EconomieFeaturedFiscaal

Uitsluiting fiscale regeling voor softwareontwikkelaars is gerechtvaardigd

Op 16 mei 2024 heeft het Grondwettelijk Hof een belangrijke uitspraak gedaan over de fiscale behandeling van inkomsten uit auteursrechten, specifiek met betrekking tot computerprogramma’s en softwareontwikkeling. Deze uitspraak (arrest 52/2024) heeft verstrekkende gevolgen voor softwareontwikkelaars en IT-ondernemingen in België.

Context en aanleiding van arrest 52/2024

De kwestie draait om de toepassing van een gunstige fiscale regeling op auteursrechten, een regeling die oorspronkelijk werd ingevoerd om de inkomens van auteurs van artistieke werken te ondersteunen. Inkomsten uit auteursrechten worden gezien als roerende inkomsten en genieten de facto van een verlaagd belastingtarief van 15% op de eerste schijf, in tegenstelling tot de hogere progressieve tarieven die gelden voor beroepsinkomsten. Bovendien worden deze inkomsten niet onderworpen aan de socialezekerheidsbijdragen.

Deze fiscaal erg gunstige regeling werd in 2008 geïntroduceerd met het doel om auteurs van werken van letterkunde en kunst te helpen, aangezien hun inkomsten vaak onregelmatig en wisselvallig zijn. In de praktijk werd de regeling ook gebruikt door softwareontwikkelaars, daar ook software een auteursrechtelijk beschermd werk is.

In december 2022 besloot de wetgever om deze fiscale regeling te herzien en te beperken. De programmawet van 26 december 2022 sloot expliciet de inkomsten uit computerprogramma’s uit van deze gunstige fiscale behandeling. Dit leidde tot verontwaardiging bij softwareontwikkelaars en IT-ondernemingen, die vervolgens juridische stappen ondernamen om deze wetswijziging aan te vechten bij het Grondwettelijk Hof.

Arrest 52/2024 over fiscale regeling auteursrechten computerprogramma’s

Het Grondwettelijk Hof heeft de beroepen tegen deze wetswijziging verworpen en geoordeeld dat de uitsluiting van computerprogramma’s van de fiscale regeling voor auteursrechten redelijk en gerechtvaardigd is. Het Hof benadrukte dat de wetgever een ruime beoordelingsvrijheid heeft in fiscale zaken en dat de herziening van de regeling bovendien perfect teruggaat naar de oorspronkelijke doelstellingen: het ondersteunen van auteurs van artistieke werken met onvoorspelbare inkomsten.

Volgens het Hof kan de wetgever redelijkerwijs aannemen dat de inkomsten van softwareontwikkelaars veel stabieler en voorspelbaarder zijn dan die van auteurs van literatuur en kunst. Deze stabiliteit maakte dat de toepassing van de auteursrechtenregeling op softwareontwikkelaars in strijd is met de oorspronkelijke bedoeling van de wet. Bovendien wijst het Hof erop dat de wetgever zich bewust was van het feit dat de regeling voor auteursrechten in de IT-sector vaak werd misbruikt als een reguliere beloningsmethode.

Het Hof concludeerde dat de uitsluiting van computerprogramma’s geen onevenredige gevolgen heeft voor softwareontwikkelaars. Deze groep blijft onderworpen aan de reguliere belastingregels voor beroepsinkomsten, wat volgens het Hof een billijke behandeling is gezien de economische stabiliteit van hun inkomsten.

Conclusie

Met deze uitspraak bevestigt het Grondwettelijk Hof dat de wetgever gerechtigd is om deze specifieke fiscale regelingen in te perken om misbruik te voorkomen en om de oorspronkelijke doelstellingen van de wet te handhaven. Voor de IT-sector betekent dit dat zij nu met zekerheid niet langer kunnen profiteren van de gunstige fiscale behandeling die geldt voor auteurs van artistieke werken.


Een vraag over dit artikel of juridisch advies nodig? Neem dan contact op met een advocaat in jouw buurt. Gebruik de onderstaande zoekfunctie om een advocaat te vinden.

Als advocaat opgenomen worden in de database? Klik hier.

Geef een reactie