Schenken via de bankgift
De bankgift moet zowat de meest populaire manier zijn om de kinderen iets te schenken. In de praktijk komt het erop neer dat de ouders geld overschrijven op de rekening van hun kinderen en hier ook een bewijs van opmaken. Zo’n bewijs kan aan de hand van de klassieke aangetekende brieven of via een zogenaamde pacte adjoint, een soort van bevestiging op papier. Het grote voordeel? Zo’n bankgift moet niet geregistreerd worden en dus wordt ook de schenkbelasting mooi buitenspel gezet.
Zijn er dan geen nadelen aan deze manier van schenken? Natuurlijk wel: als schenker zal je nog drie jaar in leven moeten blijven, aangezien zo’n schenking gebeurt onder voorbehoud van successie. Komt men alsnog te overlijden dan zal de fiscus met die schenking geen rekening houden bij het berekenen van het successietarief. Niet echt voordelig dus. Een ander nadeel vinden we bovendien in het onherroepelijk karakter van zo’n schenking (art. 894 BW). Gegeven is gegeven, zelfs wanneer zoonlief nadien de gelden vergokt in het plaatselijk casino.
De elastiekschenking
De zogenaamde elastiekschenking kan hier een oplossing bieden. Bij een elastiekschenking zal zoonlief een nieuwe rekening openen en zal jij als ouder een volmacht op die rekening krijgen. Hetzelfde bedrag stort je nu, zoals bij een bankgift, op die rekening. Zowel ouders als kind kunnen nu aan het geld en op die manier kan je nog steeds een oogje in het zeil houden. Het nadeel blijft echter hetzelfde als bij de bankgift: kom je binnen de drie jaar te overlijden, dan zal er nog steeds een erfbelasting verschuldigd zijn.
Weet trouwens dat een dergelijke ‘schenking’ ook juridische en praktische problemen met zich mee kan brengen:
- De kinderen kunnen de volmacht eigenlijk altijd herroepen, waardoor je als ouder opnieuw alle rechten op het geld verliest;
- De fiscus kan oordelen dat het gaat om een nietige schenking. Zo’n schenking moet immers ‘onherroepelijk’ zijn. Soms beoordeelt de fiscus inderdaad dat het om een schenking gaat, maar mogelijks ziet hij het eerder als een lening of verklaart hij de schenking gewoon nietig. Juridisch kan het hoe dan ook voor problemen zorgen. Zorg er dan ook voor dat je, net zoals bij de bankgift, een en ander in een pacte adjoint zet.
De bankkaart
Een andere oplossing is die van “de bankkaart”. Als ouder stort je gewoon op de nieuwe rekening van jouw zoon of dochter, maar houd je de bankkaart ervan. Op die manier ben je 100% zeker dat zoon of dochter het geld niet vergokken. Intussen kan jij als ouder toch nog anoniem geld afhalen zonder dat de fiscus ooit iets merkt.
Opgelet: puur juridisch is dit ten stelligste af te raden. Het onherroepelijk karakter van een gift gaat hier volledig teniet. Immers: in de praktijk heb je niets gegeven en bleef het geld gewoon in jouw bezit. De fiscus kan dan ook oordelen dat het helemaal niet gaat om schenken. Op praktisch vlak kunnen de kinderen ook nog steeds een nieuwe bankkaart vragen, een bankkaart laten blokkeren of gewoon aan het bankloket om geld vragen.
Conclusie
Alhoewel een elastiekschenking of de klassieke ‘bankkaart’ heel wat voordelen lijkt te hebben, hoeft dat helemaal niet zo te zijn. Zowel op praktisch als juridisch en fiscaal vlak houden deze alternatieven heel wat risico’s in. De keuze voor een bankgift is dan ook nog steeds de veiligste methode om aan jouw kinderen te schenken.