De burgerPrivacy

Grondwettelijk Hof ziet geen problemen in vingerafdruk op eID

Over de vingerafdruk op de elektronische identiteitskaart is intussen al veel geschreven. De verplichte vingerafdruk moet identiteitsfraude helpen tegen te gaan. Het gaat om een vervroegde omzetting van een Europese verordening die de verplichting sowieso al oplegt vanaf 2 augustus 2021. Deze keer zit België dus niet bij de laatsten van de klas, maar toch kwam er al snel kritiek van privacy-activisten. Zij hebben, samen met de Liga voor Mensenrechten, een vernietigingsberoep ingesteld bij het Grondwettelijk Hof. Zij vinden het namelijk een inbreuk op het recht op eerbiediging van het privéleven en op het recht op bescherming van persoonsgegevens.

Vernietigingsberoep bij het Grondwettelijk Hof

De verzoekers gaven aan dat het nemen van twee vingerafdrukken en het bewaren ervan een inmenging inhoudt op het recht op bescherming van de persoonsgegevens. Ze halen eveneens aan dat dit geen zwaarwegend algemeen belang dient dat de verzameling van biometrische gegevens rechtvaardigt, terwijl dit volgens de AVG nochtans vereist is. Ze hekelen onder andere de wanverhouding tussen de beperkte mate van identiteitsfraude in ons land en de privacy-inbreuk voor de volledige bevolking.

Ook wordt aangehaald dat het wettigheidsbeginsel zou zijn geschonden, onder andere omdat de delegatie aan de uitvoerende macht onvoldoende concreet is beschreven. Verder zouden er volgens de verzoekers onvoldoende alternatieven zijn onderzocht die minder ingrijpend waren.

Vingerafdrukken nemen en het bewaren van het digitale beeld ervan op een identiteitskaart

Bij het aanmaken van de identiteitskaart of de vreemdelingenkaart bepaalt de wet van 25 november 2018 dat het digitale beeld genomen moet worden van de linker- en rechterwijsvinger van de kaarthouder. Wanneer de kaarthouder vingers mist, is er voorzien in een rangorde om te bepalen van welke vingers afdrukken moeten worden genomen.

Het Grondwettelijk Hof oordeelt dat het tegengaan van lookalike-fraude en het valselijk verkrijgen van echte documenten legitieme doelstellingen zijn die de privacyschending rechtvaardigen. Volgens het Grondwettelijk Hof gaat het hier om zwaarwegende redenen. Het Grondwettelijk Hof volgt dan ook niet de redenering dat lookalike-fraude een louter marginaal fenomeen zou zijn. Ook haalt het aan dat het afnemen van twee vingerafdrukken geen psychische of fysieke ongemakken met zich meebrengt. Verder geeft het Hof aan dat de wetgevende macht de delegatie aan de uitvoerende macht wel voldoende concreet heeft gemaakt.

Het gecentraliseerd bewaren van het digitale beeld van de vingerafdrukken

De wet van 25 november 2018 voorziet dat het digitale beeld van de vingerafdrukken in een centraal register moet worden bewaard. Deze bewaring is noodzakelijk om de identiteitskaart aan te kunnen maken. Het is echter niet de bedoeling dat de database voor andere zaken wordt gebruikt. De wet voorziet ook in de verplichting om de vingerafdruk te verwijderen eenmaal de identiteitskaart is afgegeven. Na de verwijdering is het beeld enkel nog op de chip van de identiteitskaart te vinden.

Volgens het Grondwettelijk Hof is de privacyschending dan ook heel beperkt. Het Hof geeft aan dat de wetgeving de opslag beperkt tot wat strikt noodzakelijk is en de vingerafdrukken verder niet in een centraal register worden opgeslagen, maar enkel op de chip waarover de burger volledig zeggenschap heeft. Het Hof geeft dan ook aan dat deze tijdelijke bewaring niet onevenredig is tot het doel waarvoor het wordt opgeslagen.

Het Hof benadrukt daarenboven dat deze centrale aanpak net een veiligere oplossing is dan lokale systemen, waarbij de vingerafdrukken door een lokale ambtenaar zouden worden uitgelezen en ter plekke door hem op de chip zouden worden geplaatst. Dit zou volgens het Hof een hoger risico op misbruik inhouden.

Het uitlezen van het digitale beeld van de vingerafdrukken

De wet van 25 november 2018 geeft ten slotte bepaalde personen, zoals de politiediensten of het personeel dat grenscontroles uitvoert, het recht om de vingerafdrukken te lezen. De kaarthouder moet vooraf wel worden geïnformeerd en daarvoor zijn toestemming verlenen. De kaarthouder kan de lezing weigeren, tenzij een KB zo’n weigering verbiedt.

Ook hier ziet het Hof geen probleem in, nu het technisch niet mogelijk is om de vingerafdrukken bij het lezen ook op te slaan.

Mogelijk gaat het dossier naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens

Het Grondwettelijk Hof heeft zich dus over de volledige lijn achter de wetgever geschaard. Het Grondwettelijk Hof heeft dan ook geen verdere onderzoeksmaatregelen getroffen en vond het ook niet nodig om prejudiciële vragen te stellen aan het Europees Hof van Justitie. Een van de verzoekers, Matthias Dobbelaere-Welvaert, privacyjurist en auteur van Ik weet wie je bent en wat je doet, heeft intussen al aangegeven dat er mogelijk naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zal worden gestapt.

Geef een reactie