In het Gerechtelijk Wetboek is een lijst opgenomen van goederen die de deurwaarder niet in beslag mag nemen. Het artikel 1408 Ger.W. is echter niet bepaald meer van deze tijd. Daar wil het Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de niet voor beslag vatbare goederen verandering in brengen. Op 3 maart 2021 had de Commissie voor Justitie zich al over de lijst uitgesproken en intussen is het voorstel in bespreking. Het wetsvoorstel voorziet onder meer in een bescherming van goederen met een emotionele waarde, maar ook van benodigdheden voor internettoegang.
Lijst met niet voor beslag vatbare goederen is niet meer van deze tijd
De lijst met niet voor beslag vatbare goederen moet een evenwicht vinden tussen de noodzaak om de schuldeisers te betalen en de noodzaak om de beslagene nog een menswaardig leven te gunnen. Wie de huidige lijst doorneemt, merkt dat hier dan ook een aantal essentiële zaken op terug te vinden zijn. Denk maar aan voedingsmiddelen, een bed en de kleren van het gezin. Maar je merkt ook dat er heel wat goederen ontbreken die tegenwoordig onmisbaar zijn geworden, terwijl bijvoorbeeld een varken wel op de lijst staat. Tijdens de hoorzitting bleek dat alle experts het eens zijn dat de lijst geactualiseerd moet worden.
Huidige lijst met niet voor beslag vatbare goederen
In de eerste plaats voorziet het artikel 1408, 1° Ger.W. in de bescherming van een aantal producten of goederen die wezenlijk worden geacht voor een menswaardig bestaan of die als onmisbaar worden beschouwd. Behalve als het gaat om luxegoederen, zoals een gouden tandenborstel, mag de deurwaarder dan ook geen beslag leggen op:
- Het bed en het beddengoed
- De kleren en het linnengoed voor persoonlijk gebruik en de meubelen om ze op te bergen
- Een wasmachine en een strijkijzer
- Verwarmingstoestellen voor de gezinswoning
- Een tafel en de stoelen die nodig zijn voor een gemeenschappelijke maaltijd
- Vaatwerk en huishoudgerei en een meubel om het huishoudgerei op te bergen
- Een toestel om warme maaltijden te maken en een toestel om voedingsmiddelen in te bewaren
- 1 verlichtingstoestel per bewoonde kamer
- Voorwerpen die nodig zijn voor de mindervalide gezinsleden
- Voorwerpen die bestemd zijn voor de kinderen ten laste die onder hetzelfde dak wonen
- Gezelschapsdieren
- Voorwerpen en producten voor de lichaamsverzorging en het onderhoud van de vertrekken
- Tuingereedschap voor het onderhoud van de tuin
Daarnaast voorziet het artikel 1408, 2° tot en met 6° Ger.W. ook in de bescherming van de volgende goederen:
- De boeken en voorwerpen die nodig zijn voor de voortzetting van de studies of de beroepsopleiding van de beslagene of van de kinderen die ten laste zijn en onder hetzelfde dak wonen
- De goederen die nodig zijn voor het beroep en dit tot een waarde van 2.500 euro, uit te kiezen door de beslagene
- Voorwerpen voor de uitoefening van de eredienst
- Levensmiddelen en brandstof, nodig voor een periode van één maand
- 1 varken, 24 dieren van de hoenderhof en naar keuze 1 koe, 12 schapen of 12 geiten.
- Het stro, voeder en graan voor het strooisel en de voeding van dit vee gedurende één maand
Wetsvoorstel voor een geactualiseerde lijst met niet voor beslag vatbare goederen
Het wetsvoorstel voorziet in de toevoeging van een aantal zaken op deze lijst. Het gaat om goederen die tegenwoordig ook essentieel worden geacht, maar er is tegelijkertijd ook aandacht voor goederen die een emotionele waarde hebben. Het erkent met andere woorden dat ook zaken met emotionele waarde belangrijk kunnen zijn voor een menswaardig bestaan.
Hoewel de experts het eens zijn dat de lijst moet worden geactualiseerd, was er enige discussie over wat er op de nieuwe lijst moet komen. Zo wilde men aanvankelijk “een radiotoestel, een televisietoestel, een telefoon, een computer, een printer, en alle benodigdheden voor internetverbinding” op de lijst opnemen. Volgens de experts bracht dit te veel onduidelijkheden met zich mee. Het is volgens hen bijvoorbeeld niet duidelijk of een smartphone hier ook onder valt, terwijl een peperdure gaming-pc wel bescherming zou genieten. Ze haalden aan dat het daarom beter is om de waarde van deze goederen te begrenzen. Daarom is hier uiteindelijk gekozen voor een nieuwe formulering, met een begrenzing van 500 euro per gezinslid.
Na het nodige wikken en wegen over de verschillende formuleringen zijn volgende toevoegingen in het uiteindelijke wetsvoorstel voorzien:
- 1 strijkplank
- 1 televisietoestel
- 1 radiotoestel
- De toestellen en benodigdheden voor de toegang tot internetverbinding tot een waarde van 500 euro per gezinslid, naar keuze van de beslagene
- 1 of meerdere goederen die een emotionele waarde hebben voor de beslagene, tot een waarde van 400 euro en naar keuze van de beslagene