Sinds 1 juni 2019 hebben zelfstandigen die na het bereiken van hun pensioenleeftijd blijven doorwerken en vervolgens ziek worden, recht op een ziekte-uitkering gedurende de eerste zes maanden primaire arbeidsongeschiktheid. Een nieuw KB van 22 mei 2019 geeft nu aan dat deze ziekteperiode wordt gelijkgesteld met de periodes van beroepsbezigheid. Aldus telt het ook mee voor de pensioenberekening van de zelfstandige.
Vanaf wanneer is er sprake van gelijkstelling beroepsbezigheid?
De gelijkstelling gaat ten vroegste in vanaf het kalenderkwartaal in de loop waarvan de zelfstandige de pensioenleeftijd heeft bereikt.
Hoe lang loopt de gelijkstelling beroepsbezigheid?
De gelijkstelling heeft een maximale duur van twee opeenvolgende kwartalen. Bovendien stopt de gelijkstelling op het moment dat de zelfstandige zijn recht op een ziekte-uitkering verliest. In principe zal het gaan om de laatste dag van het kalenderkwartaal waarin een eind gekomen is aan de ziekte-uitkering, behalve in volgende twee situaties:
- Indien de ziekte-uitkering stopt op de 1ste dag van het kalenderkwartaal: de gelijkstelling van de ziekteperiode stopt al op de laatste dag van het vorig kalenderkwartaal;
- Indien de ziekte-uitkering stopt omdat de zelfstandige zijn beroepsleeftijd heeft hernomen: de gelijkstelling van de ziekteperiode stopt op de laatste dag van het vorig kalenderkwartaal.