Verzamelwetten zijn uitgebreide wetten die de meest uiteenlopende punten, vaak zonder veel samenhang, uit het regeringsbeleid regelen. In principe zijn verzamelwetten dan ook een allegaartje van regels die onder andere belangrijk zijn voor de begroting, maar het is niet ongewoon dat ze ook bepalingen bevatten die wat aan de aandacht worden onttrokken. Het gaat dan bijvoorbeeld om voor de andere partijen onwenselijke compensaties die tijdens de regeringsonderhandelingen werden gesloten en die voor hen beter niet nadrukkelijk in een eigen wet, met een eigen benaming, komen te staan. Net daarom is het niet oninteressant om dergelijke verzamelwetten toch iets beter onder de loep te nemen. De federale wetgever heeft 2020 met drie zo’n verzamelwetten afgesloten. Hieronder zijn ze besproken.
Programmawet van 20 december 2020 (BS 30/12/2020)
Deze programmawet bevat allerlei financiële bepalingen die nodig zijn voor de begroting, maar het bevat ook een aantal bepalingen op sociaal vlak.
In de eerste plaats bevriest de programmawet een aantal indexeringen voor de aanslagjaren 2021 tot 2024. Eerder had de regering al een indexterugsprong doorgevoerd, waardoor bijvoorbeeld het plafond van de levensverzekeringspremie werd teruggedrongen. Ook het plafond voor het pensioensparen wordt niet opgetrokken, maar hier is er dan weer geen sprake van een terugsprong naar het niveau van 2019. Dankzij deze fiscale ingrepen hoopt de regering ruim 66 miljoen euro vrij te maken voor andere uitgaven in het kader van de coronacrisis. Dit is uiteraard maar een druppel op de hete plaat.
Daartegenover biedt de programmawet wel een bedrijfsvoorheffingvrijstelling voor bedrijven die werknemers beter opleiden en breidt het het verlaagde btw-tarief van 6% voor de afbraak en heropbouw van gebouwen (i.p.v. 21%) uit tot het volledige Belgische grondgebied (het bestond al voor een aantal centrumsteden). Met deze maatregel wordt leegstand voorkomen en wordt de beschikbare grond beter benut. Dit woningbeleid zal de federale overheid op korte termijn ongeveer 444 miljoen euro btw-inkomsten kosten. Omdat er echter meer heropbouwingen zouden zijn, die op hun beurt in meer vastgoedtransacties en inkomsten uit onroerende voorheffingen zullen resulteren, zou dit op lange termijn moeten worden gecompenseerd. Of dat al dan niet het geval is, zal op even lange termijn moeten blijken.
Een andere belangrijke ingreep is de heruitgave van maaltijdcheques en ecocheques die in 2020 vervallen zijn. Werknemers kunnen zo alsnog hun ongebruikte maaltijd- en ecocheques gebruiken, een compensatie voor de vele coronamaatregelen waarbij fysieke winkelbezoeken niet mogelijk waren.
Verder bevat de programmawet een aantal sociaal ingegeven maatregelen. Zo wordt het bedrag van de vaderschaps- en de geboorte-uitkering voor zelfstandigen verhoogd en wordt het geboorteverlof voor alle werknemers opgetrokken. Ook de impact van werkloosheid door corona en een aantal andere coronamaatregelen op het latere pensioen wordt beperkt.
Bovendien voorziet de programmawet in de oprichting van een “klimaat, transitie en relance fonds“. Het gaat om een budgettair investeringsfonds dat, nogal vaag, “investeringen in het kader van het federale investeringsplan” moet uitvoeren.
Ten slotte bevat de programmawet met 95 artikelen natuurlijk nog talloze andere bepalingen, zoals de deelname van België aan de algemene en selectieve verhoging van het kapitaal van de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en wijzigingen aan de wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt.
Wet houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 30/12/2020)
Deze verzamelwet bevat allerlei fiscale en sociale bepalingen die verband houden met de coronapandemie. Het gaat vooral om verlengingen van bestaande uitzonderingsregimes. Deze regimes zijn slechts tijdelijk in het leven geroepen. Men wist niet wanneer de coronapandemie zou eindigen en een aantal van deze regimes moeten nu opnieuw worden verlengd. Om alvast de nodige slagkracht te hebben, kunnen alle termijnen met een eenvoudig koninklijk besluit drie maanden worden verlengd.
Zo wordt het verlaagd btw-tarief voor alcoholgel en mondmaskers verlengd, net zoals de uitzonderlijke belastingvrijstelling voor overuren in cruciale sectoren en de vrijstelling voor registratierechten voor een aantal notariële volmachten. Ook het “Schadeloosstellingsfonds voor de vrijwilligers COVID-19-slachtoffers“, een fonds dat onder andere de nabestaanden van (zorg)vrijwilligers vergoedt wanneer de vrijwilliger aan corona is overleden, wordt langer operationeel gehouden. Waar de programmawet in een verlenging van de geldigheidsduur van maaltijdcheques en ecocheques voorziet, wordt hier ook in een verlenging van de geldigheidsduur van sport- en cultuurcheques voorzien.
Deze verzamelwet bevat ten slotte ook een aantal nieuwe bepalingen. De vakantiekosten voor werkgevers met tijdelijke werkloosheid worden bijvoorbeeld gecompenseerd. Hier was eerder al polemiek over omdat de regering had beslist dat de tijdelijke coronawerkloosheid geen invloed had op het vakantiegeld, waardoor de factuur de facto naar de werkgever werd doorgeschoven.
Ook het verbod op opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur wordt versoepeld, maar dan enkel voor werknemers die tijdelijk werkloos zijn. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld horecawerknemers tijdelijk in een kledingwinkel aan de slag, zonder dat de nieuwe tijdelijke werkgever al te snel verplicht wordt om hen een vast contract aan te bieden.
Verder wordt de terbeschikkingstelling van werknemers aan de zorgsector, de corona-contactopsporing en het onderwijs gestimuleerd.
Met 62 artikelen zijn hier natuurlijk nog een aantal andere bepalingen in terug te vinden. Zo wordt bijvoorbeeld het aantal vrijwillige overuren bij werkgevers die tot de cruciale sectoren behoren opgetrokken.
Wet houdende dringende diverse fiscale en fraudebestrijding bepalingen (BS 30/12/2020)
Ten slotte is er ook nog een fiscale verzamelwet in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Deze verzamelwet bevat vooral maatregelen die belastingontwijking moeten voorkomen. Hiervoor worden talloze fiscale bepalingen voorzien in het kader van de interestaftrekbeperking en verhuur en onderverhuur in de platformeconomie.
Daarnaast wordt de vrijstelling van bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijke onderzoekers met een bachelordiploma in ere hersteld.
Ten slotte neemt België een aantal defensieve maatregelen tegen landen die op de EU-lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden staan. Deze landen moedigen oneerlijke belastingpraktijken aan en weigeren om hun belastingregime aan te passen. Het gaat onder andere om defensieve maatregelen ten aanzien van vennootschapen die gevestigd zijn in Panama, Barbados, de Maagdeneilanden en de Seychellen.