BevoegdhedenDossier coronavirusIn de persOrganenStaat & BestuurVerkiezingen

Is de regering-Wilmès II een “coronadictatuur”?

Via de volmachten en de steun voor de regering-Wilmès II, een regering zonder N-VA en PS, hoopt men de coronacrisis hardhandig aan te pakken. Nochtans waren er ook onderhandelingen om een noodregering te vormen die ook een meerderheid vertegenwoordigde in de Kamer, maar uiteindelijk trok het partijbureau van PS zich op het laatste moment terug. Theo Francken liet het niet na om een en ander te bekritiseren op Vlaamsgezinde opiniewebsite Doorbraak. Enig tegengewicht is daarbij op zijn plaats.

Geen democratische legitimiteit voor noodregering?

De volledige veertienkoppige regering-Wilmès II is samen goed voor nog geen kwart van de stemmen. Aan het roer ervan staat een electoraal lichtgewicht zonder enige nationale bestuurservaring, die in mei 2019 de steun kreeg van amper 16.000 Belgen.” (Theo Francken, N-VA)

In de eerste plaats noemde Theo Francken het een coronadictatuur die geen rekening hield met de uitslag van de verkiezingen. Daar is natuurlijk niets van aan, daar het nog steeds de democratisch verkozen wetgevende macht is die beslist over het lot van de uitvoerende macht. Die controle door de wetgevende macht is ook institutioneel voorzien en zelfs een enkele uitzondering, zoals de volmachtenwet het mogelijk maakt, is onderhevig aan de controle van de Raad van State. Nergens is er ook wettelijk voorzien dat zo’n regering steun moet krijgen van een meerderheid van de Vlaamse partijen. Ook in de omgekeerde richting, zoals de regering-Michel I het bewees, is het geen verplichting om een meerderheid te vinden bij de Franstalige partijen. Net zoals het niet noodzakelijk is om een meerderheid te hebben bij mannen, vrouwen, allochtonen of bejaarden, moet je ook geen meerderheid hebben bij een bepaalde taalgroep.

Wat wel klopt, is dat in België niet elke stem evenveel waarde heeft. Dat heeft te maken met verschillende factoren. De zetelverdeling gebeurt bijvoorbeeld op basis van inwonersaantallen en niet op basis van het aantal stemgerechtigde burgers. Dat is dus niet alleen een Vlaams-Waals verhaal, want ook tussen de verschillende provincies zijn er verschillen. Daarnaast spelen ook andere factoren een rol, zoals de stemmen die gaan naar kleine partijen die de kiesdrempel niet halen, het aantal blanco stemmen of het kiesverzuim. Dat zijn overigens factoren waar grote partijen, zoals PS en N-VA, voordeel uit halen. Geheel ongelijk heeft hij daarin niet, maar daarop dan maar meteen besluiten dat de regering geen democratische legitimiteit heeft gaat natuurlijk een brug te ver.

Zelfs wanneer we geen rekening houden met de zetelverdeling, wat nog steeds de regel is en waar de politici uiteindelijk zelf voor kiezen, maar enkel rekening houden met het aantal stemmen heeft de regering nog steeds voldoende steun van de verkozen wetgevende macht. Open Vld (579.334 stemmen), MR (512.825 stemmen), Cd&V (602.520 stemmen), PS (641.623 stemmen), sp.a (455.034 stemmen), Groen (413.836 stemmen), Ecolo (416.452 stemmen), cdH (250.861 stemmen) en DéFI (150.394 stemmen) vertegenwoordigen uiteindelijk 4.022.879 stemmen van de 6.780.538 uitgebrachte stemmen (59,4%). Dit houdt overigens ook al rekening met stemmen voor partijen die de kiesdrempel niet haalden. Zelfs wanneer we dus niet uit zouden gaan van de zetelverdeling, maar enkel van de fictie dat het aantal uitgebrachte stemmen per partij bepalend is, kunnen we bezwaarlijk stellen dat de regering niet de steun geniet van de democratisch verkozen wetgevende macht.

Onvoldoende stemmen voor ministers?

Toen Bart De Wever, met 242.386 stemmen achter zijn naam, zich aanbood om de ploeg te leiden, sprak de Franstalige minderheid in dit land een veto uit. Wanneer stemmen er niet meer toe doen, noch zelfs zetels, om een regering te vormen, dan spreken we niet langer over een regering, maar een dictatuur.” (Theo Francken, N-VA)

In zijn betoog lijkt Theo Francken opnieuw twee zaken te vergeten. In de eerste plaats is het aantal voorkeursstemmen wettelijk gezien niet bepalend voor wie in de regering mag zetelen. Het volk kiest uiteindelijk enkel voor de wetgevende macht en het zijn zij die de wetten maken en de controle uitoefenen. Aan wie zij het vertrouwen geven om hun beslissingen uit te voeren, is hun zaak. Wanneer er in een bedrijf een bestuurder wordt verkozen, kiest de bestuurder uiteindelijk ook hoe en op welke manier hij personeel aanwerft om zijn beslissingen uit te voeren.

Op geen enkele mogelijke manier is het wettelijk verplicht dat de leden van de uitvoerende macht voldoende voorkeursstemmen hebben, laat staan dat men verkiesbaar of verkozen was. In de Vlaamse regering-Leterme, waar het kartel Cd&V/N-VA mee aan het roer stond, was ene Kris Peeters bijvoorbeeld Minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur. Nochtans was die man niet verkozen en stond hij niet eens op een verkiesbare lijst. Niemand die ernaar kraaide. Dat kan en mag, want in de trias politica moet enkel de wetgevende macht verkozen zijn. Zowel de uitvoerende macht (de regering) als de rechterlijke macht (de rechters) hoeven niet verkozen te zijn. Ook het feit dat rechters in België niet verkiesbaar zijn, blijken we maar logisch te vinden.

Ten tweede haalt Theo Francken hier aan dat Bart De Wever 242.386 stemmen achter zijn naam heeft en hekelt hij dat mevrouw Wilmès er maar zo’n 16.180 heeft. Wat hij echter vergeet te zeggen is dat Bart De Wever die stemmen vergaarde bij de Vlaamse verkiezingen. Hij is met andere woorden verkozen voor de Vlaamse wetgevende macht en heeft op federaal niveau geen enkele stem gekregen. Niemand gaf hem federaal het vertrouwen, maar dat is niet noodzakelijk voor de leden van de uitvoerende macht. Hoe dan ook heeft Mevrouw Wilmès op federaal niveau 16.180 stemmen meer gehaald dan Bart De Wever. Dat zij die stemmen bovendien behaalde in Brussel-Hoofdstad waar zo’n 600.000 stemmen minder te verdienen waren dan in Antwerpen, vergat Theo Francken er eveneens bij te vertellen. Maar uiteindelijk maakt het aantal stemmen dus geen sikkepit uit.

Geen sprake van een coronadictatuur

Laat het met andere woorden duidelijk zijn dat er helemaal geen sprake is van een coronadictatuur. De federale ministers zijn democratisch verkozen, maar dat is niet eens nodig. De democratisch verkozen wetgevende macht, die de uitvoerende macht het vertrouwen geeft, heeft zowel qua zetelaantal als qua stemmen een meerderheid. Het klopt wel dat er geen meerderheid aan Vlaamse kant steun verleent aan de nieuwe regering-Wilmès II, maar dat is ook niet vereist. Het staat meneer Francken natuurlijk vrij om een democratische meerderheid te vinden die daar iets aan wil veranderen. Maar als dat niet lukt, dan leg je je neer bij de democratische meerderheid en dan spreek je niet over een coronadictatuur.

Geef een reactie