ConsumentEconomieFeatured

Vanaf 1 juli 2021 betaal je meer bij niet-Europese webshops

Vanaf 1 juli 2021 gelden er nieuwe btw-regels voor e-commerce. Deze regels hadden eigenlijk al op 1 januari 2021 in werking moeten treden, maar ze werden door de coronacrisis uitgesteld. De prioriteit lag bij veel lidstaten elders en de IT-systemen waren niet klaar om er tijdig mee van start te gaan. De nieuwe btw-regels moeten onder meer garanderen dat ondernemingen binnen en buiten de Europese Unie onder gelijke voorwaarden met elkaar concurreren. In de praktijk kan je online bestelling hierdoor flink duurder worden.

Sneller buitenlandse btw aanrekenen

De nieuwe btw-regels voorzien in een nieuwe drempel van 10.000 euro. Wanneer een ondernemer deze drempel niet overschrijdt én slechts in een enkele EU-lidstaat is gevestigd, moet hij de btw in rekening brengen van de EU-lidstaat waar het transport van de goederen begint. Bij de huidige regels ging het nog om 35.000 euro. Ondernemers zullen dus sneller buitenlandse btw moeten aanrekenen.

Zij zullen de btw dan moeten afdragen via de One Stop Shop (OSS). De One Stop Shop vervangt de vroegere Mini-One Stop Shop (MOSS) en geeft btw-plichtigen de mogelijkheid om buitenlandse btw aan te geven en te betalen. Hierdoor hoeft men zich slechts in één enkele lidstaat te laten registreren.

Ook btw betalen op kleine niet-Europese bestellingen

Voor de consument zal de grootste impact wellicht te voelen zijn bij het afschaffen van de btw-vrijstelling voor kleine zendingen van buiten de EU. Momenteel is het zo dat pakjes van buiten de EU, bijvoorbeeld uit het Verenigd Koninkrijk of uit China (via AliExpress) moeiteloos de douane passeren wanneer hun waarde minder is dan 22 euro. Er wordt dan geen btw in rekening gebracht. Koop je nu een smartphonehoesje uit China en betaal je daar 5 euro voor, dan komen er dus geen extra kosten bovenop. Zo kan AliExpress concurreren met prijsvechters als Action.

Deze uitzondering wordt op 1 juli 2021 geschrapt en ook op dergelijke kleine aankopen zal btw worden berekend. Er komt wel een nieuwe regeling voor afstandsverkopen waarvan de waarde niet meer dan 150 euro bedraagt. Boven dit bedrag moet je altijd btw en invoerkosten betalen. Onder dit bedrag is het afhankelijk van de vraag of de niet-Europese webshop al dan niet is geregistreerd.

Geregistreerde niet-Europese webshops

In de praktijk zal een niet-Europese webshop zich bij de EU kunnen registreren om zo vooraf de btw en de invoerkosten te verrekenen. Zij regelen dus alles met de EU en gebruiken daarvoor de IOSS (Import One Stop Shop). Het pakje kan dan veel vlotter Europa binnenkomen, vooraf weet de consument wat het totaalbedrag zal zijn en bovendien hoeft de consument geen invoerkosten te betalen. Het smartphonehoesje van 5 euro wordt dan 6,05 euro en klaar. Omdat de webshop wel zelf invoerkosten moet betalen, is het niet ondenkbaar dat dit in de praktijk in een iets hogere prijs resulteert.

Niet-geregistreerde niet-Europese webshops

Wanneer de niet-Europese webshop niet is geregistreerd, kijkt de consument tegen invoerkosten aan en moet de consument de btw aan de douane voldoen. Dit resulteert in hogere invoerkosten en langere leveringstijden. Bij het smartphonehoesje van 5 euro moet de consument dus 1,05 euro btw betalen. Daarbovenop komen ook nog eens invoer- en administratiekosten die al snel tot 15 euro kunnen oplopen. En zo kan het smartphonehoesje ineens meer dan 20 euro kosten. Met andere woorden is het voor consumenten dus interessanter om te kopen bij webshops die zich wel lieten registreren en die zich aan de Europese regels houden.

