Op 1 januari 2023 treden de bepalingen van het nieuwe verbintenissenrecht in ons land in werking. Voor een groot deel blijft alles bij het oude en codificeert men het een en ander zoals het al werd geïnterpreteerd in de rechtsleer en de rechtspraak. Toch bevat het nieuwe contractenrecht ook wel wat nieuwigheden. De komende tijd lichten we een aantal aspecten van het nieuwe contractenrecht toe. Deze keer focussen we op de precontractuele onderhandelingen en de precontractuele aansprakelijkheid.
Nodige informatie verschaffen tijdens de precontractuele onderhandelingen
Het nieuwe artikel 5.15 van het Burgerlijk Wetboek (nieuw) houdt een bevestiging in dat de partijen vrij zijn om precontractuele onderhandelingen te voeren. Ze zijn ook vrij om ze af te breken. Maar er zijn wel een aantal regels waar er rekening mee moet worden gehouden. Zo volgt uit artikel 5.16 BW dat de partijen elkaar de nodige informatie moeten verschaffen. Wat daaronder moet worden begrepen, moet blijken uit de gebruiken, de goede trouw en de wet. Onder andere de redelijke verwachtingen, het voorwerp van het contract en de hoedanigheid van de partijen spelen hierbij een rol.
Buitencontractuele aansprakelijkheid tijdens de precontractuele fase
Tijdens de precontractuele onderhandelingen kunnen partijen buitencontractueel aansprakelijk zijn tegenover elkaar. In het nieuwe verbintenissenrecht zijn er een aantal concrete sancties opgenomen.
- Als de onderhandelingen foutief worden afgebroken, moet de benadeelde persoon worden teruggeplaatst in de situatie waarin hij zich zonder de onderhandelingen zou hebben bevonden.
- Als een rechtmatig vertrouwen is gewekt dat zonder enige twijfel het contract zou zijn gesloten en dit alsnog niet gebeurt, kan dit betekenen dat men het verlies van de verwachte voordelen uit het gesloten contract moet vergoeden.
- Bij een schending van de informatieplicht speelt niet enkel de precontractuele aansprakelijkheid een rol, maar in het geval van bedrog, dwaling, geweld of misbruik van omstandigheden kan dit ook resulteren in de nietigheid van het contract.