Recent besliste het Europees Hof van Justitie (HvJ 26 februari 2019, zaak nr. C-497/17)dat het Europees biologisch label niet op producten van dieren die ritueel zijn geslacht zonder voorafgaande bedwelming, mag worden aangebracht. Dit ten gevolge van een prejudiciële vraag die door het cour administratieve d’appel de Versaille werd gesteld. Dit heeft verregaande gevolgen voor halalvlees, dat het Europees biolabel nu niet meer mag dragen.
Waarover ging het?
De Franse dierenrechtenorganisatie Oeuvre d’Assistance aux bêtes d’Abbatoirs had een geding ingesteld tegen de Franse regering en enkele leveranciers van certificaten. De dierenrechtenorganisatie wou zo een einde maken aan halalgecertificeerde rundvleesproducten die voorzien waren van het label ‘biologische landbouw’.
De Europese verordening nr. 834/2007 heeft het echter nergens over welke slachtmethoden al dan niet in aanmerking komen. De Franse rechter stelde dan ook een prejudiciële vraag aan het Europees Hof van Justitie.
Europees biolabel moet respect hebben voor dierenwelzijn
Het Europees Hof van Justitie haalde aan dat uit een lezing van de verordening kan worden afgeleid dat een hoog niveau van dierenwelzijn centraal staat en dat dit behoort tot de doelstellingen ervan. Daarom moet ook gekeken worden naar de Europese verordening nr. 1099/2099 waar artikel 4, lid 1, de nadruk legt op de bedwelming van dieren voor ze worden gedood.
Het Hof oordeelde dan ook dat speciale slachtmethoden die vereist zijn voor religieuze riten, niet automatisch gelijkwaardig zijn aan de methode van slachting met voorafgaande bedwelming. Omdat de consument er zeker van moet kunnen zijn dat producten die voorzien van het Europese biolabel ook effectief de hoogste normen op vlak van dierenwelzijn respecteren, besliste het Hof dat het Europees biolabel dus niet kan worden gebruikt voor halalvlees.