Benzine die in België wordt gebruikt, moet voldoen aan de norm NBN EN 228. Hierin zijn een aantal vluchtigheidsklassen opgenomen. Voor de winterperiode (van 1 november tot en met 31 maart) geldt de vluchtigheidsklasse E, voor de overgangsperiodes (van 1 tot en met 30 april en van 1 tot en met 31 oktober) gaat het om de vluchtigheidsklasse E1 en voor de zomerperiode (van 1 mei tot en met 30 september) om de vluchtigheidsklasse A. Echter, nu heeft het KB van 30 april 2020 uitzonderlijk beslist dat de zomerperiode, voor wat de benzine betreft, begint op 1 juli 2020.
Verschil tussen winter- en zomerbenzine
Het komt er in feite op neer dat er in de winter benzine wordt verkocht die vluchtiger is dan die in de zomer. Aan de winterbenzine worden namelijk vluchtige stoffen toegevoegd die voor de producent goedkoper zijn. Winterbenzine heeft een lagere verbrandingswaarde en zorgt ervoor dat de motor iets minder efficiënt draait, maar omdat de lucht ’s winters dikker is kan het nu eenmaal niet anders. Een belangrijk nadeel is dat de winterbenzine minder efficiënt is omdat het voor een groter deel in warmte wordt omgezet, wat eveneens noodzakelijk is tijdens de winterperiode.
Door het verleggen van de zomerperiode mogen openbare tankstations nog tot en met 30 juni 2020 de minder efficiënte winterbenzine verkopen.
Noodzakelijk door coronacrisis
Ten gevolge van de coronacrisis is het benzineverbruik bij consumenten drastisch afgenomen. De winterbenzinevoorraad is hierdoor nog heel groot, waardoor er te weinig opslagcapaciteit is voor zomerbenzine. Daarom is er nu beslist dat benzinestations de winterbenzine alsnog mogen verkopen. Volgens de Europese Commissie is het wel enkel toegestaan voor winterbenzine die op 1 mei 2020 nog in voorraad was. Bovendien zijn de benzinehandelaars verplicht om de eindverbruiker te informeren over de verkochte benzine. Ze moeten met andere woorden concreet aangeven dat het gaat om benzine van vluchtigheidsklasse E. Of de klant daar een sikkepit van zal begrijpen is natuurlijk een andere vraag.