Voor erfgenamen is het steeds mogelijk om een erfenis of schenking aan te vechten op basis van bedrog, met name wanneer er sprake is van captatie. Om de erfgenamen te beschermen, is er voor specifieke personen ook een verbod voorzien om te erven. Met name in de medische wereld is het heel moeilijk om een erfenis over te laten aan de persoon die je bij je laatste ziekte verzorgt.
Relatieve rechtsonbekwaamheid om te erven of een schenking te ontvangen
Een aantal personen zijn relatief rechtsonbekwaam. Zij mogen dan wel geldige rechtshandelingen stellen, maar kunnen geen erfenis of schenking krijgen van bepaalde erflaters of schenkers. Het gaat steeds om personen die een vorm van macht bezitten en die misbruik zouden kunnen maken van een derde, die vervolgens een erfenis zou kunnen nalaten of een schenking zou kunnen doen. Om erfenisbejaging te voorkomen, zijn ze dan ook onbekwaam om van een specifieke persoon te erven. Het gaat hierbij onder andere om:
- De arts van de betrokkene
- De apotheker van de betrokkene
- De officieren van gezondheid van de betrokkene
- De bewindvoerders van de betrokkene.
Een verpleegkundige die een patiënt gedurende de laatste weken van zijn ziekte verzorgt, kan van de patiënt dus geen erfenis ontvangen. Dit geldt overigens ook voor alle tussenpersonen die een nauwe band hebben met de relatief rechtsonbekwame. Ook haar man, kinderen en ouders zullen de erfenis of de schenking dus niet in ontvangst kunnen nemen.
Hoe ver strekt het verbod om een erfenis of schenking te ontvangen?
In de wet heeft men het in feite niet over het verplegend personeel maar over “artsen, apothekers en officieren van gezondheid”. De voorwaarde is wel dat ze de patiënt behandeld hebben voor de ziekte waaraan hij is overleden en dat de beschikking gemaakt werd tijdens de ziekte. Als je buurvrouw dus toevallig een verpleegster is en je niet verzorgt, stelt er zich dan ook geen probleem.
De vraag stelt zich vooral op wie het verbod al dan niet van toepassing is, met name wanneer we het hebben over de verouderde term officieren van gezondheid. Een term die ze bij de wetswijziging in 2003 niet wouden veranderen naar “de leden van het verpleegkundig personeel”, uit schrik dat deze te beperkend zou worden geïnterpreteerd.
Wat de arts betreft, is de wet duidelijk. Het gaat hierbij om artsen in de geneeskunde, heelkunde en verloskunde. Ook over apothekers valt weinig te discussiëren. Wat de officieren van gezondheid betreft, kiest men daarentegen voor een ruime uitleg. Dat is ook hoe de rechtspraak het interpreteert. Volgens de rechtspraak moet het dan ook worden beschouwd als iedereen die een gezondheidsberoep uitoefent. Niet alleen verpleegkundigen, maar ook pakweg kinesisten of psychologen zijn dus officieren van gezondheid.
Vallen niet onder het verbod om de erfenis of schenking te ontvangen
Met de regelmaat van de klok gaat men in de rechtspraak op zoek naar de exacte afbakening van het begrip officieren van gezondheid. Volgens het Hof van Beroep te Antwerpen valt een bejaardenhulp er bijvoorbeeld niet onder omdat die geen medisch beroep uitoefent. Ook een huishoudster zonder medisch diploma, een zorgverlener die enkel huishoudelijke hulp biedt en een thuishulp die geen verpleegkundige handelingen stelt, vallen niet onder de term. Het bezitten van een medisch diploma en het stellen van verpleegkundige handelingen zijn met andere woorden cruciale elementen om tot de officier van gezondheid gerekend te worden. Volgens het Hof van Beroep te Gent is er echter ook vereist dat men beroepshalve optreedt. Zo oordeelde het Hof dat een zelfstandig verpleger die vrijwillig een zieke verzorgde en dus niet beroepshalve optrad, wel gewoon kan erven.
Daarnaast werd er een uitzondering voorzien voor bloedverwanten die de schenker of erflater verzorgen. De voorwaarde is wel dat het gaat om bloedverwanten in de vierde graad en dat er geen erfgenamen in de rechte lijn zijn. Ten slotte werd een uitzondering voorzien voor erfgenamen in rechte lijn die medische verzorging toedienden en voor de verzorgende partner, ongeacht of de verzorgende partner wettelijk of feitelijk met de zieke samenwoonde. Aan hen kan je dus wel je erfenis overlaten, ook wanneer ze je tijdens je laatste ziekte verzorgen.