BevoegdhedenDossier coronavirusIn de persOrganenStaat & Bestuur

Regering Wilmès-II heeft nu ook bijzondere machten

In het Belgisch Staatsblad van 30 maart verschenen twee wetten die de regering Wilmès-II zogenaamde bijzondere machten geeft. Het gaat om bevoegdheden die door de Kamer van Volksvertegenwoordigers worden overgedragen aan de uitvoerende macht. Het doel is uiteraard om de bestrijding van het coronavirus efficiënt te laten verlopen. Alle KB’s die in het kader van de bijzondere machten worden aangenomen door de federale regering, moeten binnen het jaar worden bekrachtigd door het parlement.

Covid-I-wet

De Covid-I-wet geeft de regering de mogelijkheid om via een koninklijk besluit de bevoegdheid, de werking en de rechtspleging aan te passen van de administratieve rechtscolleges en de afdeling bestuursrechtspraak. De afdeling bestuursrechtspraak is het orgaan dat bestuurshandelingen die strijdig zijn met hogere rechtsregels kan vernietigen.

Covid-II-wet

De Covid-II-wet geeft de regering zeer ruime bevoegdheden teneinde te reageren op coronapandemie en de gevolgen ervan. De regering mag alle maatregelen nemen die nodig zijn om:

  • De verdere verspreiding van het coronavirus onder de bevolking tegen te gaan, inclusief de handhaving van de volksgezondheid en de openbare orde
  • De noodzakelijke logistieke capaciteit, opvangcapaciteit en bevoorradingszekerheid te vrijwaren of er bijkomend in te voorzien
  • Directe of indirecte steun te bieden aan of beschermende maatregelen te nemen voor
    • De getroffen financiële sectoren
    • De economische sectoren
    • De profitsector
    • De non-profitsector
    • De bedrijven
    • De huishoudens
  • De continuïteit van de economie, de financiële stabiliteit van het land en de marktwerking te garanderen
  • De consument te beschermen
  • Aanpassingen door te voeren aan het arbeidsrecht en het socialezekerheidsrecht om:
    • De werknemers en de bevolking te beschermen
    • De goede organisatie van de ondernemingen en de overheid mogelijk te maken
    • De economische belangen van het land te vrijwaren
    • De continuïteit van de kritieke sectoren te garanderen
  • Wettelijke termijnen te schorsen of te verlengen
  • De goede werking van de rechterlijke instanties te verzekeren
  • Zich te schikken naar beslissingen die de Europese Unie neemt in het kader van een gezamenlijke aanpak van de coronacrisis.

Laat het duidelijk zijn dat de bevoegdheden heel ruim zijn. Bovendien mag de regering ook administratieve, burgerrechtelijke en strafrechtelijke sancties bepalen in het kader van deze bevoegdheden. De strafrechtelijke sancties mogen wel niet hoger zijn dan deze die reeds gelden. Ze mogen wel terugwerkende kracht hebben, maar dit enkel tot 1 maart 2020.

Twee beperkingen op de bijzondere machten

Op de ruime bevoegdheden die de regering heeft, zijn er slechts twee uitzonderingen voorzien.

In de eerste plaats mag de regering geen afbreuk doen aan de koopkracht van de gezinnen en aan de bestaande sociale bescherming.

Ten tweede mag het niet raken aan de socialezekerheidsbijdragen, de belastingen, de taksen en de rechten.

Bijzondere machten gedurende drie maanden

De twee wetten zijn op 30 maart 2020 in werking getreden en kennen de machten gedurende drie maanden toe. Op 30 juni 2020 vervallen ze dan ook. In tegenstelling tot wat in de pers te lezen stond, is nergens de mogelijkheid voorzien om ze nadien nog eens met drie maanden te verlengen.

Binnen het jaar na de inwerkingtreding van elke bijzonderemachten-KB moet het parlement het bekrachtigen, anders wordt geacht dat ze nooit hebben bestaan.

Geef een reactie