belangen van een ander. Dit is het objectieve criterium.

Daarnaast moet deze foute gedraging gesteld zijn met het doel om schade te veroorzaken. Er moet dus worden bewezen dat degene tegen wie het beginsel wordt ingeroepen, de schade bewust heeft willen toebrengen. Het is hierbij echter niet nodig dat de schade ook daadwerkelijk is veroorzaakt. Het is ook niet vereist dat men heeft gewild dat het bedrog hem of haar winst opleverde. Dit is het subjectieve criterium.

Geef een reactie