Online aankopen worden duurder

Vroeger was het door de gratis verzending en het ontbreken van btw vaak goedkoper om kleine bestellingen zo’n 7.622 kilometer verderop te kopen. Daar komt nu verandering in. In de praktijk zal je bij kleinere bestellingen dus meer moeten betalen voor pakjes uit China. Aan de spotgoedkope verzendingstechniek was eerder al gesleuteld.

Verzending vanuit China wordt steeds duurder

De gratis verzending kunnen Chinese spelers aanbieden door de spotprijzen die door China Post worden gehanteerd. Het gaat om zogenaamde bellyspace-vracht. Hierbij worden pakjes in postzakken in de buik van passagiersvluchten verpakt. Is er nog een beetje ongebruikte ruimte vrij, dan wordt die ruimte gevuld met enkele postzakken. De pakjes zijn vrijwel niet te volgen, het is onvoorspelbaar wanneer ze aankomen en er gaan er al eens stuk of verloren, maar het is met prijzen tot € 0,75 per kilogram wel spotgoedkoop. Voor 7,5 eurocent wordt een smartphonehoesje van China naar België gebracht. Een rouwkaartje verzenden naar een omaatje in het dorp kost je bijna 21 keer meer.

Daarnaast speelt ook de houding van de Wereldpostunie een rol. Hier worden de wereldwijde postregels en verdragen vastgelegd. Nu moet je weten dat China ooit als derdewereldland werd ingeschreven. Sindsdien is er natuurlijk veel gewijzigd, maar door het 50 jaar oude verdrag kon het zich tot vorig jaar steevast op dit statuut blijven beroepen. Handig, want bij zendingen uit derdewereldlanden moeten nationale postbedrijven als bpost pakjes van minder dan 2 kilogram vrijwel gratis afleveren. Deze regels houden postdiensten in derdewereldlanden betaalbaar en schuift de factuur door naar de nationale postdiensten van rijkere landen

Op basis van deze regels kon China jarenlang de Europese markt overstelpen met post en de factuur doorschuiven naar nationale postbedrijven. Dit is vorig jaar gewijzigd. Onder het bewind van Donald Trump werden de regels aangepast en zullen Chinese bedrijven meer moeten betalen voor hun postdiensten. De stijging zou met 150% kunnen oplopen tegen 2025. Uiteraard zal dit op de een of andere manier aan de consumenten worden doorberekend.  

Btw betalen op kleine bestellingen

Voor België gaat het bij kleine bestellingen om een prijsstijging met minstens 21%. Dit kan natuurlijk hoger oplopen als de webshop niet bij Europa is geregistreerd. Daarnaast kan het ook gevolgen hebben voor het aanbod op andere platforms. De kans is namelijk reëel dat dropshippers, die nu nog vaak woekerwinsten maken, hun marges zien verkleinen. Mogelijk zullen zij hun prijzen verhogen. In beide gevallen gaat het natuurlijk om goed nieuws voor Europese ondernemers die lokaal produceren en om minder goed nieuws voor niet-Europese ondernemingen.

In theorie heeft dit ook ecologische voordelen. Toch moeten we dit ook enigszins relativeren. De nieuwe regels zijn namelijk een van de redenen waarom Alibaba zo naarstig is om het distributiecentrum in Luik af te krijgen. Door een voorraad met populaire producten rechtstreeks vanuit Europa te verzenden, worden ze ineens een Europese speler en omzeilen ze de regels omtrent de invoer- en inklaringskosten. Voor de Chinese concern is het al even duidelijk dat het uitgekiemde zakenmodel op zijn eind liep. Met de Europese hub begint er dan ook een nieuw tijdperk. Maar ook in dit nieuwe tijdperk worden de spullen vanuit China geïmporteerd, maar dan met een extra tussenstop in Luik. De ecologische voordelen zijn dus wel erg beperkt.

Geef een reactie