Het nieuwe goederenrecht is vandaag in werking getreden. Dit was nodig, want het oude goederenrecht stamde nog uit de tijd van Napoleon en was al langer aan vernieuwing toe. Een opvallende nieuwigheid is dat dieren eindelijk een definitie krijgen en dat de wetgever erkent dat het levende wezens met noden en gevoelens zijn.
Duidelijke definitie van dieren
In België waren dieren altijd al onderworpen aan het eigendomsrecht. Dieren zijn dus roerende, lichamelijke zaken en staan op hetzelfde niveau als een stoel, een kast of een televisiescherm. Men kan handelen in dieren en dieren worden boekhoudkundig gewoon afgeschreven, net zoals alle andere lichamelijke, roerende goederen. In de praktijk is dit uiteraard nog iets anders en zijn er talloze bepalingen inzake dierenwelzijn.
Gevoelsmatig plaatsen we in onze samenleving dieren, en al zeker huisdieren, niet op hetzelfde niveau als andere roerende, lichamelijke zaken. In het buitenland hebben onder meer Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Slovenië en Nederland er daarom al voor gekozen om dieren een duidelijke definitie te geven en als een aparte categorie te beschouwen.
Levende wezens met gevoelsvermogen
In het nieuwe goederenrecht maakt ook de Belgische wetgever nu dit onderscheid. De wetgever onderscheidt nu de gewone voorwerpen van de dieren die een eigen definitie krijgen. Bovendien erkent het dat dieren biologische noden en een gevoelsvermogen hebben.
Dieren hebben een gevoelsvermogen en hebben biologische noden.” (Art. 3.39, lid 1BW)
Wil dit dan zeggen dat er voortaan volledig andere regels van toepassing worden? Dat we de slachthuizen sluiten en stoppen met het kweken van pijnlijdende gezelschapsdieren? Dat nu ook weer niet. Het gaat louter om een symbolische daad en dat staat ook te lezen in het tweede lid van artikel 3.39 Burgerlijk Wetboek. Alle regels met betrekking tot lichamelijke voorwerpen blijven ook gewoon op dieren van toepassing.
De bepalingen met betrekking tot lichamelijke voorwerpen zijn op dieren van toepassing, met inachtneming van de wettelijke en reglementaire bepalingen ter bescherming van dieren en van de openbare orde.” (Art. 3.39, lid 2 BW)
Toch hopen belangenverenigingen dat rechters dit aangrijpen om strenger op te treden tegen dierenmishandeling.