Werk & Sociaal

Overheid springt flexibel om met quotum werknemers met beperking

De overheid vervult altijd een voorbeeldfunctie. Om die reden moet de federale overheidssector minstens 3 % van het personeelsbestand laten bestaan uit werknemers met een beperking. Niet alleen haalt de overheid dit quotum niet, bovendien gaan ze er nu ook extra flexibel mee omspringen.

De cijfers gaan in de verkeerde richting

Je zou verwachten dat het aantal tewerkgestelden met een beperking, sinds de invoering van het quotum, in stijgende lijn zou zitten. Niets is echter minder waar.

Oorzaken zijn er legio maar we moeten ze zeker niet zoeken bij kwaadwilligheid. Ons lijkt vooral de besparingsdrang de grootste oorzaak te zijn. Cijfers tonen aan dat er de laatste jaren fiks gesnoeid werd in de functies van niveau D (lager secundair onderwijs of geen diploma). Zonder iemand oneer aan te willen doen: het zijn vaak deze functies waar personen met een beperking voor in aanmerking komen. Die besparing kan trouwens ook verbonden worden aan de drang tot verzelfstandiging en het inschakelen van verzelfstandigde diensten en aannemers. De overheid wordt steeds meer een kluwen van hoogopgeleiden en dat speelt in het nadeel van niet- (of laag-)gediplomeerde personen met een beperking.

Nieuwe creatieve invulling

Om het quotum toch te kunnen halen heeft de wetgever er een creatieve twist aan weten te geven. Nu zullen ook het aantal personen met een beperking die tewerkgesteld zijn bij onderaannemers, meetellen voor het behalen van het quotum. Er zijn wel specifieke regels vastgesteld. Zo mag maximaal één derde van het quotum door onderaannemers worden ingevuld.

In de praktijk kan het aandeel via onderaannemers op twee manieren vastgesteld worden:

  • Door te kijken naar de verhouding tussen het aantal uitbestede werkuren en het aantal VTE van de uitbestedende overheid;
  • Door te kijken naar de financiële waarde van het contract (om te rekenen naar een aantal VTE op basis van de gemiddelde loonkost).

Positief of negatief?

Positief is het sowieso dat de federale overheid meer werk zal uitbesteden aan de zogenaamde maatwerkbedrijven of de entreprises de travail adapté. Anderzijds is het flexibel omspringen met een zichzelf opgelegd quotum natuurlijk een bizar signaal.

Hoe dan ook zal de nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap nauw bij de maatregel betrokken worden. Zo zal het op 1 april 2019 de toepassing van de nieuwe regels evalueren (één jaar na de inwerkingtreding). Ook ik durf geen uitspraak te doen over de gevolgen van deze maatregel op lange termijn.

Geef een reactie